In Why are we giving up on Software for Education? breekt Michael Staton een lans voor specifiek voor het onderwijs ontwikkelde software. Hij verbaast zich erover dat edubloggers de ontwikkeling van sociale netwerken als Facebook en Google + 'overhypen'. Veelbelovende educatieve internet startups worden daarentegen voor een groot deel genegeerd.
Staton stelt o.a.:
These generic social platforms are NEVER going to solve for the challenges we have in education. They do not research or understand institutional workflows, or build tools to specifically to help staff and faculty reach students.
In zijn blogpost vraagt hij zich af hoe het kan dat deze specifiek op het onderwijs gerichte bedrijven vaak genegeerd worden. Komt het doordat de edublogsfeer alleen aan 'gratis' producten aandacht wil besteden, of omdat de kwaliteit van educatieve tools beneden peil is?
Eigenlijk heeft Staton wel een punt. Zelf blog ik ook over de relevantie van sociale netwerktechnologie voor leren, maar besteed ik betrekkelijk weinig aandacht aan specifiek nieuwe educatieve technologische producten. Ik ben terughoudend om reclame te maken, maar publiceer wel over de didactische relevantie van Twitter, Google + en andere algemene sociale netwerktechnologie. Terwijl dat in feite ook reclame is (je betaalt op een andere manier dan via een abonnement of licentie).
Wellicht heeft het er ook mee te maken dat er betrekkelijk weinig echt innovatieve Nederlands-Vlaamse educatieve applicaties ontwikkeld worden. Of dat ik ook besmet raak door middel van virale campagnes van mondiale spelers.
Het kan ook zijn dat je vaak meer tijd moet investeren om een educatieve app te doorgronden, terwijl dat bij sociale netwerktechnologie sneller gaat. Ik krijg namelijk regelmatig uitnodigingen om eens te komen praten en een demonstratie bij te wonen, terwijl ik een algemene sociale netwerkapplicatie in eigen tijd en tempo kan gebruiken.
Bij dezen beloof ik daarom meer aandacht te besteden aan specifiek voor leren ontwikkelde innovatieve internetapplicaties. Mits ik me er zelfstandig in kan verdiepen, en er onafhankelijk op mag reflecteren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Het nadeel van educatieve software in mijn optiek is juist dat ze ontworpen is op basis van bestaande procedures en protocollen die in het onderwijs gehanteerd worden. Dat brengt met zich mee dat je alle fouten en onmogelijkheden van dat systeem meeneemt.
Wat ‘Staton’ dus als nadeel ziet, zie ik als heel groot voordeel: “They do not research or understand institutional workflows, or build tools to specifically to help staff and faculty reach students.”
Verassend genoeg is niet-voor-educatieve-doeleinden-ontworpen software (als twitter) soms verbluffend effectief ’to help staff and faculty reach students.
Je moet er als docent/gebruiker gewoon een beetje eigen creativiteit in leggen (wat bij veel educatieve software ook onmogelijk is)
@Denkbeeldhouwer: interessante benadering! In feite bedoel ik dat als ik schrijf: “Wellicht heeft het er ook mee te maken dat er betrekkelijk weinig echt innovatieve Nederlands-Vlaamse educatieve applicaties ontwikkeld worden.”
Ik denk dat er wel degelijk innovative applicaties in Nederland en Vlaanderen worden ontwikkeld. Altijd die eeuwige nadruk op Amerikaanse innovaties verhindert soms het zicht op ontwikkelingen die beter aansluiten bij het onderwijs in Nederland en Vlaanderen.