LinkedIn als leerplatform: mogelijkheden en risico’s

LinkedIn kennen we al vele jaren als professioneel sociaal netwerk. Een aantal jaren geleden is LinkedIn overgenomen door Microsoft. Inmiddels profileert LinkedIn zich steeds meer als leerplatform. Is dat positief omdat we toch al met z’n allen ‘op LinkedIn’ zitten? Of zijn er ook risico’s?

Heel veel professionals hebben een profiel op LinkedIn. Ook mensen, zoals mijn vrouw of zwager, die verder weinig moeten hebben van sociale media zoals Facebook of Instagram.

Op LinkedIn plaats je informatie over het werk dat je hebt uitgevoerd, over opleidingen die je hebt gevolgd en vrijwilligerswerk dat je hebt uitgevoerd. Je kunt er kortere bijdragen plaatsen of langere artikelen publiceren. Ik heb zelfs het idee dat professionals de laatste paar jaar eerder op LinkedIn publiceren, dan via een eigen weblog. Interacties over bijdragen vinden ook steeds vaker op LinkedIn plaats.

Ik gebruik LinkedIn vaak om mensen te zoeken. Onlangs vroeg een studerend familielid van me of ik mensen kende die zij kon interviewen over het evalueren van leren en ontwikkelen. Binnen een half uur zoeken via LinkedIn, had ik tien toezeggingen.

Verder kun je banen zoeken op LinkedIn. Op LinkedIn kun je ook aanbevelingen plaatsen of bepaalde bekwaamheden onderschrijven. Hierdoor weet LinkedIn inmiddels veel over je. LinkedIn gebruikt die data onder meer voor het doen van aanbevelingen.

Meer Learning via LinkedIn

De laatste jaren richt LinkedIn zich ook steeds meer op leren en ontwikkelen. Zo heeft LinkedIn een aantal jaren geleden Lynda.com overgenomen. Dat heet nu LinkedIn Learning. Onlangs werd bekend dat LinkedIn zich nog intensiever bezig gaat houden met leren en ontwikkelen:

• Een tijd geleden heeft LinkedIn Learning Pro gelanceerd. Bedrijven kunnen daarmee eigen content publiceren en aangepaste leerpaden ontwikkelen.
• Een maand of twee geleden heeft LinkedIn “Skills Insights” aangekondigd. Dit zijn instrumenten waarmee je bekwaamheden binnen je bedrijf kunt analyseren en cursussen kunt promoten op basis van zogenaamde ’skills gaps’.
• LinkedIn biedt nu dankzij de algoritmes en machine learning adviezen aan om te werken aan bekwaamheden.
• LinkedIn stelt sinds kort derden in staat om via het platform content aan klanten aan te bieden. Voorbeelden zijn Harvard ManageMentor, getAbstract en Treehouse. Medewerkers van organisaties vinden daardoor veel relevante inhouden op één plek. Op dit moment selecteert LinkedIn de partners, die hiermee nieuwe doelgroepen kunnen benaderen. Wellicht, schrijft TechCrunch, komt er op termijn een publieke API waarmee alle aanbieders content kunnen aanbieden via LinkedIn.
• LinkedIn Learning cursussen worden nu voorzien van interactiemogelijkheden zodat lerenden ook kunnen communiceren met elkaar en met de auteur van de online cursus. Ik ben geneigd om te zeggen: eindelijk.

Josh Bersin -die LinkedIn overigens ook adviseert- is enthousiast als hij schrijft:

The company wants to become a single place for all organizational learning content. (…) it’s now an enterprise-class learning platform that can deliver training in almost every domain. (…) the company is now a serious end-to-end talent solutions provider. In the L&D domain, the platform can complement and even replace many existing systems.

Risico op vendor lock-in

Ik zie echter ook risico’s, en dan doel ik niet eens op het complexe karakter van algoritmes, op de eenzijdige nadruk op kwalificeren of op de instrumentele benadering van het aanpassen van mensen aan de eisen en wensen van de organisatie.

Toen ik bij de OU aan het OpenU-project werkte, hebben we via een API LinkedIn gekoppeld aan het profiel binnen OpenU. Gebruikers konden delen van hun profielinformatie importeren in het OpenU-profiel. LinkedIn heeft deze API op een gegeven moment om zeep geholpen. Voor profielinformatie moet je naar LinkedIn, vindt LinkedIn. Wat gaat LinkedIn op termijn doen met de API waarmee je content kunt integreren?

LinkedIn speelt verder een aanzienlijke rol als het gaat om het verkrijgen van een nieuwe baan, het acquireren van een nieuwe opdracht of het aangaan van professionele contacten. Informatie delen vindt ook via LinkedIn plaats, al is het platform hiervoor bepaald niet efficiënt.

Een RSS-feed ontbreekt immers. Want stel je voor je leest de inhoud via je RSS-feedreader of via mail, en niet op LinkedIn.

Als het gaat om een professioneel online netwerk is er is eigenlijk geen concurrent voor LinkedIn dat dus in handen is van Microsoft, ook al zo’n tech-oligarch.

Er is dan ook in toenemende mate sprake van ‘vendor lock-in’. En dat breidt zich nu ook steeds meer uit naar leren en ontwikkelen. Ik word daar niet vrolijk van.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.