Er is niet alleen discussie over het nut van smartphones in de klas, ook de zinvolheid van laptops tijdens de les wordt betwijfeld. Wat zijn argumenten voor, wat zijn argumenten tegen?
Docent Lexi Lieberman zet de argumenten voor en tegen het gebruik van laptops in de klas op een rij. Hij richt zich daarbij op het hoorcollege.
Argumenten voor
- Lerenden kunnen online aanvullende informatie opzoeken en delen, of feiten controleren. Zij kunnen bijvoorbeeld woorden opzoeken of de spelling van termen en namen checken.
- Lerenden sparen kosten voor printen als zij notities en hand outs online beschikbaar hebben. Een laptop moeten ze meestal toch al hebben voor hun studie. Je spaart ook papier. En je hebt alle relevante materialen op één plek bij elkaar.
- Er zijn lerenden die beter aantekeningen maken op een laptop dan met de hand. Zij typen bijvoorbeeld sneller dan zij schrijven. Ook zijn zij eerder geneigd getypte aantekeningen terug te lezen dan handgeschreven notities (beter leesbaar).
- Je kunt als docent je lessen interactiever maken (peilingen, korte opdrachten, onderzoekjes).
Argumenten tegen
- Laptops zijn een bron van afleiding. Als je informatie tijdens een college opzoekt, mis je de inhoud van een college. Dikwijls zijn lerenden ook met dingen bezig die niets met de les van doen hebben.
- Laptops zijn ook een bron van afleiding voor andere studenten als zij op het scherm naast hen opeens een video zien. Docenten worden afgeleid als zij aankijken tegen een zaal die oog heeft voor een beeldscherm, en niet voor hen. Docenten worden vooral afgeleid bij een kleinschaliger bijeenkomst.
- Er zijn studies bekend waaruit blijkt dat handgeschreven aantekeningen tot betere leerresultaten leiden dan getypte aantekeningen (je moet gerichter en actiever informatie verwerken).
- Volgens Lieberman is het belangrijk te erkennen dat lerenden voor elke minuut in de klas betalen en dat elke lerende een eigen voorkeur heeft om te leren. Als werken met laptops voor hen werkt, geef hen dan het voordeel van de twijfel, meent hij.
Lieberman verhaalt ook van een hoogleraar die onderwijsassistenten achter in de zaal liet plaatsnemen om te controleren wat lerenden met hun laptop deden. Als één student iets anders deed dan aantekeningen maken, werd een bel geluid. Alle lerenden moesten dan enkele minuten hun laptop dicht doen. Het resultaat was dat lerenden zich als vee behandeld voelden.
Mijn opmerkingen:
- Hoe erg is het dat je soms iets mist van een college omdat je aanvullende informatie opzoekt? Je onthoudt ook een klein deel van wat je hoort.
- Laatst las ik dat je lerenden maar beter kunt leren hoe zij op een goede manier aantekeningen kunnen maken met een laptop. Aantekeningen typen is immers gangbaar.
- Door afwisselende leeractiviteiten te gebruiken, leidt je lerenden af en kun je voorkomen dat zij laptops voor andere dingen gebruiken dan voor leren.
- Ik heb lerenden wel eens gevraagd de klep dicht te doen door een slide met een dichtgeklapte laptop te tonen. Daarmee voorkom je afleiding. Maar daarmee voorkom je ook dat leerlingen aantekeningen kunnen maken.
- Afleiding is van alle tijden. Het afleiden van anderen is m.i. echter het grootste nadeel van het gebruik. Door uit het raam te staren stoor je anderen niet.
- Aantekeningen maken is vooral effectief bij een gemiddeld voorkennisniveau (bron; pdf).
- Een slechte lerende wordt geen goede lerende als hij opeens op papier aantekeningen gaat maken. Een goede lerende wordt geen slechte lerende als hij een laptop gaat gebruiken (bron). Zou het typen van aantekeningen het verschil maken tussen een onvoldoende en voldoende?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Beste Wilfred,
Helaas klopt er heel weinig van jouw sluitende opmerkingen.
-Hoe erg is het dat je soms iets mist van een college omdat je aanvullende informatie opzoekt? Je onthoudt ook een klein deel van wat je hoort.
1) Was het maar zo dat men op zoek was naar aanvullende info; 60-75% van tijd online in de les wordt besteed aan alles behalve wat er gaande is in de les. 2) Meen je echt dat je enige waarde hecht aan de leerpiramide?
-Laatst las ik dat je lerenden maar beter kunt leren hoe zij op een goede manier aantekeningen kunnen maken met een laptop. Aantekeningen typen is immers gangbaar.
Ja maar men typt even snel als de docent praat. Lerende verwerkt de stof bij het maken van aantekeningen (oren in, vingers uit) en dus wordt er niet geleerd.
-Door afwisselende leeractiviteiten te gebruiken, leidt je lerenden af en kun je voorkomen dat zij laptops voor andere dingen gebruiken dan voor leren.
Blijkt dat ongeacht wat er in de les gebeurt, circa 60-75% van de tijd dat men met een notebook bezig is heeft niets met de les te maken.
-Ik heb lerenden wel eens gevraagd de klep dicht te doen door een slide met een dichtgeklapte laptop te tonen. Daarmee voorkom je afleiding. Maar daarmee voorkom je ook dat leerlingen aantekeningen kunnen maken.
Ooit van pen en papier? Deel je slides uit met 3 op een pagina (rechts zijn zelfs lijnen dan voor aantekeningen) en breng een voorraad pennen mee!
-Afleiding is van alle tijden. Het afleiden van anderen is m.i. echter het grootste nadeel van het gebruik. Door uit het raam te staren stoor je anderen niet.
KLopt. Afleidig door laptop in de les (50% zeggen afgeleid te zijn!) is vergelijkbaar met passief roken. De ene kan de persoon doden, de andere het leren (matehmathnatic).
-Een slechte lerende wordt geen goede lerende als hij opeens op papier aantekeningen gaat maken. Een goede lerende wordt geen slechte lerende als hij een laptop gaat gebruiken (bron). Zou het typen van aantekeningen het verschil maken tussen een onvoldoende en voldoende?
Ja! Een slechte lerende leert meer door aantekeningen met pen en papier dan op de laptop. Ook wordt de slechte lerende niet aggeleid / in de verleiding gebracht om iets anders te doen. Een goede lerende leert meer door aantekeningen te maken met pen en papier, dus de laptop is mathemathantisch.
paul
Dag Paul,
Dank voor jouw uitgebreide commentaar. Hier mijn reactie.
1. Als tweederde tot driekwart van de online tijd niet onderwijsgerelateerd wordt besteed, dan is dat een probleem. Dat ontken ik ook niet. Ik had het over het tegenargument dat je informatie mist doordat je opzoek bent door aanvullende informatie. Verder moeten we de zinvolheid van veel ‘lectures’ niet overschatten. Ik baseer me daarbij niet op de mythe van de leerpiramide, maar op de ‘Forgetting Curve’ en op de metastudie van Freeman cs. Uiteraard heb je goede lectures en slechte lectures. Net zo goed als dat je leertechnologie goed en slecht kunt inzetten.
2. Het probleem met aantekeningen typen is m.i. tweeledig. Het eerste is het oren in, vingers uit-principe. Daar valt weinig aan te doen. Het tweede is het letterlijk overnemen van wat gezegd wordt, in plaats van het actief verwerken. Dat laatste is wel te leren. Ik vind mezelf daar eerlijk gezegd een voorbeeld van, al heeft het me wel veel gezwoeg gekost. Tegelijkertijd maak ik veel meer dan vroeger gebruik van mijn getypte aantekeningen. Ok, anekdotisch bewijsmateriaal. Het nuanceert in elk geval de stelling dat je van aantekeningen typen, niet leert.
3. Ik vind het een pedagogische opdracht om jongeren te leren hoe zij wijs om kunnen gaan met technologie. Als 60-75% van de online tijd niets met de les te maken heeft -hoe interessant die les ook is- dan is er nog veel werk te doen. Nota bene: hoe zit dat bij virtual classrooms?
4. Is er onderzoek gedaan naar het gebruik van geprinte slides? Ik vind het nogal zonde van het papier en heb twijfels over de effectiviteit.
5. Ik heb juist begrepen dat het maar de vraag is of de effecten zo negatief zijn dat het leren wordt ‘gedood’. Er is een verschil tussen negatieve gevolgen en ‘dodelijk’ zijn. Zijn de studieresultaten vandaag de dag zo veel slechter dan twintig jaar geleden?