Leren met AR/VR (boek en voorwoord)

Gisteren is het boek Leren met AR/VR verschenen. In dit boek lees je hoe augmented- en virtual reality werken, wat je ervoor nodig hebt, welke bronnen zijn er, en hoe je zelf AR of VR kunt maken. De auteurs hebben mij gevraagd het voorwoord te schrijven. Dat heb ik met veel plezier gedaan.

Boekomslag Leren met AR/VR
Boekomslag Leren met AR/VR

Je leest over de geschiedenis, onderzoeken en hoort van leraren uit de praktijk hoe zij augmented of virtual reality een plaats geven binnen hun onderwijs. Michel van Ast, Dustin Dijkstra, Jasper Bloemsma en Raoul Teeuwen nemen je samen met vele co-auteurs en experts mee op reis met deze nieuwe technologie die een extra dimensie toe kan voegen aan ons onderwijs.

Aldus de website bij dit boek dat je hier ook kunt bestellen.

Mijn voorwoord luidt:

Technologieën bestaan vaak al vele jaren voordat een breed publiek deze technologieën adopteert. Op dat moment gaan ook de ‘early adopters’ uit het onderwijs experimenteren wat je met deze tools kunt. Dit heeft te maken met de prijs, gebruikersgemak, kracht en het bevorderen van innovatie.

Deze ontwikkeling zie je ook terug bij augmented en virtual reality (zie hoofdstuk 3). Op kleine schaal worden AR en VR al langer voor leren gebruik. De laatste jaren krijgt deze ontwikkeling echter een forse impuls. Dat heeft een aantal redenen. De eerste reden heeft te maken met toegankelijkheid. Je kunt nu je smartphone gebruiken in combinatie met een cardboard om VR te gebruiken. Ook andere headsets zijn betaalbaar terwijl je met 360 graden camera’s al zinvolle toepassingen kunt maken. De kosten van deze toepassingen zijn laag, en je maakt gebruik van de tools die je kent.

Reden twee is dat technologiebedrijven met potentieel krachtige, zij het duurdere, toepassingen komen. Te beginnen met entertainment, waarna educatieve toepassingen volgen. Apple is bijvoorbeeld van plan de komende jaren fors te investeren in augmented reality.
Tenslotte zie je ook het bevorderen van innovatie op dit terrein terug. In de zomer van 2016 werkte ik mee aan het SURF Trendrapport. We konden maar moeizaam praktijkvoorbeelden van AR/VR vinden. Nog geen jaar later presenteerden verschillende onderwijsinstellingen bij SURF mooie voorbeelden die zij dankzij een innovatieregeling hebben ontwikkeld.

Helaas zijn didactisch krachtige toepassingen vaak duur, en zijn goedkope toepassingen didactisch in veel gevallen niet krachtig.
Wat dat betreft is er nog een wereld te winnen. Met een Cardboard kun je een middeleeuws kasteel bezoeken. Je kunt er helaas echter alleen rondkijken, en niets doen.

Soms hoeft dat ook niet. Een virtueel bezoek aan een door oorlogsgeweld getroffen Syrische stad maakt al voldoende indruk.

We zullen bij de toepassing van AR en VR oog moeten hebben voor didactische principes waarvan we weten dat ze leren bevorderen (zoals veel en regelmatig oefenen, het geven van feedback en reflecteren). Hoe kunnen we deze principes toepassen op AR en VR? Hoe kunnen we AR en VR gebruiken voor het ondersteunen van waardevolle leeractiviteiten?
Vanwege de motivatie hoeven we AR en VR niet toe te passen. De motiverende effecten van technologie zijn immers van tijdelijke aard, en motivatie leidt niet automatisch tot beter leren.

Daar komt bij dat we ons de vraag moeten stellen wat de toegevoegde waarde is van AR en VR, in vergelijking met andere leertechnologieën waar we over beschikken (maar die nu niet meer ‘sexy’ zijn).

Dat vraagt om experimenteren en leren van die experimenten. Dit boek geeft daar hopelijk een impuls aan.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *