Mobiel leren op de werkplek: hoe het ook anders kan

Bij mobiel leren gaan we dikwijls uit van traditionele didactische paradigma’s. Bij het gebruik van mobiele technologie voor werkplek leren kunnen echter ook verrijkte didactische benaderingen gekozen worden waarbij geen sprake is van ‘push-leren’ maar ‘pull-leren’, en van content-creatie en content-delen in plaats van content-consumptie.

Via Graham Attwell werd ik geattendeerd op het 12-pagina lange concept-paper ‘Mobile learning in the workplace. Unlocking the value of mobile technology for work-based education‘ van Christoph Pimmer en Norbert Pachler.

Volgens de auteurs is er relatief weinig systematische kennis over de wijze waarop mobiele apparaten effectief kunnen worden gebruikt voor werkplek leren. Zij stellen dat e-learning ontwikkelaars vaak de neiging hebben om bestaande content geschikt te maken voor kleinere schermen, maar dat nog steeds traditionele behaviouristische en cognitivistische manieren voor leren worden toegepast. Zij citeren Marshall McLuhan die ooit stelde dat we vanuit een achteruitspiegel naar de huidige situatie kijken, en dat we achteruit de toekomst tegemoet treden. Er is sprake van gestandaardiseerde en ‘gepushte’ content, er is sprake van ‘learning for work‘, van individueel en formeel leren, volgens een cognitief en/of behaviouristisch paradigma.

Dit leidt tot gemiste kansen. In hun paper willen zij laten zien hoe het ook anders kan

by bridging (1) the creation and sharing of content; (2) learning for and learning at work; (3) individual and social forms of learning; (4) education across formal and informal settings, and (5) situated, socio-cognitive, cultural and constructivist educational paradigms.

Pimmer en Pachler proberen hun argumenten te onderbouwen met emprirische studies.

Voorbeelden van alternatieve didactische benaderingen zijn:

  • Boswachters die mobiele technologie gebruiken om digitale verhalen voor collega’s te ontwikkelen (actief kennis construeren en reflecteren op de praktijk).
  • Het bestuderen van bronnen van mini-cursussen op het moment dat men leervragen heeft (“infield performance support“). Pull in plaats van push.
  • De communicatiefaciliteiten van mobiele technologie gebruiken om ervaren collega’s te vragen om hulp, met name met de ‘zwakke connecties’ buiten je eigen team.
  • Het verstrekken van korte taken via SMS, waarbij deze taken op de werkplek moeten worden uitgevoerd. Daarbij moeten zij theoretische kennis toepassen, en vervolgens via sms aangeven hoe goed men in staat was om de taak uit te voeren. De auteurs noemen dit m.i. onterecht een voorbeeld van informeel leren.
  • Door medewerkers toegang te geven tot bronnen die hun ondersteunen hun werk goed te doen, vergroot je het zelfvertrouwen en reduceer je onzekerheid. Verder faciliteer je reflectieve praktijken (“reflection in action and on actio”n) door bijvoorbeeld ‘leerdagboeken’ te gebruiken met behulp van mobiele technologie.

Onderstaande tabel vat de bevindingen mooi samen.

tabelmobilelearning

De auteurs concluderen

in addition to sporadic, self-contained training, mobile devices can connect
and span different situations and forms of learning and, accordingly, support learners across various phases of their career trajectories.

Ik vind dit een bruikbare literatuurstudie op het gebied van mobile learning. Diverse cases uit verschillende branches komen aan bod. Ik mis wel zicht op de methodologie van de ‘empirische studies’. Daarnaast maken Pimmer en Pachler niet altijd expliciet wat zij met bepaalde theoretische begrippen bedoelen. Hun interpretatie van informeel leren bevreemd me, bijvoorbeeld.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *