Vanochtend ontving ik een mail van een docent die na de zomervakantie aan de slag wil met een virtual class. Hij heeft ooit geprobeerd Google Hangout hiervoor te gebruiken. Dat is niet goed bevallen. Of ik ervaring heb met andere tools. Ik kan uiteraard mijn ervaringen via mail delen. Maar ik kan er ook over bloggen. Bij dezen. Daarbij beperk ik me niet alleen tot tools.
Ik verzorg elk jaar een aantal webinars in het kader van de post-HBO opleiding e-learning. Verder verzorg ik in het kader van projecten regelmatig dergelijke sessies en af en toe ook op verzoek van organisaties. Ik heb bovendien diverse keren een online masterclass mee verzorgd bij de Open Universiteit.
Bij deze leersituaties bevinden lerenden en docenten zich op verschillende plaatsen, maar zijn zij wel op hetzelfde moment binnen een online omgeving aanwezig. Je kiest voor deze vorm om verlettijd, reistijd en reiskosten te besparen. Mensen kunnen zich bijvoorbeeld wel een uurtje vrijmaken, maar niet een aantal uren. Bij internationale projecten is dit al helemaal een issue. Met deze applicaties kun je ook relatief gemakkelijk experts van buitenaf bij je onderwijs betrekken. Matthew Koehler en Punya Mishra (van het TPACK-model) hebben bijvoorbeeld ooit meegewerkt aan een online masterclass van de Open Universiteit. Verder bieden deze online sessies structuur binnen online leren op afstand. De cognitieve en psychologische afstand is kleiner van bij asynchroon online leren. Dit is een niet te onderschatten voordeel.
Bovendien kun je via een virtual classroom aan meer lerenden tegelijkertijd les geven, dan in een klaslokaal. Ik ken opleidingen die hetzelfde hoorcollege een aantal keren per week verzorgen omdat de zaalcapaciteit tekort schiet. Je kunt zo’n hoorcollege ook online verzorgen waarbij je wel de didactiek moet aanpassen. Het risico op afhaken is bij een virtual classroom of webinar nog groter dan bij een hoorcollege.
Ik zal achtereenvolgens mijn ervaringen met verschillende tools bespreken. Applicaties waar ik een jaar of vijftien geleden voor het laatst mee heb gewerkt, laat ik buiten beschouwing. De tools zijn echter niet het meest belangrijke, al is een stabiele en betrouwbare technologie wel een heel belangrijke slaag/faalfactor. Ik wil echter ook -vooral via verwijzingen- aandacht besteden aan didactiek en aan de voorbereiding.
- Adobe Connect.
Bij deze toepassing kun je deelnemers via de webcam zien (en zij jou). Je kunt een presentatie verzorgen en je hebt verschillende interactiemogelijkheden (inclusief de mogelijkheid om in groepen uit elkaar te gaan om samen te werken). Deze tool werkt met Flash. Op zich is dat een verouderde technologie. Het voordeel is wel dat deelnemers geen software hoeven te installeren. - Blackboard Collaborate.
Dit is de opvolger van Elluminate, waar ik vaker mee heb gewerkt. Blackboard Collaborate heb ik één keer gebruikt (ongeveer een jaar geleden). Deze applicatie heeft minder functionaliteiten dan Elluminate, maar werkt mede daardoor wel intuïtief. Deze toepassing deed mij een jaar geleden sterk denken aan Skype. Heeft dus minder interactiemogelijkheden. Maar wellicht is het aantal mogelijkheden inmiddels uitgebreid. - BlueJeans.
Zuyd Hogeschool -waar ik op dit moment voor werk- maakt gebruik van BlueJeans. Het is eigenlijk een toepassing voor videoconferencing. Je kunt presenteren, je scherm delen en chatten (met de groep of met een individu). Ook kunnen lerenden de microfoon krijgen. Als je bijvoorbeeld Mentimeter in combinatie met BlueJeans gebruikt, heb je meer mogelijkheden voor interactie. Bij een BlueJeans-sessie zit ik als presentator met een moderator in een studio. We gebruiken een gezamenlijke microfoon voor videoconferencing. Bij BlueJeans kun je ook meerdere videoconferencing toepassingen met elkaar verbinden. - Ustream.
Bij de OU gebruikten we Ustream, ge-embed binnen de OpenU-omgeving. Daarnaast hadden we een apart chatkanaal. We hadden een geavanceerde opstelling in een studio waarbij we konden switchen tussen een computer en drie camera’s. - Vitero.
Ik heb een aantal keren een webinar verzorgd binnen ‘Virtual Team Room’. Deze toepassing -ontwikkeld door het gerenommeerde Duitse Fraunhofer Instituut- is functioneel gezien de meest geavanceerde toepassing voor virtual classes die ik ken en houdt vermoedelijk het beste rekening met organisaties die hoge veiligheidsnormen hebben op het gebied van internettoegang. Deelnemers zijn met een foto zichtbaar terwijl men rond een soort tafel zit. Je beschikt over diverse interactiemogelijkheden en je ziet bijvoorbeeld ook wanneer een deelnemer binnen een andere applicatie bezig is. Waarschijnlijk is dit ook de meest kostbare toepassing, als je maar beperkt gebruik maakt van virtual classrooms. - Zoom.
Ik heb tot nu toe twee keer gebruik gemaakt van Zoom. Het is een vrij eenvoudige tool, met een beperkt aantal interactiemogelijkheden (chat, scherm delen, peilingen). Je ziet en hoort deelnemers.
Je kun deze toepassingen vaak zelf installeren, maar je kunt deze ook via een provider gebruiken (gehost). Ik heb bijvoorbeeld goede ervaringen met het bedrijf Blended Communication dat onder meer Adobe Connect en Vitero in hun portefeuille heeft. Op hun website vind je ook beschrijvingen van de tools (ik heb overigens geen belangen in dit bedrijf). Let bij het selecteren van een tool met name op de gebruikersvriendelijkheid (o.a. registratie en inloggen), de stabiliteit, de functionaliteiten in relatie tot het doel, de schaalbaarheid (hoeveel deelnemers kunnen daadwerkelijk participeren?), kosten en de service. Ook zijn er bedrijven die services bieden op het gebied van online seminars (bijvoorbeeld hier en hier).
Om webinars te kunnen verzorgen heb je meer technologie nodig dan deze applicaties. Deelnemers moeten beschikken over een stabiele internetverbinding (bij voorkeur een vaste verbinding) en over een koptelefoon en microfoon. Verder is het belangrijk dat deelnemers vooraf testen of zij toegang kunnen krijgen tot de omgeving. Soms moeten deelnemers ook hun geluidsinstellingen aanpassen. Met name minder ICT-vaardige deelnemers hebben hier wel eens moeite mee.
Een risico bij virtual classrooms is dat het een vorm van passief leren is. Deelnemers haken snel af als zij niet actief worden betrokken bij de sessie. Dat kan door vragen te stellen (en lerenden het woord te geven), discussiestellingen te gebruiken, peilingen te houden en deelnemers opdrachten uit te laten voeren. Laat lerenden feedback geven en geef zelf feedback, bijvoorbeeld als je kennis test.
Daarnaast is het creëren van een gevoel van aanwezigheid belangrijk (presence). Ik vraag deelnemers vaak bij de aanvang van een sessie op een landkaart aan te geven van waaruit zij deelnemen. Tenslotte is het handig als je beschikt over een moderator als veel deelnemers participeren. Het is heel lastig om een chatbox in de gaten te houden als je met iets anders bezig bent. Bouw ook bewust momenten in waar je ingaat op vragen.
Lees ook:
- De kracht van synchroon online leren
- De kracht van ‘virtual classrooms’
- Actief leren in de virtual classroom
- Webinars: tips en suggesties
- Ervaringen met drie vooralsnog relatief onbekende tools voor synchroon online leren
- Maak een webinar meer interactief
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een mooie eerste aanzet en inkijk van Wilfred over wat ik tegenwoordig het domein van iLT – integrale LeerTechnologie pleeg te noemen. En terecht beweegt Wilfred van de techniek weg en zoekt hij naar de integratie van technologie (leertools), educatie (leervormen) en didactiek (leerstromingen). Vanuit deze zoeklichten ben ik applicaties als LearningSpaces, VirtualLearningCommunties en TheNextLevel Learning Alp aan het onderzoeken, vergelijken en vooral aan het verwerpen. Om zo door blokkades en barrières van ToolThinking heen te breken. Met de uitwerking van Edugralisme (Edugralism) probeer ik dit ook op te gaan schrijven als TWA’s (tijdelijk werkbare afspraken). Want er bestaan GEEN waarheden in deze! Het zijn waarnemingen in Context niet meer maar ook niet minder. Met elkaar samen moeten we onder (eind)regie van Wilfred toch tot een TWA over een top 10 van iTL kunnen komen.
Eh…ik weet niet of ik je helemaal volg, Jan. We moeten volgens mij ook oppassen met het steeds maar weer introduceren van nieuwe termen. En pragmatische keuzes maken zonder ’tool-gedreven’ te zijn. Verder vraag ik me af of je kunt volstaan met een top 10. Wat voor de ene leersituatie de beste tools zijn, is dat voor de andere leersituatie niet. Ook moet je altijd een afweging maken. Bijvoorbeeld tussen functionele meerwaarde en kosten.