Mijn aarzeling bij het Wikiwijs-plan

Karin Winters blogde gisteren al over Wikiwijs-plan: het initiatief van minister Plasterk waarbij Kennisnet en de Open Universiteit faciliteiten leveren om het vinden, (door)ontwikkelen en gebruiken van open digitale leermiddelen in het onderwijs te stimuleren én te vergemakkelijken.

Ik heb dit plan gelezen, maar vraag me sterk af of dit initiatief een succes wordt. Natuurlijk:

  • De doelstellingen zijn nobel; die kun je alleen maar onderstrepen.
  • Het momentum is er. Open education is een zeer belangrijke ontwikkeling, ook al gaat dit verder dan open educational resources (zoals D'Arcy Norman deze week terecht schreef). In het hoofdstuk 'Context' wordt dit momentum duidelijk beschreven.
  • De initiatiefnemers hebben heel correct uitgebreid gepolderd met tal van 'stakeholders', die zeggen het initiatief te ondersteunen.
  • Kennisnet en de Open Universiteit hebben hun sporen in onderwijsland verdiend.
  • Men wil aansluiten op bestaande initiatieven (hoewel dit ook nadelen heeft; ik kom daar op terug).
  • Men maakt gebruik van open source, open standaarden en een Creative Commons licentie (ook al had ik gekozen voor een licentie die commercieel gebruik uitsluit).

Allemaal prima. Maar toch. Behalve dat ik bij bepaalde aspecten vragen heb (hoe verhoudt Wikiwijs zich tot het reguliere werk van Kennisnet?; wie staat te wachten op een 'referatory' (het opnemen van hyperlinks) als je als docent de beschikking hebt over RSS en social bookmarking tools?), is mijn belangrijkste twijfel de volgende: de manier waarop Wikiwijs het ontwikkelen en gebruiken van open, digitaal leermateriaal wil faciliteren, is m.i. niet effectief. Volgens mij kun je op twee manieren bevorderen dat onderwijsontwikkelaars ontwikkeld digitaal leermateriaal met elkaar delen.

De eerste manier is de 'bottom up aanpak'. Onderwijsontwikkelaars vormen met elkaar een gemeenschap of netwerk. Zij zijn zelf eigenaar van dat netwerk, en zijn op basis van wederkerigheid en vanuit hun intrinsieke motivatie bereid om materiaal met elkaar te delen, feedback te geven en materialen te hergebruiken.

De tweede manier werkt 'top down'. Instituten verlangen van hun medewerkers dat zij de materialen die zij onder werktijd ontwikkelen 'aan de gemeenschap' beschikbaar stellen. Bijvoorbeeld omdat subsidieverstrekkers dit eisen of omdat zij dit doen vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Wikiwijs hanteert noch het ene, noch het andere model. Men wil wel van en voor docenten zijn, maar de opzet van Wikiwijs (met een stuurgroep, programmamanager, projectleiders, en dergelijke) zal er m.i. toe leiden dat docenten geen gevoel van 'eigenaarschap' zullen hebben bij Wikiwijs. Wikiwijs is van Kennisnet en de Open Universiteit. 

Ook hanteert men geen 'top down'-aanpak. Daarvoor zijn de maatregelen, die men kan en zal hanteren, te vrijblijvend. Lees bijvoorbeeld maar eens de paragraaf over risicobeheersing op pagina 60. Men richt zich vooral op communiceren, ondersteunen en masseren. Het is aan de ministeries of zij subsidievoorwaarden stellen m.b.t. het delen van content.

Ik ben bang dat onderwijsinstellingen niet uit zichzelf leermiddelen gaan delen, al hoop ik dat wel van harte. Neem het groene onderwijs. Al vele jaren heeft men geïnvesteerd in het ontwikkelen van educatieve content. Via een abonnementsstructuur kan deze content bij het Ontwikkelcentrum worden gebruikt. Ik vermoed dat een deel van deze content ook voor niet-groene instellingen geschikt zal zijn. Zullen deze leermiddelen nu als open educational resources via Wikiwijs beschikbaar komen? Het ministerie van Landbouw zal dit niet gaan afdwingen omdat instellingen autonoom zijn, en omdat men -verwacht ik- door OC&W-gefinancierde instellingen geen cadeaus wil geven (stammenstrijd tussen ministeries).

Een vergelijkbare situatie geldt voor het Consortium Beroepsonderwijs. Krijgen niet-leden van dit consortium nu ook via Wikiwijs de beschikking over de content van dit consortium, waar de leden van het Consortium tot nu toe voor betaald hebben? Wil OC&W dit afdwingen gezien de autonomie van instellingen? De in het plan beschreven aanwezige consensus bij besturenraden helpt daar ook niets aan (zij kunnen hun leden ook niet verplichten). En Wikiwijs betaalt niet voor het ontwikkelen van leermateriaal (al vraag ik me af wat men onder "in beginsel" verstaat). 

Ik hoop dat Wikiwijs een succes wordt, maar ik heb mijn twijfels. Voor een 'bottom up'-aanpak is men te 'top down'-georganiseerd waardoor geen 'eigenaarschap' zal ontstaan. En voor een 'top down'-aanpak beschikt de organisatie over onvoldoende mogelijkheden om open content delen 'af te dwingen'.

Tenslotte: ik hoop nog steeds ook op initiatieven om te experimenteren met 'ontwrichtende innovaties' in het Nederlandse onderwijs. Wikiwijs is dat niet. Daarvoor sluit men te zeer aan op bestaande initiatieven. Voor draagvlak is dat prima, voor transformatie van het onderwijs niet.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

7 reacties

  1. Wanneer er een rapport van 84 pagina’s nodig is om dit idee vorm te geven, bekruipt mij de angst dat we iets relatief eenvoudigs overbodig ingewikkeld gaan maken.
    Daarnaast: ik zie in het Programmateam vooral mensen van Kennisnet en de Open Universiteit. Niks mis mee natuurlijk, maar zou het geen idee zijn om in dat team ook (enthousiaste) docenten uit PO, VO en MBO op te nemen? Zo krijg je wellicht iets meer de “ownership” die bij een dergelijk initiatief zeer nodig is en voorkom je dat dit initiatief als te top-down wordt gezien.
    Terzijde: Ik heb de tekst van het programmaplan even in Wordle geplakt – geeft een goed overzicht.

  2. Interessant. Bij de alinea “… Ook hanteert men geen ’top down’-aanpak. Daarvoor zijn de maatregelen, die men kan en zal hanteren, te vrijblijvend. […] Men richt zich vooral op communiceren, ondersteunen en masseren….” moest ik meteen aan Nederland Open in Verbinding (NOiV – http://www.noiv.nl/) denken.

  3. Snel het rapport doorgelezen…hoop blabla-gehalte…de intenties onderschrijf ik (al jaren als community manager aardrijkskunde van de Digischool)…op zoek naar het toverwoord of hoofdstuk: ‘Hoe krijgen wij de docenten zover dat ze hun materiaal ook daadwerkelijk gaan maken en dan ook nog eens uploaden’? Heb ik iets gemist of is het er echt niet?

  4. @Frank Biesta: mede daarom vind ik dat Wikiwijs niet als van en voor docenten zal worden ervaren.
    @JoG: waarom moest je aan NOiV denken?
    @Willem Korevaar: hooguit in het hoofdstuk over risicobeheersing.

  5. @Wilfred: Top-down doorpakken lijkt ze niet echt te lukken.
    En van bottum-up, cq. een netwerk van mensen die zich eigenaar voelen is ook geen sprake. Je kunt bijvoorbeeld niet reageren op blog-artikelen of columns op NOiV.nl – http://www.noiv.nl/ Ik heb er ooit naar gevraag per e-mail, daar is niet op gereageerd… Een forum hebben ze ook niet. Na enig aandringen is een mailinglijst opengezet -> http://mailman.vrijschrift.org/listinfo/noiv-community (aanmelden noodzakelijk). En dat terwijl ze bij uitstek voor community’s geschikte open source software gebruiken, namelijk Drupal.
    Ze hanteren wat mij betreft verouderde communicatie-technieken, vooral vanuit de zender gedacht en -bracht. En dat strookt helemaal niet met hun open standaarden en open source software (oss) missie vind ik. Met name oss draait juist om / op open community’s, cq. die vormen (mede) het fundament. Zij organiseren besloten bijeenkomsten waar ze in beginsel niet open over waren. Dat verbetert langzaam, zo lijkt het.
    Ik denk veder aan de reactie die ik heb gegeven op Drupal.be, zie -> http://drupal.be/forum/drupal-in-nederland#comment-7931 (Drupal in Nederland).

  6. Beste Wilfred,
    Of Wikiwijs wat gaat worden? Ook bij mij veel twijfel.
    Je schrijft: “Men maakt gebruik van open source, open standaarden en een Creative Commons licentie (ook al had ik gekozen voor een licentie die commercieel gebruik uitsluit).” en die stap begrijp ik niet zo.
    Voor mij is er zo snel geen reden te bedenken om commercieel gebruik uit te sluiten. Laten we wel wezen: er zijn veel commerciële uitgeverijen die ook met Wikiwijs nuttig werk kunnen doen. Bijvoorbeeld arrangementen samenstellen voor scholen die het zelf niet zo zien zitten. En met een cc-by-sa licentie zijn ze dan verplicht ook hun materiaal te delen met dezelfde licentie. En dat lijkt me geen bezwaar.
    Verder maak ik me zorgen over privé scholen. Commercieel gebruik is niet zo goed te definiëren, maar scholen als het Lusac College mogen het dan niet gebruiken (lijkt mij).
    Zie ook: http://bernardblogt.wordpress.com/2009/01/10/wikiwijs-3-auteursrechten/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *