Meeting the future #nioc

Vandaag en morgen vindt het NIOC-congres in Arnhem plaats. De ochtend startte met een aantal keynotes rond visies en trends.

Kees Donker van IBM ging in op trends op het gebied van Global Services (uit het verleden, heden en de toekomst). Hij kwam bij IBM binnen toen het einde van dat bedrijf werd voorspeld (1995). In 1993 verdiende men 15% aan services, en 49% aan hardware. In 2003 beslaat services 48% van de omzet. Dat betekende de redding van IBM. De klant is centraal komen te staan in het salesproces. Belangrijk is volgens Donker ook dat je je committeert aan de langere termijn (business en cultuurverandering). Hij illustreerde ook dat er sprake is van een permanente dynamiek. IBM is zich locaal gaan specialiseren en globaal gaan verbinden en integreren. IBM vindt innovaties die er toe doen belangrijk, niet alleen voor het eigen bedrijf, maar voor de hele wereld.

Donker stelde ook dat elke 5-6 maanden de hoeveelheid data wereldwijd verdubbeld. Daar wordt nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Technologie wordt steeds slimmer en goedkoper om daar gebruik van te maken. Maar je hebt dan wel kennis van analyseren nodig. Computers kunnen dankzij unieke verbindingen ook interpreteren en gegevens relateren met een computer. Hij voorspelt dat computers in 2035 zo slim zijn als het menselijk brein.

Je moet echter wel investeren in technologie, en niet voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Gelukkig zijn onderwijsinstellingen veel meer bereid om te investeren. Je zou volgens hem als onderwijs voor moeten lopen op de industrie.

Eduard Beck van Microsoft pleitte om vanuit een mindset van kansen naar technologische ontwikkelingen te kijken. Heel veel technologie om ons heen kan chaos veroorzaken. Daarom moet je ubiquitous computing gaan ontwerpen. Technologie moet integraal verweven zijn in ons leven. Dat moet je echter ontwerpen. We zijn begonnen met enterprise computing, toen personal en nu 'social' computing'. Dan kun je samen met anderen problemen oplossen.

Technologie moet volgens Beck in elkaars verlengde werken. Dan krijg je synergie, en geen vervuiling van technologie. Je moet technologie niet als belemmering ervaren, maar als datgene dat jou helpt naadloos te functioneren. Dat kan met 'wearless' ICT. Autoruiten werken als beeldschermen, jouw bril fungeert als computer. Voor het onderwijs betekent dat dat ICT leren door kan gaan, 'seamless computing'.

Beck heeft geen diploma, maar wel een persoonlijk leernetwerk. Iedereen zou dat moeten hebben, en onderwijsinstellingen zouden daar een onderdeel van uit maken, meent hij. Identiteiten, services en devices vormen dan de kernelementen van het persoonlijk netwerk. Op basis van identiteiten (profielen) ontvang je recommendations. Rijke bronnen (materialen en peers) maken leren mogelijk. En je hebt diverse devices om naadloos te kunnen leren. Je moet echter vervolgens een 'kaart' maken die structuur biedt voor leren. Die kaart maakt jou eigenaar van je leerproces. Maak jouw kaart in ontmoeting van anderen. De school faciliteert dan leren. Wat heb je nodig voor een persoonlijk leernetwerk?

  • Services in de cloud.
  • Touchschermen, eventueel met toetsenborden en een stylus. En een mobiele telefoon.
  • Dankzij synchronisatiemogelijkheden gaan services en apparaten naadloos samenwerken.

Aan het eind van de opening konden we nog stemmen op vier video's die studenten hadden gemaakt over Meeting the Future.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *