Microcredentials: een relevante ontwikkeling met te beantwoorden vragen

Er is steeds meer aandacht voor microcredentials. Deze ontwikkeling heeft potentie om een impuls te geven aan een leven lang leren. Maar er zijn ook de nodige vragen op dit terrein, die nog beantwoord moeten worden.

Elena Cirlan en Tia Loukkola gaan in Where next for universities and micro-credentials? in op de relevantie van microcredentials. Microcredentials zijn leereenheden van een beperkte omvang waarvoor lerenden een bewijs ontvangen dat ze iets geleerd hebben. Zo’n microcredential drukt onder andere uit wat de studiebelasting is, wat de lerende -als het goed is- heeft geleerd en welke opleider het bewijs heeft verstrekt. Microcredentials kunnen de vorm hebben van certificaat of badge. Je kunt een dergelijk bewijs ontvangen na afronding van een massive open online course, een module (ook een onderdeel van een opleiding) of kort programma. Daarbij kan het gaan om volledig face-to-face opleiden, om blended learning of volledig online leren. Daarnaast is het mogelijk dat microcredentials worden toegekend voor bepaalde ontwikkelde bekwaamheden (bijvoorbeeld informatievaardigheden).

Microcredentials zouden ingebracht kunnen worden in bredere leertrajecten of opleidingen, maar hebben ook waarde op zich. Lerenden willen zich op tal van terreinen bekwamen en hebben daar niet altijd een uitvoerig programma voor nodig. Sterker: volwassen lerenden en werkgevers willen vaak liefst in zo kort mogelijke tijd leren. Microcredentials kunnen daardoor ook bijdragen aan mobiliteit op de arbeidsmarkt, eventueel ook grensoverschrijdend.

Verder zijn microcredentials ook een manier voor werknemers om zich inhoudelijk te kunnen profileren. Zij beschikken niet altijd over een diploma voor het werk dat zij op dit moment doen. Lerenden die voortijdig stoppen met een opleiding kunnen dankzij microcredentials toch een tastbaar bewijs van hun ontwikkeling ontvangen (Cirlan en Loukkola vermelden dit argument niet).

Het zijn overigens niet alleen opleidingsinstituten, zoals universiteiten, hogescholen, ROC’s of particuliere opleiders, die microcredentials verstrekken. Ook bedrijven als Google houden zich hiermee bezig. Hierover wordt echter ook discussie gevoerd. Vooral als het gaat om het kunnen inbrengen van microcredentials in breder leertrajecten.

Cirlan en Loukkola maken duidelijk dat de EU veel waarde hecht aan microcredentials, ten behoeve van een leven lang leren (bij- en omscholing). Instellingen voor hoger onderwijs hebben daar, gezien hun expertise, een belangrijke verantwoordelijkheid in. Volgens de auteurs hebben zij hier ook zelf belang bij:

  • De zichtbaarheid en de reputatie van de instelling worden verbeterd door het vergroten van het geografische bereik en het aantrekken van meer diverse groepen studenten.
  • Hun reactievermogen op de vraag van studenten en de arbeidsmarkt wordt vergroot.
  • Zij kunnen experimenteren met nieuwe didactiek en technologieën.
  • Zij kunnen extra inkomsten genereren of opleiden goedkoper aanbieden (dit is vooral in Angelsaksische landen relevant).

Er zijn echter ook de nodige vragen bij deze ontwikkeling.

Zo is er nog geen consensus over wat een microcredential precies is. Bijvoorbeeld wat de omvang van een microcredential precies is. Koepelorganisaties van universiteiten lijken daarbij vooral uit te gaan van de omvang van hun bestaande programma’s, bijvoorbeeld 5 EC. Aangezien een EC ’28 uur’ studiebelasting is, kun je zo’n programma m.i. amper een ‘microcredential’ noemen.

Bovendien is het de vraag of je microcredentials persé in EC’s moet uitdrukken. Instellingen van hoger onderwijs doen dit om te bevorderen dat je microcredentials ook kunt stapelen. Maar zoals gezegd hebben microcredentials vooral ook waarde van zichzelf. Zij vormen geen vervanger voor formele kwalificaties, maar een uitbreiding daarop. Dat stellen Cirlan en Loukkola ook in hun bijdrage. Er moet wel helder zijn wat lerenden hebben geleerd, zodat dit erkend kan worden als lerenden vervolgens toch willen deelnemen aan een meer uitgebreid traject. Hoe organiseer je die erkenning?

Andere vragen hebben te maken met kwaliteitszorg en portabiliteit van microcrredential. Belanghebbenden moeten toegang hebben tot relevante informatie over de inhoud en de kwaliteit . Ze moeten ook in staat zijn microcredentials -die veelal een digitaal format hebben- op te slaan en er gebruik van te maken wanneer dat nodig is. In dit kader kan blockchain-technologie een rol spelen. In Nederland heeft SURF bijvoorbeeld het initiatief genomen voor een centraal platform voor microcredentials van Nederlandse onderwijsinstellingen (edubadges). Als werknemer verzamel je waarschijnlijk echter microcredentials van diverse typen aanbieders. Waar en hoe sla je die op? Hoe geef je anderen daar toegang toe?

Volgens Cirlan en Loukkola moeten werkgevers de inhoud van microcredentials ook kunnen begrijpen, de waarde ervan in kunnen schatten, inclusief de verhouding tot traditionele programma’s en kwalificaties. Nu ontbreekt het volgens deze auteurs vaak transparantie en duidelijkheid.

Daarbij is het m.i. belangrijk dat werkgevers de waarde-inschatting snel kunnen maken, en geen HR-opleiding gevolgd hoeven te hebben om deze inschatting te kunnen maken.

Kwaliteitszorg in dezen is belangrijk. Koepelorganisaties van onderwijsinstellingen zijn volgens mij echter vaak geneigd om te kijken naar bestaande systemen van kwaliteitszorg. Ik ben echter bang dat dit leidt tot veel bureaucratie, waardoor het erg onaantrekkelijk wordt om microcredentials van beperkte omvang en tegen een betaalbare prijs aan te bieden. Daar komt bij dat het ook belangrijk is dat je hierbij afstemt met andere aanbieders van microcredentials. Je kunt niet zomaar ‘jouw aanpak van kwaliteitszorg’ opleggen aan andere opleiders.

Elena Cirlan en Tia Loukkola stellen dat elke toekomstige Europese aanpak voor microcredentials  gericht moet zijn op meer duidelijkheid en transparantie. Er zal echter ook ruimte moeten zijn voor diversiteit en creativiteit op dit gebied.

 

 

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *