Volgens Umair Haque wordt de economische crisis vooral veroorzaakt door het gedrag van bedrijven uit het industriële tijdperk.
Instead of creating enduring, authentic value for people, they’re consistently, systematically, one might say habitually extracting wealth from them — and the result is the game of musical chairs writ large that is this crisis.
Dat gedrag is passieloos, en niet gericht op vernieuwing. Haque pleit daarom voor ‘betekenisvolle organisaties’ (“Meaning Organization”), die in hun ontwikkeling een stap verder zijn dan de lerende organisatie waar Peter Senge twintig jaar geleden voor pleitte:
It’s built not just to learn (and then do “business”) but, more deeply, to redraw the boundaries of prosperity, by doing meaningful stuff that matters the most.
In zijn blogpost werkt Haque dit concept verder uit voor een aantal aspecten. Strategiegroepen zouden bijvoorbeeld vervangen moeten worden door “wisdom groups”, die er voor moeten zorgen dat de organisatie daadwerkelijke waarde creëert voor alle belanghebbenden: mensen, natuur, toekomst en samenleving. Het concept ‘winst’ wordt dan vervangen door ‘betekenis’ (wat veel verder gaat, en niet alleen in financiën tot uitdrukking komt). En ‘humanizing’ komt in de plaats van marketing:
“humanizing” is about helping people stop mutely, rotely (over)consuming, and start enjoying, improving, bettering; to help them maximize the authentic, long-run value they realize from a product or service; and to stop organizations from hard-selling the overconsumption of toxic, socially and personally self-destructive junk.
Dit, m.i. interessante, concept impliceert uiteraard een enorme paradigmashift. Toch zie je ontwikkelingen die in deze richting gaat. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is daar één van, net als cradle to cradle en sociale innovatie. Ook bij het denken over de good old balanced scorecard was ‘geld’ maar één van de te beoordelen factoren. Helaas worden deze initiatieven en principes lang niet altijd consistent uitgevoerd en toegepast.
Umair Haque gaat in deze blogpost niet in hoe binnen een dergelijke “Meaning Organization” geleerd wordt. Ik heb daar wel een idee over. Volgens mij is daarbij onder meer sprake
- van multidisciplinaire groepen die samen met elkaar leren,
- van veel leren in netwerken, die niet alleen bestaan uit lerenden uit de eigen organisatie,
- van veel ruimte voor expliciete reflectie (ook op de relatie van de dagelijkse praktijk met de ‘betekenis’ die de organisatie wil leveren),
- van een integratie van leren en werken, en dus van veel informeel leren,
- van een grote variëteit aan leerbronnen en (creatieve) leeractiviteiten waar lerenden zelf keuzes uit kunnen maken,
- en van permanente kennisstromen die gefaciliteerd worden door sociale media.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie