Als we ons steeds laten afleiden door smartphones en sociale media, dan gaat dat ten koste van onze leerprestaties. Mobiele technologie en sociale media zijn echter niet meer weg te denken uit ons leven. Hoe kunnen we dit hanteerbaar maken? En kan technologie daar wellicht zelfs een bijdrage aan leveren?
Onlangs kwam ik een nuttig interview tegen van Eric Westervelt met hoogleraar Adam Gazzaley. Deze laatste is neuroloog en co-auteur van een boek over het ‘afgeleide brein’.
In het interview schetst Gazzaley een beeld van mensen als informatieverzamelaars om te kunnen overleven. Dat gedrag gaat gepaard met cognitieve controle om bepaalde complexe doelen te bereiken. We hebben daarbij echter te maken met ernstige beperkingen zoals de neiging tot multi-tasking en het snel wisselen tussen taken. Dit gedrag is, zoals inmiddels wel bekend is, funest voor tal van cognitieve aspecten. Bovendien gaat het ten koste van de kwaliteit van interacties tussen personen, leidt het tot stress, angst en beïnvloedt het je stemming negatief.
Daarbij is het niet alleen van belang dat je je leert te focussen, maar vooral dat je in staat bent om niet-relevante informatie weg te filteren. Dat schijnt volgens onderzoek van Gazzaley het functioneren van het werkgeheugen te beïnvloeden. Filteren gebeurt voornamelijk onbewust, en is kritisch voor het vermogen om informatie op te nemen, te onthouden en er besluiten over te nemen, stelt Gazzaley.
Volgens deze hoogleraar neurologie worden we dankzij nieuwe technologieën meer afgeleid dan ooit te voren. Zo vraagt hij zich af wat virtual reality weer voor gevolgen zal hebben.
Deze ontwikkeling stelt het onderwijs daarom voor uitdagingen. Hij pleit er daarom voor dat we opnieuw leren onze aandacht te richten op één enkel doel. Jongeren zouden vooral de waarde hiervan moeten ervaren.
Westervelt vraagt Adam Gazzaley in het interview ook of een andere didactische aanpak, waarbij lerenden meer controle hebben over hun eigen leren, wellicht beter kan omgaan met deze afleiding. Gazzaly suggereert dat dit wellicht mogelijk is, al doet hij daar vanuit een gebrek aan expertise over didactiek geen harde uitspraken over.
Wel zijn er volgens hem andere manieren om afleiding tegen te gaan. Denk daarbij aan mediteren, lichamelijke oefeningen, cognitieve oefeningen en technologieën zoals bepaalde video-games waarin eigenschappen van meditatie, muziek en oefeningen in verwerkt zijn. Gazzaley en zijn collega’s onderzoeken die mogelijkheden op dit moment.
Voor ouders heeft hij ook tips: accepteer dat deze technologieën worden gebruikt, maar bevorder wel korte technologie ’time outs’. Geef vooral ook het goede voorbeeld door bijvoorbeeld niet tijdens het eten met je smartphone bezig te zijn.
Wat mij betreft is dit een mooie genuanceerde bijdrage. Wat betreft de didactische aanpak vraag ik me af je hiermee multitasking reduceert. Bovendien zullen veel lerenden nog moeten leren zelfsturend te leren. Uiteraard lokken saaie hoorcolleges zonder interactie, afleiding uit. Het is echter ondoenlijk te concurreren met SnapChat of WhatsApp, hoe ‘engaging’ het onderwijs ook is. Het gebruik van technieken en technologieën die je helpen te focussen, en het ontwikkelen van informatievaardigheden gericht op effectief filteren, zijn van belang. Maar vooral ook het maken van afspraken die gericht zijn op ‘afleiding-reducerend’ gedrag.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie