Terry Heick geeft een samenvatting van zes ontwerpprincipes voor connected learning, van de Connected Learning Alliance. Is dit concept hetzelfde als het connectivisme? Betreft het een nieuw concept? Het antwoord op beiden vragen luidt m.i. ‘nee’ . Is dat erg? Ook niet.
Bij deze alliantie zijn verschillende organisaties (zoals COSN en de Mozzilla Foundation) en experts (waaronder hoogleraar Katie Salen) op het gebied van leren betrokken. Hun visie luidt
A world where all young people have access to participatory, interest-driven learning that connects to educational, civic, and career opportunities.
De leer- en ontwerpprincipes van deze alliantie zijn volgens Heick:
- Leren moet gestimuleerd worden vanuit persoonlijke interesses van lerenden. Het moet betekenisvol zijn, en gericht op leerresultaten van een hogere orde. Belangstelling en passie worden ontwikkeld in een sociale context.
- Leren moet gericht zijn op het actief produceren, creëren, experimenteren en ontwerpen. Hiermee ontwikkel je belangrijke vaardigheden voor de huidige samenleving.
- Leren van en aan elkaar is een belangrijk principe dat gefaciliteerd kan worden dankzij sociale media.
- Internettechnologieën bieden veel mogelijkheden aan allerlei belanghebbenden bij leren om interesses met elkaar te delen en te werken aan een gezamenlijk doel. Gezamenlijke doelen bevorderen leren tussen generaties.
- Academisch succes is belangrijk voor intellectuele groei en maatschappelijk succes. Academische studies en instituties zouden echter meer verbonden moeten zijn met de cultuur, gemeenschappen en interesses van jongeren.
- Lerenden leren in meerdere settings, waarbij leren op school, thuis en de gemeenschap met elkaar verbonden zijn. Online leerplatforms faciliteren leren, en maken leren toegankelijk (inclusief een overvloed aan bronnen) en zichtbaar.
Het is eerste wat hierbij opvalt, zijn de geringe raakvlakken met het connectivisme dat leren in losgekoppelde netwerken benadrukt, en waarbij kennis in de knooppunten zit. Deelnemers en bronnen vormen knooppunten, terwijl bovendien gedistribueerde leertechnologieën worden gebruikt. De leer- en ontwerpprincipes van connected learning hebben betrekking op andere ‘verbindingen’.
Het tweede dat opvalt, is dat veel van deze principes hun wortels hebben in al langer bestaande motivatie- en leertheorieën. Uiteraard is daar niets mis mee.
Verder valt de expliciete waardering voor academische kennis op, de verbinding van het individu met verschillende settings en de grote rol van leertechnologieën bij de realisatie van deze principes die mij op zich wel aanspreken.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Een reactie