Minder nadruk op content, meer nadruk op verbindingen. De toekomst van leertechnologie?

Julia Freeland Fisher van het Christensen Institute voorspelt in Connection over content: A new era for education technology een verschuiving in de toepassing van leertechnologie. Ontwikkelaars van leertechnologie zullen zich meer focussen op het faciliteren van verbindingen tussen personen dan op het ontsluiten van leerstof. Zij bespreekt onder andere enkele toepassingen en voordelen die ik van commentaar voorzie.

ConnectiesVolgens Freeland Fisher is tijdens de Coronacrisis heel duidelijk geworden dat applicaties zoals Zoom de nodige beperkingen hebben als het gaat om het aangaan van authentieke verbindingen. De relaties die lerenden op locatie hebben met medewerkers en vrienden, onder meer via spontane ontmoetingen, blijken in digitale omgevingen maar moeilijk te repliceren. Zij stelt dat de markt van leertechnologie de sociale kant van school grotendeels heeft genegeerd.

Ontwikkelaars van leertechnologie zouden zich dan ook niet alleen moeten richten op het ontwikkelen en distribueren van content, maar ook op het mogelijk maken van verbindingen.

Verdiepende verbindingen en nieuwe sociale netwerken zijn ook essentieel voor leren. Leertechnologieën die de nadruk leggen op verbindingen bieden volgens Freeland Fisher een mix van meer interactieve leerervaringen en verschillende vormen van virtueel mentorschap, loopbaanbegeleiding en ondersteuning.

De ontwikkeling van leertechnologie die inhoud leveren en tegelijk de verbondenheid bevorderen, kan problemen op het gebied van betrokkenheid en uitval bij online leren wellicht helpen reduceren, meent zij.

De auteur bespreekt in haar bijdrage voorbeelden van leertechnologieën die zich juist focussen op het faciliteren van verbindingen tussen mensen. Een voorbeeld is Engageli. Deze applicatie plaatst lerenden bijvoorbeeld rond tafels waar zij met elkaar kunnen chatten, aantekeningen maken bij screenshots van slides, aantekeningen delen en tegelijkertijd een college kunnen bijwonen. Lerenden kunnen vooraf opgenomen colleges samen met andere lerenden bekijken en bespreken.

Een ander voorbeeld is Along. Dit is een digitale reflectie tool die is bedoeld om lerenden beter te leren kennen. Docenten kunnen lerenden met behulp van video-, audio- en tekstberichten aanwijzingen en vragen sturen. Lerenden kunnen de docent rechtstreeks antwoorden met een korte video- of audio-opname of een tekstbericht. De tool geeft docenten ook tips over hoe ze kunnen bouwen aan wat onderzoekers “ontwikkelingsrelaties” noemen.

Julia Freeland Fisher stelt dat samenwerken en het leggen van verbindingen met medewerkers en andere lerenden kan leiden tot meer betrokkenheid en effectief leren. Dit is volgens haar echter niet de enige manier waarop leertechnologie verbindingen kan versterken. De grootste potentie is volgens haar ook het in contact kunnen komen met mensen die lerenden nog niet kennen. Daarbij doelt zij op externe mentors, ‘peers’ en experts uit het bedrijfsleven die normaliter niet toegankelijk zijn voor lerenden. Zij geeft daarbij ook aan dat docenten vanwege de docent-lerenden ratio niet toe komen aan intensief begeleiden. Technologie en virtuele verbindingen kunnen dan helpen. Daar zijn al voorbeelden van te benoemen:

  • Beyond 12 is een organisatie die samenwerkt met scholen om virtuele één-op-één coaching aan te bieden aan lerenden uit families met een laag inkomen, eerste generatie en historisch ondervertegenwoordigde studenten, om hen te ondersteunen bij hun studie.
  • Nepris biedt docenten een online marktplaats voor deskundigen die zij kunnen betrekken bij het onderwijs. Studenten kunnen deelnemen aan videochats met professionals.
  • Riipen helpt medewerkers om lerenden in contact te brengen met kortlopende projecten en stages van meer dan 4000 bedrijven.

Dankzij deze leertechnologieën, zo meent Freeland Fisher, kunnen lerenden hun netwerk radicaal uitbreiden en krijgen zij toegang tot zinvolle relaties die hen kunnen helpen zich te redden en vooruit te komen:

In turn, edtech that connects has the potential to disrupt the social — not just academic — gaps that have long perpetuated opportunity gaps in our country. It can make a dent where affluent students remain at a particularly steep advantage today: access to social capital.

Uiteindelijk geven dergelijke sociale verbindingen ook toegang tot betaald werk. Technologie kan ertoe bijdragen dat lerenden, ongeacht hun achtergrond, toegang krijgen tot de netwerken die zij nodig hebben om de banen te krijgen die zij willen.
Omdat leertechnologie hardnekkige beperkingen van ruimte en tijd kan overbruggen, verandert de gevreesde schermtijd volgens Freeland Fisher plotseling in kostbare ‘face time’. Zij heeft de hoop dat dit kan leiden voor meer gelijke resultaten voor alle lerenden.

Uiteraard spelen daarbij ook nog andere factoren een rol. De kwaliteit, kwaliteit en structuur van netwerken beïnvloeden de kracht van netwerken. Vertrouwen en mindset van lerenden spelen volgens haar ook een rol.

Julia Freeland Fisher meent dat leertechnologieën die zich focussen op inhoud een het aanleren van vaardigheden op lange termijn slechts noodoplossingen blijken te zijn in een snel veranderende arbeidsmarkt waar sociaal kapitaal een belangrijke voorspeller blijft van wie wordt aangenomen. Dit betekent niet dat ‘inhoud’ niet belangrijk is.

Rather, edtech that connects offers a chance to double down on investing in building students’ human capital and social capital at once, as mutually reinforcing engines for progress and prosperity.

Mijn opmerkingen

Toen ik eind 1995 voor het eerst in aanraking kwam met internet, werd ik vooral enthousiast van de mogelijkheden om contact te hebben met mensen waar ook ter wereld. Ik was opgetogen van de eerste online cursus die ik volgde bij een docente in Californië. Het belangrijkste medium was email. Lees mijn artikel uit 1997.

Later zijn de communicatiemogelijkheden uitgebreid. Denk aan discussiefora, chat, online berichten, live audio en live online sessies. Deze toepassingen hebben ook wel degelijk een plek gekregen binnen leertechnologieën als leermanagementsystemen. Het is dus niet zo dat ontwikkelaars van leertechnologieën de ‘sociale kant’ van leren, opleiden en onderwijs volledig hebben genegeerd. Er is wel veel ruimte voor verbetering.

De laatste paar jaar komen steeds meer applicaties beschikbaar die proberen synchroon online leren meer te laten lijken op levensechte conversaties. Vooral tijdens online conferenties hebben we kennis gemaakt met toepassingen zoals Remo, Virbela en Wonder.me. Anderhalf jaar geleden heb ik al over deze ontwikkeling geblogd.

Volgens mij kunnen we deze ontwikkeling alleen maar toejuichen.

Toch weten ook deze applicaties niet alle tekortkomingen van online communiceren op te lossen, zoals haperend en vertraagd geluid, de complexiteit om helder schriftelijk te communiceren of het gebrek aan non-verbale signalen. Wellicht worden deze tekortkomingen wel in de toekomst aangepakt (Metaverse?). Voor de korte termijn ben ik dus minder optimistisch over de potentie van leertechnologie voor het versterken van authentieke verbindingen dan Julia Freeland Fisher. Ik blijf daarom pleitbezorger voor een combinatie van online leren en fysiek leren. Ik ben voorstander van volledig online leren als het lastig is om fysiek bij elkaar te komen (bijvoorbeeld bij werkende volwassenen die ver moeten reizen).

Daarnaast wil ik ook wel vraagtekens plaatsen bij het ‘outsourcen’ van bepaalde vormen van begeleiding naar externen, waarvan vaak verwacht wordt dat zij dit gratis doen. Zijn deze externen altijd bekwaam om te begeleiden? Kun je begeleiding wel scheiden van instructie? In een aantal gevallen wel, in een aantal gevallen niet. Is dit niet een verkapte manier om te snijden in de kosten van onderwijs?

Het gebruik van externen voor gastlessen en databases voor projecten zijn al langer praktijk. De genoemde voorbeelden vergroten wel de toegankelijkheid hiervan.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *