Op 17 maart jongstleden besloot ik mijn professionele blogposts ook te publiceren op LinkedIn. In deze bijdrage maak ik de balans van dit handmatig crossposten op. Spoiler alert: ik raad dit elke blogger, die schrijft over zijn vakgebied, aan.
Ik vind het belangrijk om online kennis te delen door mijn meningen en reflecties te publiceren, te delen met anderen en er met anderen over van gedachten te wisselen. Soms krijg ik nog wel eens de vraag of mensen een link mogen opnemen naar één van mijn bijdragen of dat een blogpost mag worden geplaatst in een bundel.
Die vraag hoeven mensen mij eigenlijk niet te stellen. Dat mag, met bronvermelding, altijd. Ik stel het wel op prijs te horen als een bijdrage integraal is overgenomen.
Laatst vertelde een medewerker van een grote organisatie mij dat zij mijn implementatiemodel hadden gebruikt bij het opstellen van een projectplan. Daar kan ik dus van genieten. Uiteraard heb ik -zeker sinds ik een eigen bedrijf heb- persoonlijk veel baat bij deze ‘online presence’.
Half maart schreef ik dat ik het aantal views van posts in de feed van gebruikers op LinkedIn heel hoog vond (het bekijken van de introductie en de link van mijn blogposts), terwijl de blogposts zelf veel minder vaak gelezen worden. Nu schijnen ‘click-through-rates’ sowieso best laag te zijn (rond de 1-2% bij advertenties).
Ik wilde echter mijn LinkedIn-contacten en ‘volgers’ de mogelijkheid geven om mijn bijdragen volledig te lezen op het platform dat zij gebruiken. Daarom ben ik op 17 maart 2017 begonnen om blogs over mijn vakgebied ook als artikel op LinkedIn te plaatsen (dus niet de vakantieblogs of blogs over GroenLinks). Dat kost me een maar minuten extra werk (het toevoegen van foto’s en video’s werkt niet met ‘copy-paste’).
Vanochtend heb ik de statistieken bekeken van mijn artikelen en posts. Ik kan overigens niet heel ver terug kijken (niet verder dan een maand of twee). Oude statistieken worden niet getoond.
Ik heb gekeken naar het aantal keren dat een artikel is aangeklikt en de keren dat een post in de feed is bekeken. Ik heb ook gekeken naar het aantal likes en het aantal commentaren. Verder heb ik naar dezelfde statistieken op mijn weblog gekeken.
Ik heb geen rekening gehouden met het delen van bijdragen via sociale media. Via LinkedIn en via mijn blog gebeurt dat. Deels heb je daar zicht op, maar deels ook niet.
Onderstaande tabel laat de resultaten van tien bijdragen zien. Andere bijdragen gaven hetzelfde beeld. De tekst gaat onder de tabel verder.
Een aantal zaken valt me op:
- Met uitzondering van de bijdrage over de betrouwbaarheid van John Hattie’s meta-studie worden artikelen veel minder aangeklikt dan posts bekeken worden.
- Artikelen leveren veel meer likes op dan posts, en ook meer commentaren.
- Artikelen op LinkedIn leveren meer commentaren en likes op dan blogposts (met uitzondering van één bijdrage).
- Uitgezonderd één bijdrage bekijken lezers blogposts vaker dan artikelen op LinkedIn. Als ik verder in de tijd terug kon gaan, wordt dit beeld volgens mij nog duidelijker. Oudere blogposts blijven namelijk verkeer genereren.
Ik heb ook gekeken naar het aantal keren dat vanuit LinkedIn naar mijn weblog is doorgeklikt. Ik heb daarbij in eerste instantie gekeken naar de afgelopen negentig dagen. Deze periode komt overeen met de periode waarin de blogposts in de tabel zijn gepubliceerd. De afgelopen 90 dagen hebben bezoekers 814 maal vanuit LinkedIn mijn weblog bezocht. Dat staat in schril contrast tot de 3557 views van de tien posts (en de afgelopen 90 dagen heb ik veel meer blogposts geplaatst). Maar er wordt dus weinig doorgeklikt. Ter illustratie: verleden week zijn mijn posts 2500 keer op LinkedIn bekeken, en hebben mensen 58 keer doorgeklikt. Dat is een ‘click-through-rate’ van 2,32%.
Het is lastig om te achterhalen of mijn weblog minder wordt bezocht, sinds ik artikelen ook op LinkedIn publiceer. In vergelijking met verleden jaar is mijn blog in april minder bezocht, maar in mei juist meer. Diverse factoren zijn echter van invloed op het bezoek (zoals het aantal posts of het type berichten).
Je moet er volgens mij ook rekening mee houden dat mensen op heel verschillende manieren jouw bijdragen lezen. Behalve via LinkedIn of via de weblog zijn dat:
- Via een RSS feedreader. Het gebruik hiervan is de afgelopen jaren afgenomen (terwijl feedreaders zulke handige tools zijn om snel veel bronnen te filteren).
- Via e-mail.
- Doordat anderen deze herbloggen of via RSS ook publiceren (prima als mijn naam erbij staat, bijvoorbeeld bij e-learning.nl).
- Via overnames in elektronische magazines (een aantal van mijn bijdragen komen in de Learning Correspondent van SBO terecht).
Via media als Facebook of Slack lezen mensen ook alleen de intro. Het afgelopen kwartaal is vanuit Facebook 771 keer doorgeklikt naar mijn blog. Via Twitter is 2549 keer geklikt. Zoekmachines leiden tot het meeste verkeer (10673 clicks) waarvan Google bijna 98% voor zijn rekening neemt. Dankzij Google is de blogpost over de voor- en nadelen van het gebruik van sociale media door jongeren (uit eind 2012) jaarlijks mijn meest populaire bijdrage (inmiddels 27657 keer gelezen; elk jaar wordt deze bijdrage vaker gelezen).
Mijn conclusies
- Professionals gebruiken tal van media om bij te blijven op het vakgebied. Dat betekent dat je ook moet publiceren via meerdere media (als je wilt dat jouw bijdragen gelezen worden). Je wilt toch dat jouw stem wordt gehoord, en niet dat mensen jouw blog bezoeken. Tenzij je geld uit advertenties wilt verdienen. Ik kies daar bewust niet voor.
- Als je publiceert over je vakgebied dan is LinkedIn een belangrijk platform, in aanvulling op andere media. Veel professionals maken immers gebruik van LinkedIn.
- Als je wilt converseren met lezers, dan lijkt LinkedIn een belangrijker podium geworden dan de weblog.
- Het is mooi als anderen jouw bijdragen delen, maar realiseer je dat lezers betrekkelijk weinig doorklikken naar de blogpost zelf.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie