Marcel Mutsaarts publiceerde afgelopen zondag een LinkedIn-bijdrage waarin hij beargumenteerde dat Copilot eigenlijk een “gecastreerde versie” is van ChatGPT. Hij pleit ervoor om docenten en lerenden de beste applicaties op AI gebied te geven (zoals de betaalde versie van ChatGPT of Claude). Bij het selecteren van applicaties spelen echter ook andere argumenten een rol.
Vooropgesteld: Marcel laat duidelijk zien dat ChatGTP4o in bijna alle gevallen beter presteert dan Copilot. Vermoedelijk komt dat omdat Copilot toch gebruik maakt van een minder krachtige versie van ChatGPT dan ChatGPT zelf. Hij concludeert:
Copilot is een gecastreerde versie van ChatGPT. Copilot is echt wel bruikbaar voor bepaalde taken, het is zeker geen straf om ermee te werken. Maar als we in het onderwijs echt aan de slag willen met de kracht van generatieve AI om ons onderwijs te verbeteren, zowel aan de docentkant als aan de kant van de leerling/student, dan is het gebruik van ChatGPT of een vergelijkbaar krachtig model als Claude echt veel wenselijker. (…)
Beste onderwijsbestuurders. Faciliteer docenten en leerlingen/studenten in het gebruik van de beste applicaties op AI gebied. Niet bang zijn, gewoon doen!!!
Beste collega’s. Accepteer niet te makkelijk wat je organisatie je geeft op dit gebied. Durf te vragen. Niet bang zijn, gewoon doen!!!
Ik snap Marcel’s betoog. Toch kies ik een meer genuanceerd perspectief. Bij het maken van een keuze tussen applicaties spelen er namelijk meer factoren mee dan alleen de kwaliteit van de output of het gebruikersgemak. Vanzelfsprekend spelen ook de kosten een rol. De kosten voor Copilot zijn waarschijnlijk aanzienlijk lager dan de kosten van ChatGPT. Onderwijsinstellingen, opleidingsafdelingen en arbeidsorganisaties hebben waarschijnlijk al een overeenkomst afgesloten met Microsoft, de eigenaar van Copilot. Onderdeel van die overeenkomst is een verwerkersovereenkomst waarin is vastgelegd hoe omgegaan wordt met persoonsgegevens. De betaalde versies van ChatGPT en Claude zijn een stuk duurder, en bij de ‘gratis’ versie betalen gebruikers met hun persoonsgegevens. Jij bent immers het product, een een product ‘gratis’ is. En als je voor elke gebruiker een geanonimiseerd account beschikbaar wilt stellen, dan worden de beheerskosten erg hoog.
Behalve kosten zijn er nog andere factoren die een rol spelen bij het maken van een keuze tussen generatieve AI-toepassingen:
- Ondersteuning. Stel je wilt de generatieve AI-applicatie integreren met bestaande software, en je stuit op problemen. Kun je dan terecht bij een helpdesk van OpenAI of Anthropic?
- Publieke waarden. Ik ben op zich geen groot fan van Microsoft. Maar het onderwijsveld heeft met Microsoft in elk geval afspraken gemaakt over beveiliging van persoonsgegevens en privacy. Met de leveranciers van ChatGPT en Claude bestaan die afspraken, die worden vastgelegd in een verwerkersovereenkomst, vooralsnog niet. Je voldoet op dit moment in elk geval niet aan de AVG als je lerenden op naam een Claude- of ChatGPT-account verstrekt. Je kunt als organisatie overigens wel een verwerkersovereenkomst met OpenAI afsluiten. Maar alleen onder hun voorwaarden. Bedrijven als Anthropic en vooral OpenAI hebben tot dusver ook geen blijk gegeven van het belang van publieke waarden en ethische normen. En zoals ik gisteren al schreef: met Trump opnieuw aan het bewind, zal op het gebied van digitalisering vooral sprake zijn van deregulering en veel vrijheid voor tech bedrijven. Ik heb weinig hoop dat je afspraken kunt maken met een bedrijf als OpenAI als het gaat om publieke waarden.
- Van de regen in de drup als het gaat om big tech. De opkomst van generatieve AI heeft geleid tot een nieuwe generatie ‘big tech’-bedrijven zoals OpenAI, waar we afhankelijk van dreigen te raken. OpenAI heeft heel sluw het ‘first mover’-voordeel weten te verkregen. Dat ging echter ten koste van zorgvuldigheid. Moeten we dat belonen?
Ik wil hier ook de vergelijking trekken met de keuze van instellingen voor propriëtaire systemen boven open source alternatieven. Als het gaat om gebruikersvriendelijkheid dan leggen open source systemen het vaak af tegen het eerste type systemen. Open source systemen zijn meestal echter sterker als het gaat om het onderstrepen van publieke waarden. Omdat onderwijsinstellingen gebruikersgemak laten prevaleren boven publieke waarden, en omdat er hardnekkige vooroordelen leven ten aanzien van open source software, domineren propriëtaire systemen zoals Microsoft 365 boven open source varianten.
We moeten m.i. dan ook naar meer factoren kijken dan naar gebruikersvriendelijkheid en kracht als het gaat om de keuze voor generatieve AI-toepassingen. Kijk in elk geval bij het maken van een keuze verder dan alleen kracht en gebruikersgemak. Stel gerust een aantal instellingsaccounts voor ChatGPT en Claude beschikbaar. Maar vraag je af je grote groepen docenten en lerenden de beste applicaties op AI-gebied ter beschikking wilt stellen, of dat andere factoren tot een andere keuze leiden. We dreigen anders weer afhankelijk te worden van een nieuwe generatie ‘big tech’-bedrijven.
Bovendien geldt dat, als we weer kiezen voor de meest krachtige en gebruikersvriendelijke AI-applicaties, lokaal geïnstalleerde large language modellen of initiatieven als GPT-NL waarschijnlijk nooit een kans van slagen zullen hebben. Een systeem als GPT-NL zal nooit kunnen opboksen tegen big tech-organisaties waar miljarden dollars worden geïnvesteerd in de ontwikkeling.
Nota bene: als individu maak ik ook gebruik van de betaalde versie van ChatGPT en Claude. Er is echter een verschil of je als organisatie deze applicaties beschikbaar stelt aan grote groepen gebruikers of dat je als individu deze toepassingen gebruikt.
Mijn bronnen over (generatieve) artificiële intelligentie
Deze pagina bevat al mijn bijdragen over (generatieve) artificiële intelligentie, zoals ChatGPT.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie