Authenticiteit, betekenisvolheid en realisme zijn drie belangrijke -met elkaar samenhangende- kenmerken van goed onderwijs. Docent Mark Pullen meent dat ‘elke lerende een eigen device‘ hiertoe bijdraagt. Niet zonder meer, verwacht ik.
Pullen schrijft dat zijn belangrijkste doel als docent is:
helping students to have a classroom experience that avoids “schooliness,” where my teaching and the students’ tasks are consistently designed to be as genuine as possible.
Op basis van een pilot met een laptop voor elke lerende concludeert hij dat 1:1 technologie bijdraagt aan ‘levensecht’ onderwijs:
- Lerenden schrijven voor een echt publiek (bijvoorbeeld via een weblog). Deze manier van publiceren motiveert meer dan het schrijven in beslotenheid.
- Lerenden werken aan realistische leerbehoeften. Met behulp van ICT kun je de sterke en minder sterke kanten van lerenden in kaart brengen, en inspelen op individuele leerbehoeften.
- Lerenden ontwikkelen bekwaamheden niet afzonderlijk, maar integraal en op een verdiepende manier. Lerenden hebben immers toegang tot “the entire base of knowledge acquired throughout human history“.
Pullen vat (een belangrijk deel van) de potentie van internettechnologie voor het onderwijs mooi samen. Als het gaat om ‘levensecht’ onderwijs mogen met name de mogelijkheden van online simulaties en serious gaming uiteraard niet ontbreken. Authentiek onderwijs is uiteraard afhankelijk van de aard van de opdracht. Toegang tot massa’s informatie alleen, is niet voldoende voor betekenisvol en realistisch onderwijs.
Ik ben op zich voorstander van één apparaat per lerende. Toch zie ik ook heil in het gezamenlijk gebruik van laptops/tablets door lerenden. Lerenden leren dan ook van elkaar. Mede daarom pleit Sugata Mitra ervoor om lerenden in groepjes met computers te laten werken. Ook kan deze werkwijze het risico op ‘verleiding’ beperken, doordat lerenden wederzijds afhankelijk van elkaar zijn.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie