Leren door te doen kost tijd en vergt ondersteuning

Stages en andere programma’s waarbij lerenden al doende leren zijn populaire vormen van leren. Maar ze zijn niet altijd even effectief.

Volgens een studie van de Universiteit van Houston duren stages en andere “experiential learning programs” vaak een semester, en blijkt dat te kort te zijn om ervoor te zorgen dat lerenden hier de maximale leerervaring uithalen.

Zo weten lerenden nog niet hoe zij moeten onderhandelen over de gewoontes op de professionele werkplek. Daar komt bij dat lerenden vaak een andere verwachting hebben van de stage. Bovendien zouden lerenden gestructureerde ondersteuning moeten krijgen tijdens de stage, bijvoorbeeld als het gaat om het voeren van onderhandelingen over uit te voeren werkzaamheden. Door de stageperiode te verlengen, hebben lerenden meer gelegenheid zich deze bekwaamheid eigen te maken waardoor de stage tot een meer betekenisvolle leerervaring wordt.

Experiential learning has to be long enough to embrace the roller coaster, help students get over the hump. This is the role of education.

Begeleiders vanuit onderwijsinstellingen zouden juist moeten bewaken dat lerenden mogelijkheden hebben voor het opdoen van leerervaringen. Zij zouden hen ook actief moeten ondersteunen bij het uitvoeren van stagewerkzaamheden.

Het onderzoek van de Universiteit van Houston wijst terecht op kritische succesfactoren van het stage lopen. Lerenden moeten de kans krijgen daadwerkelijk te leren. Wat mij betreft heeft dat zeker niet alleen met tijd te maken, maar vooral ook met gelegenheid. Verder is goede begeleiding essentieel. In Nederland is volgens mij de laatste 20 jaar geïnvesteerd in de kwaliteit van het stage lopen, waarbij ook steeds meer expliciet aandacht wordt besteed aan de individuele leerdoelen van lerenden. Toch blijft de kwaliteit van stages een belangrijk aandachtspunt, als je bijvoorbeeld de JOB-Monitor goed leest (pdf).

Uiteraard kennen we in ons land op MBO niveau ook nog de beroepsbegeleidende leerweg, waarbij lerenden vooral werken en één dag per week naar school gaan. Tachtig procent van de BBL-ers vond in 2014 dat zij voldoende leren op de werkplek.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.