Moeten ontwikkelaars van educatieve technologie neurowetenschappen omarmen?

Er is de laatste jaren op het gebied van technology enhanced learning veel aandacht voor de toepassing van bevindingen uit neurowetenschappelijk onderzoek. Volgens Matthew Lynch gaat educatieve technologie zelfs pas werken als ontwikkelaars neurowetenschappen omarmen. Dat is echter nog maar de vraag.

Lynch wijst op een aantal ‘significante bijdragen’ die neurowetenschappelijke studies zouden hebben opgeleverd voor leren en onderwijs. Hij wijst daarbij op het voortbouwen op reeds aanwezige kennis, ‘gespreid leren’ en ‘retrieval practice’. Door deze bijdragen toe te passen kan het leren van lerenden op grote schaal worden verbeterd, meent Lynch.

Will Thalheimer stelt echter dat deze ‘resultaten’ voortvloeien uit ouder cognitief psychologisch onderzoek. Neurowetenschappers bevestigen op het gebied van leren en ontwikkelen vooral datgene wat we al wisten. Thalheimer haalt mensen als Daniel Willingham en John Medina aan die wijzen op de beperkte praktische toepasbaarheid van neurowetenschappen voor onderwijs en opleiden.

Dat komt deels ook omdat we nog relatief weinig over het brein weten en het lastig is kennis over het brein te vertalen in voorschriften. Of zoals een neurowetenschapper tijdens de Online Educa Berlijn van 2009 stelde: neurowetenschappers geven geen voorschriften voor onderwijsontwerp, alleen beschrijvingen.

Thalheimer houdt voor de toekomst overigens nog een slag om de arm als hij concludeert:

The bottom line is that neuroscience does NOT, as of yet, have much guidance to provide for learning design in the workplace learning field. This may change in the future, but as of today, we cannot and should not rely on neuroscience claims to guide our learning designs!

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *