Kinderen zouden al op jongere leeftijd moeten leren hoe hun hersenen werken. Daardoor leren zij beter hoe zij leren. Is kennis van de werking van hersenen dan voorwaardelijk voor het ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden?
Kinderen leren al vanaf jonge leeftijd hun lichaam kennen. Dat geldt echter niet voor hun hersenen. Dat komt onder meer doordat zij de werking van hun hersenen niet kunnen waarnemen. Kinderen weten daardoor bijvoorbeeld niet dat hersenen ook belangrijk zijn voor zien, horen, ruiken en voelen. Onderzoek laat zien dat kinderen dit wel op jonge leeftijd kunnen leren.
In What Kids Should Know About Their Own Brains wordt ook gesuggereerd dat kinderen ook beter gaan leren als zij op jonge leeftijd leren over de plasticiteit van het brein.
Zij gaan daardoor de betekenis zien van moeite doen en uitproberen. Kinderen leren constructief omgaan met fouten en tegenslagen, en zullen meer gemotiveerd zijn om vol te houden tot zij het niveau van ‘meesterschap’ bereiken, zo meent de auteur.
Volgens de auteur blijkt namelijk dat houding en gedrag van kinderen ten aanzien van presteren en falen al op vroege leeftijd zijn ontwikkeld. Inzicht in de werking van het brein vormt daarmee een voorwaarde voor de ontwikkeling van zogenaamde metacognitieve vaardigheden, die belangrijk zijn om effectief te kunnen leren.
Ik vraag me overigens af of het noodzakelijk is om kinderen op jonge leeftijd het verband te leren tussen het belang van moeite doen en oefenen, en de werking van het brein. Aandacht besteden aan hoe je effectief leert, is wat mij betreft belangrijker dan het kennen van complexe verbanden. Leidt het ‘kennen’ in dit geval niet te veel af van het ‘kunnen’? Zijn jonge kinderen in staat om deze abstracte verbanden te leren?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie