Rob Jacobs pleit in Learning's Future: Search Engine or Network? voor een andere manier van leren. De kennissamenleving confronteert mensen met complexe problemen, die niet opgelost kunnen worden met behulp van statische kennis. Deze problemen hebben maar impliciete kennis nodig –tacit knowledge– die in een hoog tempo ontwikkeld moet worden.
Dat gebeurt in samenwerking met anderen, door co-creatie, door experimenten èn -voeg ik daar aan toe- door te reflecteren. Een veelzijdig samengesteld, persoonlijk, netwerk van mensen en connecties is daarvoor essentieel.
Jacobs vergelijkt dit met zoeken via een zoekmachine en zoeken via een netwerk. Bij een zoekmachine moet je weten wat je zoekt, en is het resultaat van de zoektocht: statische informatie, die publiek toegankelijk is. Bij zoeken via een netwerk wordt geanticipeerd op wat je nodig hebt. Je verkrijgt dynamische kennis, of je wordt er op gewezen. Vaak gaat het hierbij om 'niet publiek beschikbare', maar impliciet aanwezige, kennis.
Ondanks dat ik de verschuiving van statische naar dynamische kennis -en van expliciete naar impliciete kennis- ook zie, is er in de praktijk naar mijn mening geen sprake van een zwart-wit situatie. Niet alle 'statische kennis' is bederfelijk. Via een zoekmachine kun je ook terecht komen op waardevolle bronnen, waar je niet onmiddellijk naar op zoek was. En via een netwerk kun je ook gewezen worden op statische informatie (bijvoorbeeld in de vorm van een artikel). Desalniettemin vind ik de metafoor ook in dit verband wel goed gekozen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Inderdaad, het gaat niet om of-of, maar om en-en. Dat van die anticipatie is aardig. Het is natuurlijk inherent aan de sociale dynamiek van netwerken en het is natuurlijk alleen anticipatie vanuit het perspectief van het toevallige netwerklid dat hier iets aan heeft, maar het geeft goed aan waarom de onverwachte en ongeplande gebeurtenissen netwerken hun meerwaarde geven. Belangrijk om dit te laten gebeuren is gebrek aan top-down sturing: het netwerkontwerp stelt de grenzen, maar bepaalt niet wat er gebeurt. Het gaat om zelforganisatie, al moet je in enige mate organiseren.
@peter sloep: eens. Het gaat er m.i. om de intrinsieke motivatie van leden van een netwerk te bevorderen (sleutelwoorden: autonomie, sociale verbondenheid, passie, talenten en meesterschap), en hen te faciliteren om te participeren en te interacteren.