Massive Open Online Courses (MOOC’s) zijn overduidelijk de “new kid on the block” op het gebied van technology enhanced learning. Volgens MOOCS: 12 Reasons for universities not to panic moeten universiteiten echter niet als een dolle stier achter deze ontwikkeling aan hollen.
De auteur noemt MOOC’s groot en uitdagend. Toch meent hij dat er geen reden is voor paniek. Er is bijvoorbeeld nog geen doordacht business model, het scouting-achtige badges systeem is geen volwaardige manier van certificering, er is heel wat aan te merken op de kwaliteitszorg en er is geen sprake van academische standaarden.
Verder bekritiseert hij de hoge mate van verspilling (uitval), is volgens hem content nog geen onderwijs en kun je pas MOOC’s starten als je universiteiten hun docenten daarvoor beschikbaar stellen. Ook is de Britse Open Universiteit niet in paniek, terwijl zij zouden juist last moeten hebben van MOOC’s.
Allemaal waar. Voor paniek is geen reden. Aan de andere kant moet je ook je kop niet in het zand steken. De auteur geeft bijvoorbeeld aan dat MOOC’s nu lerenden bereiken die traditionele instellingen voor hoger onderwijs niet bereiken. Ook kan de dienstverlening aan studenten best nog worden verbeterd.
MOOC’s zijn een betrekkelijk nieuw fenomeen. Je moet niet kijken naar wat ze zijn, maar wat ze kunnen worden. Onderwijsinstellingen zullen dan positie moeten kiezen. Gaan we zelf met MOOC’s experimenteren? Gaan we samenwerken en aanvullende services aanbieden? Doen we beiden?
Tip van Peter Sloep.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie