Het is zo’n beetje traditie geworden dat ik ook een reflectieve terugblik schrijf van mijn bezoek aan de Online Educa Berlijn. Wat is mij dit jaar opgevallen, en wat vind ik daar van?
De links naar alle impressies, die ik dit jaar heb geschreven, vind je onderaan deze terugblik.
Het thema van dit jaar was “Learning Uncertainty”, leren in tijden van onzekerheid. Onzekerheid is van alle tijden, maar technologische, sociale en demografische ontwikkelingen maken dat we nu wel heel erg leven in een tijd waarin er meer vragen dan antwoorden zijn. Een verandering van tijdperk, aldus hoogleraar Jan Rotmans. Individuen, onderwijsinstellingen, arbeidsorganisaties en overheden moeten die onzekerheid leren hanteren. Onderwijssystemen zullen veel meer flexibel moeten worden om in te kunnen spelen op tijden van onzekerheid. Je moet in staat zijn snel te reageren op nieuwe situaties.
Eén van de ontwikkelingen die leiden tot onzekerheid, en die prominent tijdens deze editie van de OEB aan de orde is gekomen, is ‘een ouder wordende beroepsbevolking. Mensen worden gemiddeld ouder en blijven langer fitter. Ouderen moeten en willen langer inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt, maar zullen daarbij ook van werk veranderen. Dat heeft gevolgen voor een leven lang leren, zo werd gesteld. Je bent ook beter in staat om te blijven leren, dan jaren geleden werd verondersteld.
Op dit moment vindt echter nog te vaak leeftijdsdiscriminatie plaats waarbij werkgever de voorkeur geven aan jongeren omdat zij goedkoper zijn en omdat werkgevers het idee hebben dat jongeren ook productiever zijn. Deze instelling zal moeten veranderen. Werkgevers, werknemers en overheid zullen samen de verantwoordelijkheid nemen om een leven lang leren vorm te geven. Er zijn ook werkgevers die investeren in een leven lang leren van werknemers.
Het valt mij bij deze discussie op dat er weinig wordt gekeken naar verschillen in werk en mensen. Je kunt inderdaad lang doorgaan met werk als je vooral hoog opgeleid werk uitvoert waarbij je vooral je hersenen moet gebruiken. Maar hoe zit het met fysiek werk? Verder hebben grote, kapitaalkrachtige, ondernemingen meer mogelijkheden om te investeren in een leven lang leren dan kleinere ondernemingen die blij zijn dat ze hun hoofd boven water kunnen houden.
Daar komt ook nog eens bij dat je oog moet hebben voor de grenzen van wat mensen kunnen leren. Ik ga hier zo meteen uitgebreider op in.
De tweede ontwikkeling, die wederom prominent aan bod is gekomen, is het toenemende gebruik van kunstmatige intelligentie. Je ziet tijdens de Online Educa voorbeelden van toepassingen (bijvoorbeeld in het muziekonderwijs) en er zijn veel discussies over de gevolgen ervan. Er zullen nieuwe banen ontstaan, er zullen banen verdwijnen en er zullen werkzaamheden binnen functies overgenomen worden door robots. De vraag ‘wat wil je later worden’ is niet zinvol als 65% van de banen van straks nu nog niet bestaan en 47% van de huidige banen zijn verdwenen als een kind volwassen is.
Op zich is het prachtig als saai, routinematig, werk in vergaande mate geautomatiseerd kan worden. Hiermee kunnen tekorten op de arbeidsmarkt wellicht worden bestreden. Docenten hoeven niet langer grote hoeveelheden papers na te kijken als een computer dat voor hen doet. Zij kunnen zich beperken tot het beantwoorden van complexe vragen als een chatbot in staat is eenvoudige en praktische vragen te beantwoorden. Docenten kunnen zich beperken tot het begeleiden en specifiek instrueren van kleine groepjes lerenden als instructies door een robot worden verzorgd.
Er werd echter opgemerkt dat de resterende werkzaamheden die door mensen moeten worden uitgevoerd, een hoog opleidingsniveau vereisen. Ook nu werd het belang van een leven lang leren benadrukt. Er zijn -zoals gezegd- echter grenzen aan de ‘leerbaarheid’ van mensen, ook al heeft ons brein meer mogelijkheden om op oudere leeftijd te leren dan vroeger werd gedacht.
Niet iedereen heeft echter de intelligentie om via een leven lang leren een hoog opleidingsniveau te bereiken. Ik verwacht dan ook dat er voor veel mensen geen betaald werk meer zal zijn, als kunstmatige intelligentie op een nog grotere schaal zal worden toegepast. Deze ontwikkeling vraagt om veel meer dan alleen een forse investering in een leven lang leren. Heather McGowan pleitte dan ook terecht voor een andere manier van belonen, zonder dit overigens echt uit te werken. Een sociale ramp dreigt m.i. als geen passend sociaal beleid wordt ingevoerd als kunstmatige intelligentie bijdraagt aan vervanging van arbeid waar een lager of middelbaar opleidingsniveau wordt gevraagd. Persoonlijk ben ik er nog niet uit hoe dat sociaal beleid er uit moet zien. Wellicht dat een basisinkomen deel uit kan maken van zo’n sociaal beleid.
Tijdens de Online Educa zie je ook welke technologieën in opkomst zijn om leren te faciliteren. Naast kunstmatige intelligentie zijn dat virtual reality en augmented reality, diverse videotoepassingen (live, interactief), gaming, toetsapplicaties en ook de leermanagement systemen die vaker ‘dood’ zijn verklaard, maar nog steeds springlevend blijken. De nieuwste toepassingen, bijvoorbeeld augmented reality via de Hololens van Microsoft, zullen op het gebied van didactiek nog flink doorontwikkeld moeten worden (bijvoorbeeld als het gaat om het geven van feedback).
De aandacht voor de Algemene Verordening Gegevensverwerking was nieuw dit jaar. Er is in het verleden vaker aandacht besteed aan privacy en databeveiliging. Dit jaar waren er de zorgen of onderwijsinstellingen en leveranciers van leertechnologieën wel klaar zijn voor de verordening die vanaf eind mei van kracht gaat. Ik sprak bijvoorbeeld met een Amerikaanse leverancier die trots vermelde dat zij data via Amazon in de VS opslaan. Van een verwerkersovereenkomst had zij niet gehoord. Je merkt rond dit onderwerp ook dat sommige mensen dit een staaltje Europese bureaucratie vinden, terwijl anderen privacy en databeveiliging heel belangrijk vinden en maatregelen zoals verantwoorden wat je met data doet en een verwerkersovereenkomst afsluiten op de koop toenemen.
Wat me ook opviel, was dat vooral veel Angelsaksische opiniemakers aan het woord kwamen, met name tijdens plenaire sessies. Hun beweringen worden lang niet altijd ondersteund door onderzoek. Als je hen met onderzoeksresultaten confronteert die strijdig zijn met hun opvattingen, dan wordt de kwaliteit van het onderzoek ter discussie gesteld (meten we wel de goede dingen, onderzoeken worden vaak niet gerepliceerd). Natuurlijk moeten we oog hebben voor beperkingen van onderwijsonderzoek, maar om opinies op basis van subjectieve en selectieve waarnemingen belangrijker te vinden dan onderzoek, gaat wel heel ver. Marc Prensky is daar een voorbeeld van. We moeten er voor waken te zeer achter mythes aan te hollen.
Hoe kunnen we jongeren en volwassenen voorbereiden op deze tijden van onzekerheid en op de wereld waarin het digitale eerst komt? Deze vraag is ook een aantal keren tijdens de Online Educa Berlijn gesteld. Kritisch kunnen denken, ethisch handelen, het kunnen analyseren van grote hoeveelheden data, bekwaamheden om met anderen te kunnen interacteren en samenwerken, leiding kunnen geven, ‘computational thinking’ en digitale vaardigheden worden dan vaak genoemd. Deze vaardigheden kun je echter niet los zien van inhoud en context. Individuen moeten zich ook afvragen waar zij toe doen (‘purpose’). Ontwikkel vooral die vaardigheden die niet geautomatiseerd kunnen worden. Hierbij valt me ook op dat een aantal mensen een wel erg groot vertrouwen hebben in het vermogen van jongeren om te bepalen wat goed voor henzelf is. Bijvoorbeeld als het gaat om het gebruik van sociale media. Onderzoek laat zien dat jongeren dit vooral moeten leren. Maar goed: onderzoekers blijken niet op de juiste manier onderzoek te doen of de wereld van sociale media niet te begrijpen.
Verder viel me op dat het dit jaar wel mee viel met het ‘onderwijs bashen’. Uiteraard was er kritiek op het onderwijs als laatste bastion dat technologieën buiten de deur probeert te houden (Gilly Salmon). Pasi Sahlberg schetste ook de eigenschappen van een niet-effectief onderwijssysteem, maar stelde ook waar een effectief onderwijssysteem zich door kenmerkt.
In tegenstelling tot andere jaren heb ik echter geen pleidooien gehoord voor het afschaffen van diploma’s of het sluiten van onderwijsinstellingen. Wel was er uiteraard aandacht voor andere vormen dan trainen en opleiden, in aanvulling op het reguliere onderwijs. Zoals gezegd werd daarbij de nadruk gelegd op een leven lang leren, ook via werkplek leren.
Ik heb in dit verband geen bijdragen meegemaakt die gingen over wat er moet gebeuren om een lang leren en werkplek leren meer effectief te maken. Een leven lang leren is immers meer dan het meer flexibel maken van bestaande cursussen. Je zult meer moeten uitgaan van issues uit de werkpraktijk van werkenden en gebruik maken van de ervaringen van deelnemers. Bij werkplek leren zul je ook mogelijkheden moeten hebben voor feedback en reflectie.
Uiteraard was er ook weer veel aandacht voor implementatiestrategieën, mede omdat instellingen voor hoger onderwijs aan het veranderen zijn van leermanagement systeem. Veel aandacht voor de ‘menselijke factor’ is daarbij cruciaal (betrekken, professionaliseren, ondersteunen). Daarnaast gingen diverse sessies wederom over aanpakken voor het ontwerpen van online en blended learning (niet alleen modules, maar ook programma’s).
Tenslotte. Ook nu varieerde de kwaliteit van de sprekers en vertelden op zich goede sprekers lang niet altijd een nieuw verhaal (vooral tijdens de opening van dag twee). Ik ben geen nieuwe ontwikkelingen op het spoor gekomen, en heb een beperkt aantal nieuwe toepassingen gezien of er over gehoord. Ik heb echter kennis gemaakt met nieuwe mensen, en oude bekenden getroffen. De sfeer is aangenaam, het eten uitstekend en de organisatie is goed. Het internationale en ‘cross-sectorale’ karakter maken deze conferentie elk jaar tot een bijzondere gebeurtenis.
Bovendien ben ik slechts drie dagen kwijt aan een internationaal congres. En dankzij mijn lidmaatschap van de redactie van e-learning.nl had ik weer een perskaart. Het lukt me ook altijd een bezienswaardigheid in één van mijn favoriete steden te bezoeken.
Dit alles maakt dat ik weer met plezier terug kijk op deze 23ste editie van de Online Educa Berlijn. Volgend jaar vindt de Online Educa Berlijn plaats van 5-7 december 2018. Ik heb de data alvast gereserveerd.
- Feiten over de Online Educa Berlijn 2017 #OEB17
- Plenaire opening Online Educa Berlijn: leren voor een onzekere toekomst #OEB17
- Onderwijssector en aanbieders educatieve technologie niet klaar voor de nieuwe verordening over dataprotectie #OEB17
- Educatieve technologie: innoveren in onzekere tijden #OEB17
- Digitale strategieën ontwikkelen voor het hoger onderwijs #OEB17
- Implementatie en integratie van nieuwe leertechnologie #OEB17
- Online Educa Debat over de invloed van sociale media op leren en denken #OEB17
- Werkplek leren begint hier #OEB17
- Carpe Diem: ontwerpmethodiek voor online en blended learning programma’s #oeb17
- Bereiden we jongeren voldoende voor op de uitdagingen van een wereld die wordt gedomineerd door technologie? #OEB17
- Mijn impressie van de Online Educa Beurs #oeb17
- Mijn foto’s
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie