Het is tijd voor een grote schoonmaak in het onderwijs. Dat vinden Pedro de Bruyckere en Casper Hulshof. Het onderwijs maakt namelijk te vaak gebruik van middelen, aanpakken en theorieën waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze niet of in beperkte mate werken.
In augustus 2003 nam ik deel aan een internationale conferentie. Eén van de keynotesprekers verwees naar de piramide van Dale die de relatie uitdrukt tussen leeractiviteiten en de gemiddelde ‘student retention rates’. Een paar jaar later las ik dat deze piramide nep is. Nu worden tijdens keynotes wel vaker onwaarheden verkondigd. Wat het echter extra erg maakte, was dat het hier het tweejaarlijkse congres van de European Association for Research on Learning and Instruction betrof: dé ontmoetingsplek van onderwijsonderzoekers. Mythes rond leren en onderwijs kunnen schadelijk zijn en hardnekkig. Het is hard nodig deze te ontkrachten.
De Paasdagen heb ik deels doorgebracht met het boek “Jongens zijn slimmer dan meisjes en andere mythes over leren en onderwijs”, dat Pedro de Bruyckere en Casper Hulshof recent hebben geschreven. Zij willen met dit boek
een overzicht geven van de belangrijkste mythes waarvan de deugdelijkheid nooit is bewezen of die gewoon onzin blijken te zijn. Het zijn theorieën die we quasi wekelijks tegenkomen in boeken, meningen en, erger nog, in scholen. (p. 11)
De Bruyckere en Hulshof schrijven dat zij veel mythes aanvankelijk zelf ook hebben geloofd, zoals de meerwaarde van leerstijlen voor het onderwijs. In hun inleiding proberen zij een verklaring te geven voor het feit dat we in het onderwijs zo vasthouden aan bepaalde mythes. Luiheid is volgens hen een verklaring, al ontbreekt hiervoor naar mijn mening overtuigend bewijs…..
Pedro de Bruyckere en Casper Hulshof beschrijven op een vlot geschreven en vaak humoristische manier beknopt zesendertig mythes:
- Mythes over leren
- Neuromythes
- Mythes over technologie in het onderwijs
- Mythes in onderwijs beleid
Daarbij hanteren zij drie categorieën:
- De uitspraak klopt helemaal niet of bijna helemaal niet, of er is geen bewijs voor (dit zijn echte mythes).
- Er bestaat nog steeds discussie over het thema en de wetenschap geeft geen uitsluitsel.
- De auteurs (Pedro en Casper) hebben bij het schrijven van het boek geen bewijs gevonden voor de uitspraak.
Tussen de delen in geven zij tips en ideeën waarvan wel is aangetoond dat ze werken.
Enkele conclusies zijn:
- Informeel leren is zeker belangrijk, maar in de wetenschappelijke literatuur vonden we geen bewijzen voor de verhouding van 70% informeel leren, 20% leren van anderen en 10% formeel leren in lessituaties.
- Puur zelfontdekkend leren werkt niet, maar met de juiste ondersteuning kan deze vorm van leren effectief zijn.
- Het medium beïnvloedt zelden het lesgeven, laat staan dat één medium voor alle situaties het beste zou zijn.
Mijn favoriete conclusie luidt:
Het kan soms lijken alsof sommige mensen slechts 10% van hun hersenen gebruiken, maar sorry, zelfs bij hen is dat niet het geval.
Erik Duval heeft didactiek eens omschreven als een “wetenschap van opinies en ideeën”. Hij pleitte voor learning analytics om deze wetenschap meer met data te onderbouwen. Boeken als “Jongens zijn slimmer dan meisjes” dragen hier wat mij betreft ook aan bij. De toegankelijke schrijfstijl en omvang maken deze uitgave erg geschikt voor praktijkmensen. Het is te hopen dat de kennis over mythes er toe bijdraagt dat hersenspinsels ook daadwerkelijk uit het onderwijs verdwijnen, en dat meer onderzoek wordt gedaan naar de vraagtekens.
Bruyckere, P. de & Hulshof, C. (2013). Jongens zijn slimmer dan meisjes en andere mythes over leren en onderwijs. Leuven/Culemborg: LanooCampus / Van Duren Psychologie. ISBN 978 90 815 1637 2
Zie ook Myth busters De Bruyckere en Hulshof op de goede weg van Paul Kirschner.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Ik zal het boek gaan lezen, dank voor de suggestie. Helaas denk ik dat de meeste mensen wel 100% van hun hersencapaciteit gebruiken. De kwaliteit van het onderwijs heeft er voor gezorgd dat dit niet echt effectief is bijvoorbeeld qua vocabulaire et cetera.
Zeer benieuwd naar al die mythes. Wordt onderwijsvernieuwing niet heel vaak ge-ent op die Mythes?
Wat is vaak? Het is in elk geval altijd belangrijk om niet klakkeloos beweringen aan te nemen. Maar je moet ook durven te experimenteren met nieuwe aanpakken, waarvan nog niet duidelijk of ze werken.