De overdreven aandacht voor massive open online courses is inmiddels wel voorbij. Tijd om eens nuchter terug en vooruit te blikken?
Via een tweet van Pedro de Bruyckere (@theband) werd ik geattendeerd op een nuchter artikel over massive open online courses in het Vlaamse studentenblad Veto.
Een groot deel van deze bijdrage bevat weinig nieuws als je deze ontwikkeling de afgelopen jaren hebt gevolgd. Auteur Simon Grymonprez belicht namelijk onder meer de ontstaansgeschiedenis met de te hoog gespannen verwachtingen. Zo is de voorspelling dat het hoger onderwijs zal worden ‘ontwricht’ dankzij MOOCs, niet uitgekomen.
Ook schrijft hij over de bekende kritiek op didactiek, de bereikte doelgroep, de uitval, de niet-ingeloste democratiseringsbelofte maar ook over de potentie (zoals flexibilisering van het onderwijs). Verderop in het artikel wordt beschreven dat MOOCs ook onderzoeksdata opleveren die gebruikt kunnen worden ter verbetering van online leren.
Een deel van die kritiek kan wat mij betreft op z’n minst inmiddels genuanceerd worden. Zo is sprake van een grote didactische diversiteit binnen MOOCs, en kun je ook concluderen dat je uitval uit MOOCs niet zo maar mag vergelijken met uitval uit reguliere cursussen (o.a. in verband met een heel andere motivatie om te participeren).
Grymonprez stelt terecht dat het blinde enthousiasme voor MOOCs heeft plaatsgemaakt voor realisme. Daar hoort volgens hem ook een gezond business model bij, dat aanvankelijk ontbrak. Universiteiten betalen bij edX een eenmalige licentie en moeten minimaal vier MOOCs per jaar ontwikkelen en aanbieden. Gebruikers betalen dan minimaal 50 dollar voor een officieel certificaat. De instelling ontvangt daar volgens de auteur 30-50% van.
Verder valt op dat de ontwikkeling van een MOOC goedkoper is geworden doordat de expertise intern is verbeterd. Zo kost de ontwikkeling van een MOOC van de KU Leuven nu 20-40 k in plaats van 50-100 k, twee jaar geleden (al zijn er MOOCs die duurder zijn wat betreft ontwikkelkosten).
De ontwikkeling wordt bovendien gefinancierd uit projectmiddelen die de universiteit heeft verworven. Hierdoor zou nu sprake zijn van een meer gezond en realistisch verdienmodel.
Persoonlijk vraag ik me nog steeds af of financiering via certificering daadwerkelijk duurzaam zoden aan de dijk zet. Als een cursus € 30.000 kost dan heb je bij een opbrengst van €50/2 per certificaat 1200 betalende deelnemers nodig. Hoeveel MOOCs hebben dat aantal? En hoe lang kunnen MOOCs nog via projecten of bijvoorbeeld disseminatiegelden gefinancierd worden.
Het hergebruiken van leerinhouden of het omvormen van MOOCs tot gewone online cursussen (bijvoorbeeld ‘op maat’) bieden volgens mij meer structurele financieringsmogelijkheden.
De auteur wijst ook op het bekende argument van de Westerse dominantie van MOOCs (“MOOCs als neokoloniaal vehikel” en “implementatie van wat soms ‘vals (westers) universalisme’ wordt genoemd”). Instellingen als de Wereldbank of het IMF zouden onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden dwingen om Westerse onderwijsmethoden over te nemen, terwijl deze methoden cultuurgebonden ingevoerd zouden moeten worden. Persoonlijk kan ik dit laatste niet hard maken.
Simon Grymonprez noemt het “Achteraf gezien misschien maar goed ook” dat een universiteit als de KU Leuven afwachtend is geweest met MOOCs. Net als Oxford dat pas recent heeft besloten te zullen participeren in edX. Hij durft de voorspelling aan dat de MOOCs “hun groeipijnen” zullen overwinnen, en aangepast ingebed zullen worden binnen reguliere curricula. Ook denkt hij dat deze manier van online leren een impuls zal geven aan een leven lang leren.
Ik denk dat hij daar gelijk in heeft, en heb daar ook vaker over geschreven. MOOCs zullen de komende jaren een ‘blijverdje’ zijn, al zijn we de hype -gelukkig- voorbij. Naast MOOCs kennen we dan andere vormen van ‘open education’ en van technology enhanced learning in het algemeen. De MOOC-ontwikkeling heeft de afgelopen jaren online en ‘blended’ leren overigens wel op de ‘bestuurlijke kaart’ gezet. En dat is winst. Het is te hopen dat bestuurders, nu MOOCs de overdreven verwachtingen niet hebben waargemaakt, geen terugtrekkende bewegingen gaan maken ten aanzien van ICT en leren. Of, erger, een de volgende hype kiezen.
Simon Grymonprez stelt terecht dat MOOCs niet hebben geleid tot een ‘disruptieve innovatie’, met grote impact op het hoger onderwijs. Opvallend is dat hij daarbij geen relatie legt met andere trends zoals die van ‘microcredentialling’. Als lerenden bij verschillende organisaties kunnen studeren, en ook andere leerinspanningen gevalideerd kunnen krijgen, dan kan dit wel leiden tot een flinke transformatie van het hoger onderwijs. Zoals ik in het redactioneel van het meest recente trendrapport (pdf) van SURFnet echter schrijf, is daar meer voor nodig dan de adoptie van trends op het gebied van leertechnologie.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie