Vanochtend heb ik een uitgebreide samenvatting gelezen van een recente meta-studie naar de effectiviteit van ‘flipped learning’. Daaruit blijkt dat dit model van blended learning over het algemeen effectiever is dan ’traditioneel onderwijs’. De sleutel van dit succes nuanceert deze bevindingen m.i. overigens.
Carrie Bredow, Patricia Roehling, Alexandra Knirp en Andrea Sweet hebben recent een meta-studie gepubliceerd over de effectiviteit van ‘flipped learning’ in het hoger onderwijs. Deze studie is niet vrij toegankelijk, maar Roehling en Bredow hebben gelukkig in een blogpost een samenvatting van deze studie gepubliceerd: Flipped learning: What is it, and when is it effective?
De auteurs hebben geleerde lessen van 317 studies over ‘flipped learning’ bestudeerd. Al deze studies hebben de effectiviteit van ‘flipped learning’ vergeleken met ‘traditionele’ colleges die door dezelfde docent werden verzorgd.
Zij beschrijven dit model van blended learning als volgt: lerenden bekijken gedigitaliseerde of online instructies als huiswerk voor de les. Op locatie voeren zijn actieve leeractiviteiten uit, zoals discussies, peer teaching, presentaties, projecten, probleemoplossen, berekeningen en groepsactiviteiten.
De theoretische basis van deze aanpak heeft volgens de onderzoekers wortels in constructivistische en cognitivistische theorieën over leren.
Bredow en collega’s hebben in hun analyse gekeken naar leerprestaties, naar intra- en interpersoneel bekwaamheden en naar tevredenheid. Daarnaast hebben zij gekeken naar de mate waarin factoren gerelateerd aan onderwijscontext (bv. discipline, geografische locatie) en het cursusontwerp (bv. het gebruik van quizzen om de voorbereiding voor de les te motiveren) de effectiviteit van flipped learning kunnen beïnvloeden.
Belangrijke bevindingen zijn:
- Lerenden in de flipped classroom behaalden betere leerprestaties dan lerenden in traditionele settings. Dit geldt voor voor het de ontwikkeling van basiskennis, maar in bescheiden mate ook voor hogere-orde-denkvaardigheden. Flipped learning was vooral effectief voor de ontwikkeling van professionele en academische vaardigheden.
- Flipped learning is veel effectiever als het gaat om alle intra-/interpersoonlijke bekwaamheden, zoals de ontwikkeling van metacognitieve vaardigheden.
- Flipped learning is effectiever binnen diverse vakgebieden, maar vooral binnen vakgebieden waar vaardigheden een belangrijke rol spelen (taal, technologie, gezondheid). Een mogelijke verklaring is dat dit concept lerenden meer in staat stelt vaardigheden in de klas te oefenen. Op het gebied van wiskunde en techniek waren de positieve effecten het meest gering.
- De positieve effecten van flipped learning waren het grootste in het Midden-Oosten en Azië. De positieve effecten waren kleiner in Europa, Noord-Amerika en Australië. De auteurs verklaren dit vanuit het feit dat een activerende didactiek in Europa, Noord-Amerika en Australië veel meer wordt toegepast binnen ‘traditioneel onderwijs’. In het Midden-Oosten en Azië is ‘traditioneel onderwijs’ veel meer gericht op passief consumeren.
- Het gebruik van quizzen en opdrachten, die lerenden moeten maken voordat zij naar school komen, blijkt te leiden tot slechtere leerprestaties. De onderzoekers hebben hier geen verklaring voor. Wellicht richten lerenden zich meer op de quizzen en opdrachten, en minder op de instructies, suggereren zij. Je zou lerenden quizzen en opdrachten daarom beter in de klas kunnen laten maken.
- De combinatie van flipped learning en traditioneel onderwijs leidt tot betere leerresultaten dan volledig flipped learning. Docenten zijn ook meer flexibel in het klassikaal behandelen van complexe leerstof.
- Flipped learning leidt tot meer tevreden lerenden dan traditioneel onderwijs. Het effect is niet spectaculair.
Mijn opmerkingen
Het is altijd lastig om twee verschillende onderwijsaanpakken met elkaar te vergelijken. Er spelen immers veel factoren een rol, niet alleen de docent. Dat blijkt ook uit de verschillen tussen Europa, Noord-Amerika, Australië enerzijds en Midden-Oosten en Azië anderzijds. Het is waarschijnlijk vooral de activerende didactiek die het verschil uitmaakt. Immers, daar waar activerende didactiek al een plek heeft binnen ‘traditioneel onderwijs’, zijn de positieve effecten van flipped learning geringer. Bovendien werkt de aanpak vooral goed bij vaardigheden omdat lerenden dankzij flipped learning meer gelegenheid hebben om te oefenen. Leertechnologie is overigens wel geschikt om een activerende didactiek te faciliteren.
Daarnaast moet je waken voor generalisaties van deze bevindingen naar mbo en voortgezet onderwijs. De doelgroep maakt veel uit (denk aan het vermogen om het eigen leren te reguleren).
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie