Mensen die vinden dat kennis minder belangrijk is, omdat het kan worden opgezocht, helpen onderwijsontwikkeling niet veel verder.
Ik heb op de middelbare school nauwelijks biologie gehad. En van het biologieonderwijs dat ik de eerste twee brugklasjaren heb genoten, is bitter weinig beklijfd. Geschiedenis was meer ‘mijn ding’. Mijn vrouw, waar ik niet mee getrouwd ben, heeft eindexamen biologie gedaan en ook op de pabo behoorde biologie tot haar lievelingsvakken.
Toen ik gisteren een virtual reality app over het menselijk lichaam gebruikte, had ik dan ook geen flauw idee waar ik naar zat te kijken. Ik vond het wel knap gemaakt. Toen ik mijn vrouw diezelfde app gisteravond liet zien, reageerde zij meer opgetogen over neuronen die via synapsen met elkaar communiceerden.
Je hebt met andere woorden bepaalde voorkennis nodig om betekenis te kunnen verlenen aan toepassingen zoals deze VR-app. Dergelijke kennis ontwikkel je bijvoorbeeld niet via samenwerkend leren, als degenen waar je samen mee leert niet over de betreffende kennis beschikken. Je ontwikkelt deze kennis ook niet door te zoeken op internet. Je beschikt namelijk over onvoldoende kennis om effectief te kunnen zoeken, en om gevonden informatie te kunnen duiden.
In deze gevallen zijn andere vormen van instructie meer effectief, waarmee ik niet bedoel “wenn alles schläft und einer spricht”….
Ik vind het daarom gevaarlijk als mensen een karikatuur maken van onderwijs, en zonder onderbouwing roepen dat parate kennis online opgezocht kan worden. Dit miskent de kennis die we hebben over effectief leren en doceren. Vanochtend kwam ik weer twee van dergelijke pleidooien tegen. In de eerste plaats in een artikel bij Frankwatching waarin gepleit wordt voor meer aandacht voor emotie, ten koste van parate kennis. Op de tweede plaats in een tweet van @JorickScheerens over een uitspraak van Maurice de Hond:
Hier vliegt De Hond toch aardig uit de bocht? #onderwijs2032 pic.twitter.com/CGtdTxUgsu
— Jorick Scheerens (@JorickScheerens) 23 januari 2016
Dergelijke pleidooien vind ik weinig vruchtbaar. Ze helpen de ontwikkeling van ons onderwijs niet verder. Het gaat er niet om of parate basiskennis belangrijk is. Het gaat er om dat we weten wat vandaag de dag belangrijke basiskennis is, wat lerenden anno 2016 nog meer zouden moeten kennen en kunnen, en hoe lerenden op een effectieve manier kunnen leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geschreven in 2000, maar nog steeds even relevant: http://special.edschool.virginia.edu/papers/hirsch_liu.html
Eens met het betoog dat parate kennis nog steeds relevant is, uitdaging is om te bepalen wat de basiskennis moet zijn. Ik vind je opmerking over samenwerkend leren alleen wat te kort door de bocht. Het gebrek aan leren heeft ook dan te maken met de wijze waarop het leren is ingericht. Je link verwijst naar een artikel, waarin ik de onderbouwing niet terug kan vinden. In het artikel staat wel weer een link naar een artikel op je eigen site over samenwerkend leren, waarin staat dat het wel werkt: http://www.te-learning.nl/blog/samenwerkend_le-2/
Uiteraard is de wijze waarop samenwerkend leren wordt ingericht, o.a. de kwaliteit van de taak, voor een groot deel bepalend voor de effectiviteit ervan. Maar in de verwijzing heb ik het volgens mij ook over het onderzoek van Martin Valcke waaruit blijkt dat samenwerkend leren voor ‘novices’ niet geschikt is.