E-coaching wordt al een tijd toegepast binnen de zorg en ook bij de begeleiding van professionals. Je ziet dat binnen het onderwijs online begeleiding ook aan populariteit wint, mede dankzij de adoptie van draadloos en breedband internet en dankzij laagdrempelige toepassingen zoals Skype. Volgens Pieter de Wit zijn er zes redenen waarom ‘hybride begeleiding’ kansen biedt voor het hoger onderwijs.
Hybride begeleiding bestaat dan uit een effectieve mix van (traditionele) face to face en online begeleiding. De Wit benadrukt dat de coachende rol van docenten -gericht op individuen en groepen- steeds belangrijker wordt. De redenen om hybride begeleiding toe te passen zijn:
1. Er kan voor meer diepgang worden gezorgd
Meer contactmomenten leiden tot een grotere betrokkenheid van lerenden. Je bent als docent in staat lerenden vaker te begeleiden. Dankzij het asynchrone karakter van internettoepassingen -zoals blogs- kun je ook beter nadenken over reacties wat de effectiviteit ook ten goede kan komen. Er is verder sprake van meer reflectietijd. Bovendien kun je reacties vaak nog eens terugkijken (ook dankzij opnames van synchrone sessies).
2. Binding wordt bevorderd
Dankzij hybride begeleiding voelen lerenden zich volgens De Wit meer erkend en gehoord, bijvoorbeeld als men stage loopt. Ook kun je meer recht doen aan individuele behoeften van bijvoorbeeld topsporters of lerenden met een functiebeperking. Door een meer intensieve begeleiding is sprake van een sterkere binding met de onderwijsorganisatie.
3. Efficiëntieverbetering
Succesvolle implementaties van hybride begeleiding laten volgens De Wit zien dat begeleiding minder tijd hoeft te kosten, terwijl de effectiviteit toeneemt:
Plots kon men meer ‘spelen’ met de duur van contactmomenten, de robuuste rooster-technische blokken waarop docenten beschikbaar moesten zijn voor begeleiding terwijl er juist dan net niemand kwam, het steeds weer moeten inlezen in dossiers vanwege de aanzienlijke tijd die tussen twee reguliere face to face begeleidingsmomenten zat, de tijd die het kostte om in een face to face gesprek ‘tot de kern’ te kunnen komen, reistijd in het geval van stage- en afstudeerbegeleiding, enzovoorts.
4. Begeleidingsprocessen kunnen meer worden gestructureerd
Bij hybride begeleiding wordt het begeleidingsproces meer in stukjes opgeknipt en beter verbonden met leerdoelen en leeruitkomsten over een bepaalde periode. Hierdoor ontstaat een meer uniform raamwerk voor structurele begeleiding.
5. Het bevorderen van afstemming tussen leerbedrijf en school
Dankzij hybride begeleiding ben je beter in staat om meer intensief contact te onderhouden met arbeidsorganisaties waar stage wordt gelopen (het leerbedrijf). Je kunt op die manier afstemming tussen leerbedrijf en school faciliteren, en op die manier de kwaliteit van begeleiding verbeteren. Pieter de Wit noemt dit “het op gang brengen van metacommunicatie” dat als neveneffect heeft dat de relatie met het beroepenveld ook verbetert. Bij internationale stages speelt dit argument al helemaal een grote rol.
6. Ervaring opdoen met online begeleiden
Lerenden zullen in de toekomst steeds vaker in aanraking komen met online begeleiden. Via hybride begeleiden op school doet men er al ervaring mee op.
Als je intensiever gaat coachen zonder dat je rol als instructeur verandert, dan betekent dit uiteraard een grotere belasting voor docenten. Het is daarom ook belangrijk om het instrueren meer te automatiseren, bijvoorbeeld via kennisclips en op termijn via kunstmatige intelligentie. Pieter de Wit suggereert in zijn inleiding dat ‘kennis’ beschikbaar is. Zo simpel is het natuurlijk niet. Er is veel informatie online te vinden. Maar dat is wat anders dan gerichte instructie.
De redenen die Pieter de Wit noemt zijn echter heel valide, en voor een groot deel ook relevant voor opleidingsinstituten en werkplek leren. Meer diepgang, meer binding, meer efficiëntie en een meer gestructureerde aanpak van begeleiding geven m.i. een impuls aan de kwaliteit van opleiden, onderwijs en coaching op de werkvloer.
Daarbij is het ook belangrijk om op te merken dat synchrone online begeleiding binnen het onderwijs ook erkend wordt als contacttijd (de regelgeving rondom contacttijd stamt nog uit een analoog tijdperk).
Een issue is overigens dikwijls dat applicaties voor synchrone online begeleiding redelijk hoge eisen stellen aan bandbreedte, en dat je deze toepassingen eigenlijk met een vaste internetverbinding moet gebruiken. Terwijl veel coaches en vooral veel jongeren bij voorkeur draadloze en mobiele technologie hiervoor willen inzetten.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie