Learning analytics als heilige graal voor het onderwijs?

Learning analytics kan helpen meer gepersonaliseerd onderwijs mogelijk te maken en de kwaliteit van het onderwijs te vergroten. Er zijn volgens Arjanna van der Plas en Jop Esmeijer van TNO echter heel wat hobbels te nemen. Zij concluderen dat learning analytics geen heilige graal voor het onderwijs is. Ik ben juist bang dat dat wel het geval zal zijn.

Arjanna van der Plas en Jop Esmeijer hebben onlangs op Frankwatching.com een bijdrage geschreven over de relatie tussen learning analytics en gepersonaliseerd onderwijs.

Door gegevens over iemands leerproces slim te combineren en analyseren, krijgen lerenden inzicht in hun eigen leerproces, kunnen docenten optimaal gepersonaliseerd onderwijs aanbieden en krijgen bestuurders real time inzicht in de rendementen van hun opleidingsinstituut.

Zij pleiten ervoor om tools voor learning analytics te ontwikkelen vanuit de behoeften van de individuele belanghebbenden. Daaruit komt dan vaak een geïdealiseerde visie over gepersonaliseerd onderwijs naar voren, die bij de uitwerking echter ook op de nodige issues stuit:

  • Privacy. Er zal volgens hem onderzocht moeten worden hoe een flexibele benadering van het beheer van data voor verschillende doeleinden gehanteerd kan worden. Daarbij zou de privacy van lerenden en docenten beschermd moeten worden, en ook de kwaliteit en innovatie van het onderwijs bevorderd worden.
  • Data-eigenaarschap. Van der Plas en Esmeijer focussen daarbij op het beheer van de data. Moet het individu die beheren, de onderwijsorganisatie, of de ontwikkelaar van de learning analytics-tool? Wat mij betreft is het individu eigenaar van de data, maar wordt het beheer ervan door de onderwijsorganisatie gedaan. Zelfs bij een gehoste oplossing zou de service provider het beheer van data niet moeten doen, laat staan dat men eigenaar van data is. Wellicht dat er ook aparte databeheerders het terrein betreden. Dat zouden dan organisaties zonder commercieel oogmerk moeten zijn. Er zouden strakke regels en afspraken gehanteerd moeten worden, waarop ook toezicht uitgevoerd zou moeten worden.
  • Vertrouwen en bemoeienis. Learning analytics kan door diverse betrokkenen beschouwd worden als een vorm van wantrouwen en ongewenste bemoeienis. Volgens mij kun je dit ondervangen door doelen en verwachtingen ten aanzien van learning analytics helder te communiceren, en door je als schoolorganisatie te verantwoorden over de toepassing ervan. Transparantie en beheersing (dwz niet de neiging krijgen learning analytics te gebruiken voor andere doelen dan afgesproken) kunnen het draagvlak voor learning analytics vergroten. Als er sprake is van een algemeen wantrouwen richting docenten (vanuit ouders en leerlingen) en de schoolleiding (vanuit docenten, ouders en leerlingen), dan heb je een heel ander probleem.
  • Onderwijscultuur. Van der Plas en Esmeijer stellen dat learning analytics indruist tegen de heersende onderwijscultuur: autonomie, angst voor een datagedreven afrekencultuur en angst voor verkeerde interpretaties van data. Ik heb hier een ander beeld bij. De autonomie van docenten is de afgelopen jaren al drastisch ingeperkt, en er IS al sprake van een datagedreven afrekencultuur. Ik kan me wel voorstellen dat betrokken vrezen dat learning analytics gezien wordt als een vergrotende trap van deze afrekencultuur, die tevens een angstcultuur bevordert. We zouden learning analytics in feite moeten inzetten als middel binnen een andere cultuur van verantwoorden op resultaat, in plaats van afrekenen op basis van processen (zoals aanwezigheid of registratie van onderwijstijd). Dat is een hele klus.

Van der Plas en Esmeijer geven ook nog aan dat er een gebrek aan standaardisering op dit terrein is. Dat is volgens mij ook logisch, omdat nog onvoldoende helder is wat we onder learning analytics verstaan, wat we willen meten, met welke doelen we learning analytics willen gebruiken, welke data we daarvoor nodig hebben, en dergelijke. Illustratief is bijvoorbeeld dat de auteurs zelf leveranciers van leerlingvolgsystemen, electronische leeromgevingen en leermiddelen als producent van learning analytics-tools betitelen.

Learning analytics maakt echter gebruik van data uit meerdere systemen. Het bundelt die data, en helpt bij de interpretatie van patronen. We lopen nu het risico om datgene wat we al jaren doen (het verzamelen van data over en van leerlingen) van een nieuw, modern, label te voorzien. Dat schiet echter niet op.

Van der Plas en Esmeijer beschouwen learning anaylitics als een technologie met veel potentie voor het onderwijs, maar noemen het niet de heilige graal. Ik beschouw learning analytics eerder als een concept of benadering, waarbij technologie wordt gebruikt. Als we niet uitkijken, als we de hobbels niet adequaat nemen, dan zou het overigens wel degelijk een heilige graal voor het onderwijs kunnen zijn. De heilige graal is immers ook een mythe: hij is nooit gevonden.

Zie ook het topic over learning analytics op OpenU.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Ik zie om mij heen ook een andere interpretatie van Learning analytics, namelijk het verzamelen van data uit verschillende systemen, over studentgroepen heen om de kwaliteit en effectiviteit van onderwijs te meten. Het heeft dan geen individuele focus en dus ook een ander doel. Overigens gaan de issues die jij noemt ook dan op. Persoonlijk weet ik niet, en dat is dus een definitiekwestie, of je dit ook Learning analytics kan noemen. Het is eerder het analyseren van grote kwaliteit en minder van individuele leerprocessen. Voor mij vertroebelt het de hele Learning analytics discussie. Herken je dit?

  2. Zeker. Er worden meerdere doelen onderscheiden. LA zou ook input moeten opleveren aan opleidingen over de kwaliteit van het onderwijs. Zolang doelen niet onderling strijdig zijn, en transparant, hoeft het geen probleem te zijn.

  3. Is het niet sowieso verstandig om te experimenteren om vervolgens te kijken wat negatieve effecten zijn? Ik ben ervan overtuigd dat je ook maatregelen kunt nemen om negatieve effecten te verzachten.

  4. Dag Wilfred,

    Bedankt voor je reactie op ons artikel!

    We kunnen ons goed vinden in wat je zegt: learning analytics is voor ons een manier om naar onderwijs te kijken, met technologie als (invloedrijk) onderdeel van de puzzel. Het biedt een kans om onderwijs anders in te richten, en data uit verschillende systemen te koppelen (zowel uit de formele als informele context), waarbij ook gekeken kan worden naar data uit systemen die we nu niet benutten, zoals sociale media of internet of things-achtige sensoren (hierbij komt uiteraard wel weer het privacy-argument om de hoek kijken).

    En wie de hofleveranciers van learning analyticstools zullen worden, tja.. Wij hebben in ons artikel inderdaad onder meer LVS-leveranciers genoemd, maar misschien zijn partijen als Google of start-ups wel the ones to watch. We zijn benieuwd!

    Hartelijke groet,
    Jop Esmeijer en Arjanna van der Plas

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *