Scholen kunnen over steeds geavanceerdere software beschikken om het online gedrag van hun leerlingen te monitoren. Een goede zaak?
In de Verenigde Staten zijn er staten die steeds strengere wetten maken waarin scholen verantwoordelijk worden voor het monitoren van het online gedrag van leerlingen, en het voorkomen van zaken als cyberpesten. Tegelijkertijd verbergt 70% van de jongeren hun online gedrag voor ouders en scholen. Bovendien maken mobiele technologie en de intensiteit en diversiteit in het gebruik van sociale media het monitoren van dit gedrag erg complex.
Schoolhoofd Mark Anderson schrijft over onderwijssoftware die het mogelijk maakt om het gebruik van sociale media te monitoren. Het gebruik van sociale media wordt dan aan het dashboard toegevoegd. De software analyseert eerst bepaalde trefwoorden. Vervolgens selecteert de applicatie aanpalende woorden en identificeert het de zinsbouw. Tenslotte berekent de software de intensiteit van de bedreiging, en categoriseert deze naar thema’s als ‘pesten’ of ‘zelfmoord’.
Pas daarna wordt een medewerker van de school genotificeerd. Dat betekent dat geen medewerker van de school bijvoorbeeld Facebook-pagina’s bekijkt. Dat gebeurt dus automatisch.
De ingebruikname van de software is gepaard gegaan met veel voorlichting. Ouders en leerlingen geven aan of ze willen dat het online gedrag wordt gemonitord.
Dit bericht illustreert dat we over steeds geavanceerdere middelen beschikken om online gedrag te monitoren. Het risico bestaat natuurlijk dat we deze data ook voor andere doelen gaan gebruiken (bijvoorbeeld gebruik sociale media in relatie tot studieresultaten), en dat leerlingen en ouders sociale druk voelen en niet meer vrij kunnen beslissen om hier wel of niet aan mee te doen.
Toch ben ik niet tegen het gebruik van dergelijke software, als dit deel uit maakt van een totaal pakket waar ‘mediawijsheid’ een belangrijk deel van uit maakt. Bovendien kan een gedegen implementatie van dergelijke software ook de awareness ten aanzien van zaken als cyberpesten, grooming, sexting en zelfmoord onder jongeren bevorderen. Verder is het belangrijk dat de school vooral de dialoog met jongeren aangaat als men risico’s signaleert. Uiteraard is het van belang dat je transparante regels opstelt over het gebruik van de software, en dat je je daar aan houdt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie