Maatwerk leveren via online leren

Als binnen het middelbaar beroepsonderwijs ICT wordt ingezet, is dat meestal in combinatie met groepsbijeenkomsten (blended learning). De reistijd (en reiskosten) zijn vaak te overzien zodat de prikkel om aan de slag te gaan met volledig online leren tot nu toe relatief gering is. De kosten van het ontwikkelen van volledig online leeraanbod zouden niet opwegen tegen de baten. Bovendien wordt vanuit pedagogisch oogpunt veel waarde gehecht aan persoonlijke contacten tussen lerenden onderling, en tussen lerenden en onderwijsgevenden. Tenslotte wordt dikwijls betwijfeld of je alle benodigde vaardigheden voor een beroep wel online kunt leren.

Volgens mij is een aantal van deze bezwaren niet meer relevant en is het belangrijk voor de invoering van competentiegericht leren om ook volledig online leren aan te bieden.

Dankzij technologische en didactische ontwikkelingen is het namelijk goedkoper geworden om online leren vorm te geven. Contentcreatietools zijn bijvoorbeeld veel gebruikersvriendelijker geworden en de expertise over wat ‘goede e-learning’ is, is toegenomen. Bovendien zijn applicaties om e-learning mee vorm te geven ‘socialer’ geworden waardoor je via technologie meer persoonlijke contacten kunt onderhouden (denk aan de combinatie van online video en voice over IP). Verder zijn mensen meer gewend om persoonlijke online contacten te onderhouden. Tenslotte vindt leren ook meer in de beroepspraktijk plaats, waardoor vaardigheden oefenen minder op school hoeft te gebeuren.

Ik zie dan ook twee belangrijke kansen voor het middelbaar beroepsonderwijs om dankzij online leren meer maatwerk te realiseren (een belangrijk aspect van CGO):

  • Dankzij online leren kunnen leerlingen zeer specifieke leervragen beantwoord krijgen. Daarbij gaat het om leervragen waar binnen de school weinig ‘vraag’ naar is. Op dit moment verzorgen MBO-instellingen vaak onrendabele onderwijsonderdelen. Ook worden bepaalde leervragen niet beantwoord. Denk daarbij aan een leerling die in Portugal stage wil lopen. Deze leerling is gebaat bij conversatielessen Portugees. Een ROC heeft deze expertise vermoedelijk niet in huis. Op dit moment is dergelijk aanbod al via internet beschikbaar. Een voorbeeld is de website Myngle.com. MBO-instellingen zouden kunnen samenwerken met dergelijke initiatieven om dit aanbod voor de eigen leerlingen toegankelijker te maken (de prijs van zo’n cursus is voor een 17 jarige leerling is nu namelijk hoog).
  • Via online leren kunnen MBO-instellingen doelgroepen bereiken die zij op dit moment nog niet bereiken. Veel werkenden zijn bijvoorbeeld niet in staat om overdag deel te nemen aan leeractiviteiten. En het is vrij kostbaar om grote schoolgebouwen voor relatief kleine groepen open te stellen. Online leren kan hierbij een uitkomst bieden. Een andere groep nog niet bereikte deelnemers bestaat uit mensen die -bijvoorbeeld vanwege een functiebeperking- aan huis gebonden is.

Clayton Christensen, Michael Horn en Curtis Johnson noemen dit in hun boek “Disruptive class” ontwrichtende innovatie. Volgens Artefaction is dit één van de zeven flexibiliseringsstrategieën voor het onderwijs (zie pagina 67 en verder).

Volgens mij moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan om deze vernieuwing mogelijk te maken. In de eerste plaats zal het online leren aanbod van zeer goede kwaliteit moeten zijn. Dat is helaas nog lang niet altijd het geval. Check nog maar eens enkele lessen uit de sessie van Marcel de Leeuwe, tijdens het laatste nationale e-learning congres.

Op de tweede plaats vereist het verzilveren van deze twee kansen een zekere schaalgrootte, die volgens mij vergaande samenwerking binnen en tussen MBO-instellingen noodzakelijk maakt. Wellicht dat een initiatief als Triple A hierbij als voorbeeld kan dienen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *