Aangezien ik bijgepraat wilde worden over de onderwijscatalogus, heb ik hierover tijdens de conferentie voor Onderwijsvernieuwing en ICT een sessie van ROC De Leijgraaf gevolgd. Zo’n onderwijscatalogus kan onder meer het onderwijs transparanter maken. Maar zover is men nog niet.
Een onderwijscatalogus wordt gebruikt voor het ontwikkelen van onderwijs en het beheren hiervan. Het gebruiken van een onderwijscatalogus vraagt om een nieuw onderwijsmodel (fasering, overstapmomenten, standaarden zoals dezelfde lestijden of studielast). Er ontstaan dan bouwstenen waarmee lerenden onder begeleiding individuele leerplannen kunnen samenstellen. Frans Thijssen van De Leijgraaf typeerde het als ‘ministekken’. De bouwstenen zijn ook gekoppeld aan de kwalificatiedossiers.
Individuele leerplannen worden belangrijke bouwstenen voor het onderwijs. Per periode wordt afgesproken wat een leerlingen gaat doen. Het onderwijsaanbod heeft de vorm van referentiearrangementen. De onderwijscatalogus bevat dan planbare leereenheden met de nodige informatie (o.a. vereiste voorkennis). Soms kan overigens ook volstaan worden met summiere informatie. Een uitgangspunt is ook dat mensen en middelen breed inzetbaar zijn (niet alleen een bepaald vak verzorgen). Integratie van systemen is overigens een must. Met name de koppeling met een systeem van COLO (waar kwalificatiedossiers in zitten) vormt een ‘uitdaging’ (gezien alle veranderingen in het systeem van COLO).
Een belangrijk onderdeel van de catalogus is een studiewijzer die o.a. veel informatie bevat over kerntaken, werkprocessen en competenties waar in leereenheden aan gewerkt wordt (ook handig voor verantwoording). Daarbij worden ook leereenheden gepresenteerd die deel uitmaken van het individuele leerplan. Deelnemers van De Leijgraaf kunnen overigens nog geen individuele leerplannen samenstellen, maar maken gebruik van standaard referentiearrangementen. De Leijgraaf heeft wel al één ochtend in de week gereserveerd waar deelnemers keuzeaanbod kunnen volgen.
De Leijgraaf is bezig met het ontwikkelen en invoeren van een onderwijscatalogus. Dit instrument krijgt pas echt toegevoegde waarde als je op basis van referentiearrangementen individuele leerpaden kunt samenstellen.
Nota bene: als je uitgaat van voornamelijk face-to-face leren, en je wilt flexibilisering realiseren, dan moet je veel meer in een onderwijscatalogus vastleggen. Als je meer gebruik maakt van a synchroon online leren, dan is flexibilisering veel gemakkelijker te regelen (en hoef je minder vast te leggen).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie