Massive Open Online Courses: nieuwe doelgroepen, innovatie en didactische verarming?

Steeds vaker kom je in de niet-onderwijs pers artikelen tegen over MOOC’s: massive open online courses. In een recente publicatie van de National Public Radio wordt geïllustreerd dat MOOC’s een mooi middel zijn om studenten te bereiken, voor wie universitair onderwijs anders nauwelijks toegankelijk was. Tegelijkertijd kun je vraagtekens stellen bij de didactische kwaliteit van deze innovatie.

De National Public Radio (NPR) beschouwt de opkomst van massive open online courses (MOOC) als een illustratie van de toenemende belangstelling voor e-learning. Vooral omdat het de prestigieuze universiteiten zijn die zich op dit terrein begeven.

De NPR laat zien hoe belangrijk deze MOOC’s zijn voor jongeren in armere landen: werkgevers aldaar waarderen een certificaat van een MOOC tijdens sollicitatieprocedures. De Universiteit van Helsinki schijnt de certificaten ook al te erkennen.

Men ziet deze vorm van onderwijs ook als vervanging van de traditionele, massale, hoorcolleges. Niet van het face-to-face onderwijs. De bijeenkomsten die dan plaatsvinden zijn veel interactiever. Het traditionele universitaire onderwijs kan daarmee worden verbeterd.

Daarnaast wordt deze ontwikkeling vooral van belang geacht voor een leven lang leren, voor diegenen die al een diploma hebben.

Het artikel van de NPR -dat ook is te beluisteren als podcast- gaat ook in op de services die inkomsten rond MOOC’s moeten genereren: certificering en ‘matchmaking‘ tussen werkgevers en potentiële werknemers.

Bovenal onderstreept deze bijdrage het vergroten van de toegankelijkheid van kwalitatief goed onderwijs door MOOC’s:

“It’s not the same as the experience of the on-campus students, but it’s a heck of a lot better than what they had before.”

Een interessante benadering is ook dat de in MOOC’s participerende instellingen juist verwachten revenuen te ontvangen doordat zij in potentie grote aantallen studenten met services kunnen bereiken.

Het artikel eindigt met de opmerking dat er nog heel wat hobbels te nemen zijn. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om essays van duizenden studenten na te laten kijken door een docent. Daarom wordt nu gebruik gemaakt van multiple choicetoetsen.

De kwaliteit van het onderwijs is inderdaad een risicofactor. De didactische kwaliteit van bestaande MOOC’s (en dan heb ik het niet over de connectivistische MOOC’s) is niet denderend. Als je geen alternatief hebt, of als je alleen gratis je kennis wilt opfrissen, dan is dit geen probleem. Dat is het wel, als je een erkend diploma nodig hebt om je arbeidsmarktpositie te versterken. MOOC’s met duizenden deelnemers vragen om een andere didactiek, waarbij peer reviews en peer feedback bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen. Als je de online hoorcolleges en andere aanvullende leeractiviteiten van een MOOC beschouwt als onderdeel van een universitair leerarrangement, dan is dit minder een probleem. Wel als een MOOC universitair of post-HBO/academisch onderwijs gaat vervangen.

We moeten ook erkennen dat de situatie van Nederlandse universiteiten niet vergelijkbaar is met die van de Angelsaksische universiteiten. In de eerste plaats hebben Nederlandse universiteiten minder budget om te investeren in een innovatie waarvan de effecten nauwelijks zijn in te schatten (al zal men tot op zekere hoogte wel moeten). Daarnaast zullen Nederlandse universiteiten nooit zoveel studenten met een MOOC bereiken, waardoor de afname van additionele services door pak ‘m beet 5% van de deelnemers voldoende inkomsten genereert. Desalniettemin geldt voor onze universiteiten de uitspraak uit het NPR-artikel:

do you want to shape how technology is going to shape universities; or do you want to just hide your head and pretend it is not going to happen?

Je leert immers pas autorijden als je achtter het stuur zit. Je zult m.i. op z’n minst met MOOC’s moeten experimenteren om ervan te leren.

Nota bene: typerend dat de niet-educatieve pers e-learning aan het ontdekken is dankzij MOOC’s!

Tip van Paul Kirschner

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

3 reacties

  1. “Je leert immers pas autorijden als je achtter het stuur zit. Je zult m.i. op z’n minst met MOOC’s moeten experimenteren om ervan te leren” Hmm, dat lijkt me nauwelijks het goede argument om met MOOC-experimenten in zee te gaan. Je moet ten minste de verwachting hebben dat die experimenten in potentie wat gaan opleveren en een idee hebben van wat dat dan is. Het experiment moet uitwijzen of die verwachtingen bewaarheid worden. Hoe dan ook, voor aan experimenten te beginnen zijn er twee artikelen/blogs die de moeite van het lezen meer dan waard zijn. Het argumenten van studenten in zich ontwikkelende landen is dubieus. Op mij komt het over als een vorm van kennisimperialisme (‘second best voor ons is goed genoeg voor jullie’). Sir John Daniel, een afstandsonderwijs-guru bespreekt een aantal argumenten voor en tegen MOOC’s die allemaal de moeite waard zijn om kennis van te nemen. Een ander artikel dat tot nadenken noopt is dat van Dean Dad. (Ondertaande links zijn naar Scoop.it-pagina’s waar ik hun artikelen, en andere over MOOC’s, in heb opgenomen en becommentarieerd.)

  2. Ik ga er impliciet van uit dat MOOC’s potentie hebben. Anders zou ik er niet eens zo veel over bloggen 😉 Maar de echte potentie, en de voors en tegens, leer je volgens mij pas echt kennen door er mee aan de slag te gaan.
    Het artikel van sir John Daniel staat al langer op mijn leeslijst. Dank voor de tip.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *