Laptops in het onderwijs: klep dicht (Hoe kan ICT competentiegericht leren versterken?)

Door laptops in het onderwijs te gebruiken, ben je veel flexibeler in het inzetten van ICT binnen leersituaties. Je kunt ICT gebruiken op het moment dat dit belangrijk is voor het leerproces. Maar je kunt ook met leerlingen afspreken om de ‘klep’ van de laptop een tijd dicht te doen. Je hoeft verder geen computers te reserveren, en je hebt veel minder aparte computerlokalen en open leercentra nodig. Laptops zijn ook krachtiger dan bijvoorbeeld smartphones. Natuurlijk komt er het nodige kijken bij de invoering van laptops in het onderwijs (zie bijvoorbeeld mijn impressie van een sessie over laptops in het MBO).

In deze bijdrage sta ik stil bij het didactisch zinvol gebruiken van laptops. Daarbij wil ik expliciet aandacht besteden aan het tegengaan van het risico van ‘afleiding’. Je hoort immers vaker dat leerlingen op Hyves zitten, in plaats van bezig zijn met de leerstof. Volgens mij moet je daar vooral pedagogisch-didactisch mee om gaan, en heeft het geen zin om websites e.d. af te sluiten.

Groepsbijeenkomst – online leren – zelfstandig werken

In toenemende mate wordt binnen het MBO gebruik gemaakt van online leerstof. Leerlingen kunnen deze leerstof zelfstandig doornemen. De leerstof bevat vaak sturing en feedback. Dat zijn taken die bij groepsbijeenkomsten vaak door een onderwijsgevende worden uitgevoerd.

In de praktijk zie je dat leerlingen tijdens groepsbijeenkomsten aan de slag gaan met elektronische leerstof. Onderwijsgevenden beantwoorden vragen, zetten leerlingen aan het werk, voeren individuele gesprekjes met leerlingen, en besteden vaak centraal aandacht aan bepaalde onderwerpen. Docenten zoeken veelal naar een zinvolle invulling van hun rol in deze leersituatie. Zij constateren ook dat leerlingen tijdens het doornemen van online leerstof vaak met andere dingen op internet bezig zijn. De docenten vinden het lastig hen daarop aan te spreken omdat de leerlingen vaak snel tussen websites en applicaties kunnen wisselen, en zij daar dankzij een vaak frontaal-klassikale opstelling weinig zich op hebben.

In feite is in zo’n situatie geen sprake van een goede balans tussen de drie elementen van TPACK. Didactiek, leerinhouden en de gebruikte technologie verhouden zich niet op een goede manier tot elkaar. Beter is het om online leren en groepsbijeenkomsten niet met elkaar te vermengen, maar apart te programmeren.

Groepsbijeenkomsten en laptops

Tijdens een groepsbijeenkomst

  • krijgen leerlingen korte instructies,
  • worden problemen met de leerstof besproken,
  • worden ervaringen uit de BPV (of uit het dagelijks leven) betrokken bij  het thema dat aan de orde is,
  • worden gemaakte taken behandeld,
  • verwerken leerlingen instructies,
  • oefenen leerlingen bepaalde beroepshandelingen,
  • wordt de voortgang van een integratieve opdracht besproken,
  • enzovoorts.

De laptop wordt tijdens deze groepsbijeenkomsten af en toe ingezet. Bijvoorbeeld door soms via digitale toetsvragen te checken of leerlingen de instructie hebben begrepen, door leerlingen korte internetzoekopdrachten te laten maken (en vervolgens te kijken wat daarvan terecht gekomen is), door peilingen te houden (kan vaak ook via een mobiele telefoon), door leerlingen wat te laten presenteren of door leerlingen een back channel te laten gebruiken tijdens een instructie (waarna je wel bespreekt wie waarom wel of niet heeft geparticipeert). De meeste tijd is de klep van de laptop echter dicht. Onderwijsgevenden moeten wel duidelijk voor ogen hebben wanneer zij wel of niet de laptop willen gebruiken. Zij kunnen dat ook samen met leerlingen bepalen (leerlingen willen vaak niet tijdens bijeenkomsten lang online zijn).

In deze situatie is de verleiding om filmpjes op YouTube te bekijken of te gamen gering. Leerlingen hebben immers de zoekopdracht niet af of participeren niet in de back channel. Onderwijsgevenden kunnen hen daar vervolgens op aanspreken.

Online leren programmeren

Het klinkt (en is) belachelijk (aangezien het haaks staat op de aard van online leren), maar om in aanmerking te komen voor bekostiging moet een MBO-instelling online leren programmeren en verantwoorden in een onderwijs- en examenregeling en een planningsdocument. Daarnaast moet online leren onder verantwoordelijkheid, regie en toezicht van de instelling worden uitgevoerd met deskundig personeel. Dat betekent bijvoorbeeld dat een onderwijsgevende online beschikbaar moet zijn om vragen van leerlingen te beantwoorden.
Online leren hoeft dus niet persé op school plaats te vinden.

Om leerlingen te stimuleren ook daadwerkelijk met de leerstof aan de slag te gaan, is het aan te bevelen om te werken met regelmatige mijlpalen en om leerlingen wederzijds van elkaar afhankelijk te maken bij het uitvoeren van deeltaken. Tijdens de groepsbijeenkomsten worden de mijlpalen dan besproken (zie ook Meer rendement uit groepsbijeenkomsten dankzij ICT).

Zelfstandig werken

Leerlingen werken ook zelfstandig (alleen of samen met anderen) aan opdrachten en taken. Zij doen dit in eigen tijd. Maar ook hierbij geldt dat het is aan te raden om te werken met mijlpalen, die tijdens groepsbijeenkomsten worden besproken. Het is hun verantwoordelijkheid als zij taken en opdrachten niet af hebben. Dankzij ICT wordt dat ook snel zichtbaar, en kan een onderwijsgevende daar op in spelen. Zelfstandig werken vindt zowel met als zonder laptops plaats. Dit is afhankelijk van de leerdoelen. Dankzij laptops kunnen leerlingen technologie overigens ook eenvoudiger bij buitenschools leren inzetten.


Samenvattend
betekent dit dat onderwijsontwikkelteams het onderwijs zodanig moeten vormgeven dat didactiek, leerinhouden en ICT in de juiste verhouding tot elkaar staan, en groepsbijeenkomsten, online leren en zelfstandig werken elkaar versterken. Tijdens groepsbijeenkomsten wordt een laptop minder vaak ingezet, tijdens geprogrammeerd online leren uiteraard wel. Bij zelfstandig werken is dat vooral afhankelijk van de leerdoelen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

2 reacties

  1. Niet onbelangrijk bij de introductie van laptops in het onderwijs;
    wordt een elektronische les bekostigd?
    In de nieuwe definitie van onderwijstijd (Commissie Cornielje) mogen alle activiteiten die in het kader van een onderwijsprogramma onder de pedagogisch-didactische verantwoordelijkheid van bekwaam onderwijspersoneel worden verzorgd en onder toezicht van de school worden uitgevoerd meetellen bij de norm voor onderwijstijd.
    ‘Slimme’ elektronische lessen gelden als onderwijstijd!

  2. @Eus van Hove: klopt. Daarom stel ik ook voor om online leren te programmeren. Zie de opmerkingen aldaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *