Michael Horn ziet in een recent Californisch onderzoek over e-learning in het onderwijs een bevestiging van zijn opvattingen over disruptieve, ontwrichtende, innovatie. Ik vind echter dat hij hierbij te eenzijdig een verklaring zoekt vanuit de theorie van ‘disruptive innovation’.
Het onderzoek van het California Learning Resource Network toont onder andere het volgende aan:
- 19% van de ‘basisscholen’ maakt gebruik van online of blended learning.
- 73% van het ‘voortgezet’ onderwijs maakt gebruik van online of blended learning.
- Het aantal fulltime online leerlingen steeg in een jaar tijd met 23% tot 24.383, terwijl het aantal leerlingen dat ‘blended’ leert met 17% toenam tot bijna 101.000
De wijze waarop blended learning wordt ingezet verschilt. Het rapport maakt een onderscheid tussen
- Rotation model – lerenden wisselen binnen een cursus online en face-to-face leren volgens een bepaald schema af. Het concept van de flipped classroom is hier een voorbeeld van.
- Flex model – lerenden volgen het grootste deel van hun cursussen op school, maar dan online. Docenten zijn beschikbaar voor ondersteuning.
- Self-Blend of A la Carte model – lerenden kiezen één of meer online cursussen in aanvulling op hun face-to-face onderwijs. De docent begeleidt dan ook online.
- Enriched Virtual School – lerenden leren online, maar komen naar school voor begeleidingsgesprekken met docenten.
- What is not virtual or blended learning – deelname aan aanvullende ‘e’-activiteiten die niet in voorgaande definities passen.
Binnen het voortgezet onderwijs worden het Self-Blend (48%), Rotation (39%), en Enriched Virtual (37%) model het meest gebruikt. Binnen het basisonderwijs is dat het Rotation-model met 80%.
Volgens Horn past het Rotation-model het beste bij duurzame innovatie, terwijl het Self-Blend model vooral matcht met ontwrichtende innovatie. Bij het basisonderwijs is volgens hem amper sprake van ‘nonconsumptie’ (een belangrijk aspect van ontwrichtende innovaties). Daarom is het ook logisch dat het Rotation-model daar het beste bij past. Binnen het voortgezet onderwijs is volgens Horn meer ruimte voor ontwrichtende innovaties, en dus voor andere modellen van blended en volledig online leren.
Je kunt de wijze waarop technologie in het onderwijs wordt ingezet echter niet alleen verklaren vanuit de theorie van ontwrichtende innovatie, en het vraagstuk van non-consumptie. Ik ben geneigd de verklaring veel eerder vanuit pedagogisch-didactische invalshoek te zoeken. Kijk naar je jouw context (o.a. de doelgroep) en de leerdoelen, al het gaat om de inzet van technology enhanced learning. Als je de mogelijkheid hebt om leerlingen naar school te laten komen, dan moet je dat vooral doen. Je moet vooral kijken waar bijeenkomsten goed in zijn, en waar online leren goed in is.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie