Moeten we Bloom’s taxonomie omkeren?

De taxonomie van Bloom is een vaak toegepast concept binnen onderwijsontwikkeling. Oorspronkelijk ontwikkeld in de jaren vijftig, maar rond 1990 herzien. Volgens Shelley Wright deugt de (herziene) taxonomie van Bloom echter niet. Zij stelt voor deze taxonomie om te keren. Ik vraag me af of dit geen heilloze weg is.

Bloom’s taxonomie beschrijft niet alleen verschillende cognitieve vaardigheden, maar veronderstelt ook een bepaalde volgordelijkheid en toenemende complexiteit. Je kunt kennis volgens Bloom cs bijvoorbeeld pas toepassen, nadat je de stof hebt begrepen. Je kunt pas analyseren nadat je kennis hebt toegepast, en pas creëren na analyse en evaluatie.

Het gevolg is volgens Wright dat veel docenten zich vooral richten op het onthouden en begrijpen van leerstof, met als gevolg: saai onderwijs:

We end up with rote and boring classrooms. Rote and boring curriculum. Much of today’s standardized testing rigorously tests the basement, further anchoring the focus of learning at the bottom steps, which is not beneficial for our students.

Volgens haar zou meer nadruk moeten liggen op creëren, op creativiteit. Zij stelt voor om de piramide van Bloom om te keren, en met het creëren te beginnen. Volgens haar werkt dat met tal van vakgebieden. In Flip This: Bloom’s Taxonomy Should Start with Creating geeft zij daar een aantal voorbeelden van (zoals voor scheikunde en Engelse taal).

Wright heeft gelijk als zij wijst op deze beperking van Bloom’s taxonomie, ook van de herziene versie (en van de digitale versie). Bloom richtte zich met deze taxonomie echter vooral op cognitieve vaardigheden, en niet echt op creatieve vaardigheden zoals die bij mediavakken en -projecten voorkomen (één van Wright’s voorbeelden). Desalniettemin kun je ook bij andere onderdelen starten met creëren of experimenteren. Want dat is volgens mij waar het bij Wright om gaan, al doende leren. Zie ook mijn blogpost van vanochtend over een didactisch model voor de flipped classroom.

Ik zie weinig heil in een generiek pleidooi om een andere volgorde van de taxonomie te hanteren. Wat in de ene situatie werkt, hoeft nog niet in de andere situatie te werken. Bovendien hebben lerenden vaak verschillende voorkeuren voor manieren van leren (geen leerstijlen!) en kan afwisseling juist motiverend werken.

Het is dus belangrijk om de verschillende cognitieve vaardigheden te onderscheiden, en binnen specifieke contexten keuzes te maken voor de volgorde waarin deze worden uitgevoerd. Daarbij is volgens mij wel sprake van samenhangende cognitieve vaardigheden (je kunt volgens mij pas evalueren na het analyseren).

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

5 reacties

  1. Grotendeels met jou eens Wilfred, maar iets anders. Een taxonomie geeft, per definitie, superceeding en subsuming concepts (denk aan die van Linnaeus) en is hierarchisch gebouwd. Andere paradigma’s kunnen wel maar een omgekeerde taxonomie gaat moeilijk.

  2. Dank voor je verhelderende toevoeging.De auteur had dus een feite een nieuwe taxonomie moeten ontwikkelen. En dat doe je niet zo maar.

  3. Dag Wilfred, interessante discussie. Ik ben het grotendeels met je eens en wat ik het meest interessant vind is de omkering in aanpak die het bij de meeste docenten te weeg zou kunnen brengen. niet per definitie beginnen bij kennis maar eerst bij creativiteit. Interessant perspectief om over na te denken. Bedankt voor de tip: Muriel

  4. Dag Wilfred,
    Goed om dit weer eens aan te kaarten. Nee, ik zou het niet omkeren, want Bloom volgt wel de natuurlijke ontwikkelingslijn. Echter, op alle niveaus en in alle typen onderwijs kun je de verschillende niveaus van vragen gebruiken. Je kunt ze dus naast elkaar gebruiken, afhankelijk van de situatie en het soort leerstof.
    Je geeft zelf al het knelpunt aan, docenten focussen voornamelijk op ‘kennis’ en ‘begrijpen’. Daarvoor zijn ook gemakkelijk vragen te bedenken, die schudden we uit ons mouw. Kennis ’toepassen’ wordt al lastiger om open vragen voor te bedenken, laat staan ‘analyseren’ en ‘synthetiseren’. Daarvoor moet je buiten de kaders (het schoolboek?) denken en je goed voorbereiden. Het is wel mogelijk, zelfs op de basisschool kun je kinderen al synthese vragen voorleggen: Kijk hier eens goed naar. Wat zou je kunnen verbeteren? Wat zou er gebeuren als….? Hoe zou je … aanpassen of wat zou je doen om….
    Deze prikkelende vragen doen een beroep op creativiteit van de leerling, zij moeten namelijk delen van elementen (kennis, ervaring) combineren. Deze vragen scherpen de geest en toetsen impliciet verworven kennis en ervaringen.
    Als we eens beginnen met in iedere les minstens één vraag uit iedere categorie op te nemen.
    Laat leerlingen bijvoorbeeld vaker een waardeoordeel geven over de les, de leerstof die net is behandeld, opdrachten in het boek enzovoorts. Kun jij aangeven waarom je …. afwijst? Wat zou je beter vinden? Ben je het eens met……? En jij Kees, ben jij het eens met Jolanda die vindt dat…..
    Ik zie op scholen dat dit in de bovenbouw van het VO wel plaatsvindt, maar daar zouden we veel eerder mee kunnen starten.

  5. Dank voor deze uitgebreide en zinvolle toevoeging. Volgens mij zou dit ook gevolgen moeten hebben voor het beoordelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *