MOOCs kunnen bijdragen aan milieubewustzijn

Deze week is weer een editie van het tijdschrift OnderwijsInnovatie verschenen (pdf), met daarin onder meer de casus van een massive open online course over de ‘plastic soup’. Deze casus laat zien dat MOOCs de potentie hebben een bijdrage te leveren aan een groter milieubewustzijn.

Structuur MOOC plastic soepOnze zeeën en oceanen zijn zwaar vervuild met plastic. Dit is niet alleen een smerig gezicht maar ook een groot probleem omdat plastic moeilijk afbreekbaar is, zeer schadelijk is en op grote schaal in onze ecosystemen wordt opgenomen.

Ansje Löhr van de OU is één van de initiatiefnemers van deze MOOC die de problematiek van deze ‘plastic soup’ behandelt, en die de OU op verzoek van het UNEP (het Verenigde Naties Milieuprogramma) heeft ontwikkeld. De UNEP wilde op deze manier kennis over plastic soep verspreiden en mondiaal het bewustzijn hierover vergroten.

Ansje beschrijft dat een team van ontwikkelaars in vier maanden een MOOC heeft ontwikkeld die uiteindelijk in Edcast -gebaseerd op OpenEdX- is uitgevoerd en waaraan 6500 deelnemers uit 54 landen hebben deelgenomen, met een zeer diverse voorkennis en achtergrond.

De ontwikkelaars hebben eerst een theoretische kader en didactisch ontwerp van de MOOC ontwikkeld. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat de plastic soep wordt veroorzaakt door iedereen, en niet bijvoorbeeld door één bedrijf of overheid (al zal Geert Wilders ongetwijfeld de islam hier ook de schuld van geven) .

Volgens Ansje is het daarom belangrijk mensen met elkaar in contact brengen en via netwerken voor veranderingen te zorgen. Massive open online courses kunnen daar een instrument bij zijn. Tegelijkertijd betekent dit dat een MOOC niet alleen over (wetenschappelijke) kennis over het milieu moet gaan, maar ook over onderwerpen als creativiteit en leiderschap. Deelnemers zouden via de MOOC meer inzicht moeten krijgen in hun eigen positie en in de mogelijkheden om vanuit de eigen positie en rol grip te krijgen op het vraagstuk.

Door middel van veel cases ontwikkelden deelnemers niet alleen kennis over het milieuonderwerp, maar bijvoorbeeld ook over de economische gevolgen ervan. De MOOC bestond verder uit twee delen: een leadership track van twee weken (studielast 5 uur per week, afgesloten met een uitgebreid tentamen) en een expert track van acht weken (afgesloten met een opdracht die individueel of in een groep wordt uitgevoerd).

De eerste resultaten van de evaluatie zijn zeer positief: bijna alle deelnemers zouden de MOOC aan iemand anders aanraden. Het is uiteraard lastig om te meten of deze MOOC daadwerkelijk heeft bijgedragen aan een groter milieubewustzijn.

Verder blijkt dat de MOOC over “Marine Litter” een mooie combinatie is van onderzoek, onderwijs en valorisatie. De ontwikkelde MOOC zal ook worden opgenomen in het reguliere curriculum van de opleiding natuurwetenschappen van de OU.

Het tijdschrift OnderwijsInnovatie bevat nog meer interessante artikelen, zoals:

  • De voorzitter van een speciale adviescommissie over meer flexibel deeltijdonderwijs, Pim Breebaart, waarschuwt bijvoorbeeld voor verschraling van het onderwijs als we ons met name gaan richten op het toepassen van vaardigheden. Er zou juist ook meer aandacht moeten komen voor vorming en reflectie op de beroepspraktijk. Een smalle focus op specifieke vaardigheden beperkt volgens Breebaart de mobiliteit en kansen van werkenden.
  • Promotieonderzoek van Jérôme Gijselaers laat zien dat te weinig slaap, ongezond eten en onvoldoende beweging geen relatie hebben met leerprestaties en het cognitief functioneren van volwassen studenten in het afstandsonderwijs. Dit is opvallend omdat dergelijke aspecten wel voorspellend zijn voor de leerprestaties van kinderen en pubers in traditioneel onderwijs.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *