Meer aandacht voor data ethiek

Achterhaalde wetgeving, zwakke vormen van zelfregulatie en onvoldoende institutionele waarborgen ten aanzien van privacy. Deze factoren spelen een rol bij massive open online courses. Het risico bestaat dat de wal op een gegeven moment het schip zal keren, en belanghebbenden hun interesse voor MOOCs gaan verliezen.

Ethics
Foto: AJC1

Gisteren heb ik een beschouwing geschreven over de ophef over Basispoort. Ik heb daarbij de relatie gelegd met big data en learning analytics. Dankzij een ‘scoop’ van Robert Schuwer kwam ik vanochtend een artikel tegen over de relatie tussen privacy en MOOCs.

Caitlin Emma vraagt zich daarin af of online onderwijs op hol is geslagen. Zij schrijft dat Amerikaanse leerlingen in toenemende mate deel nemen aan massive open online courses, en daarmee veel data overhandigen aan private bedrijven. Deze data hebben betrekking op zaken als hun academische sterke en zwakke kanten, leerstrategieën, denkprocessen, persoonsgegevens, IP-adressen en bijdragen in openbare fora. Volgens Emma is er weinig federale wetgeving op het gebied van privacy die inkadert of en hoe deze data gebruikt mogen worden, bijvoorbeeld voor commerciële doelen.

Het congres is verdeeld over wetgeving. Veel (voornamelijk) republikeinse politici pleiten voor zelfregulatie. Dat wil zeggen: de sector moet zelf afspraken maken over privacy.

Sporadisch komen ouders, activisten en juristen in verzet tegen initiatieven die indruisen tegen de privacy van lerenden. Soms met succes, zoals bij de leerlingdatabase inBloom. Een ambtenaar van het ministerie van onderwijs adviseert schooldistricten om met de Family Educational Rights and Privacy Act (FERPA) in de hand kritisch te kijken naar de voorwaarden van bedrijven waarmee zij zaken doen, zoals de MOOC-aanbieders.

Er zijn ook staten die met eigen wetgeving komen. Onderwijskoepels pleiten er voor dat alle data van lerenden onder de volgens sommigen verouderde FERPA vallen, en dat schooldistricten beschikken over een chief privacy officer.

Verder zijn er bedrijven die beloven nooit data van lerenden te zullen verkopen noch deze data te gebruiken voor advertenties. Bedrijven en organisaties als Apple, Google, Pearson, de Khan Academy, edX en Instructure Canvas hebben deze verklaring om verschillende redenen niet ondertekend.

Privacy advocaten wijzen er daarbij ook op dat deze verklaring allesbehalve eenduidig is, omdat er begrippen worden gebruikt die voor meerdere uitleg vatbaar zijn (zoals “educatieve doeleinden”).

Verder stelt Emma dat zelfs de balans tussen het delen van data voor onderzoek en privacy lastig te vinden is. Veel data wordt onbruikbaar als je persoonlijke gegevens over lerenden weg laat.

Je kunt dus in een notendop concluderen dat er sprake is van achterhaalde wetgeving, zwakke vormen van zelfregulatie en onvoldoende institutionele waarborgen ten aanzien van privacy. In het artikel Online education run amok? wordt gesuggereerd dat zorgen om privacy mensen er zelfs van gaat weerhouden deel te nemen aan MOOCs. Daarom is het belangrijk om op een verantwoordelijke en ethische manier om te gaan met data (data ethics).

Ik weet niet of zorgen omtrent privacy belangstellenden doet besluiten niet meer deel te nemen aan MOOCs. Veel mensen maken zich zorgen over privacy en sociale media, maar maken nog steeds gebruik van Google apps, Facebook of WhatsApp.

Los daarvan is het inderdaad van belang om beleid om het gebied van data ethiek te ontwikkelen en te handhaven.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *