Kunnen we beter geen ICT in de klas inzetten?

Hoogleraar mediastudies Clay Shirky heeft besloten om het gebruik van ICT nagenoeg uit zijn collegezaal te bannen. Docenten verliezen namelijk altijd de strijd om aandacht van een veel machtigere industrie die gebruikers bewust wil afleiden.

distraction photoClay Shirky kun je bepaald niet betitelen als ‘luddite’ op het gebied van ICT. Van hem is onder meer de uitspraak dat we niet te maken hebben met te veel informatie, maar dat we niet in staat zijn op een goede manier te filteren.

Shirky publiceert en spreekt veel over internettechnologie en media. Daarnaast is hij ook hoogleraar mediastudies aan de New York University. Het is daarom opvallend dat hij onlangs zijn studenten heeft gevraagd laptops, tablets en smartphones niet meer tijdens de les te gebruiken.

Een laat besluit, zo licht hij toe. Tot nu toe vond hij het gebruik van deze apparaten ‘organisch’ gezien het onderwerp van zijn onderwijs. Ook konden deze apparaten toegevoegde waarde hebben voor het leren, en durfde hij de strijd wel aan door interessant onderwijs te verzorgen. Tenslotte vond hij het de eigen verantwoordelijkheid van lerenden om wel of gen ICT te gebruiken tijdens het onderwijs.

Shirky merkte echter dat er in de loop van de jaren, naarmate mobiele en draadloze technologie meer alomtegenwoordig zijn, steeds vaker sprake was afleiding. Hij stelt:

Over the years, I’ve noticed that when I do have a specific reason to ask everyone to set aside their devices (‘Lids down’, in the parlance of my department), it’s as if someone has let fresh air into the room. The conversation brightens, and more recently, there is a sense of relief from many of the students. Multi-tasking is cognitively exhausting — when we do it by choice, being asked to stop can come as a welcome change.

Studenten mogen nu van hem geen mobiele technologie gebruiken, tenzij opdrachten dit tijdelijk vereisen. Multi-tasking gaat namelijk ten koste van de kwaliteit van het leren. In de bijdrage Why I Just Asked My Students To Put Their Laptops Away (Clay Shirky) gaat hij uitgebreider in op de gevolgen van multi-tasking voor het geheugen, de efficiëntie, en het kunnen focussen op taken (en het effectief kunnen afwisselen van taken).

Clay Shirky vindt vooral sociale media afleidend vanwege het onmiddellijke en “emotionally engaging” karakter. Ontwerpers van operation systems noemt hij de “wapenhandelaren” van sociale media vanwege de vele afleidende notificaties die zij inbouwen, en die je onmogelijk kunt negeren of weerstaan:

Asking a student to stay focused while she has alerts on is like asking a chess player to concentrate while rapping their knuckles with a ruler at unpredictable intervals.

Volgens Shirky kun je studenten op dit terrein geen keuzes laten maken. Je kunt onmogelijk concurreren met media die emotionele, praktisch onweerstaanbare, reacties oproepen. Als docent sta je machteloos tegen een briljant en rijk gefinancierd leger van afleiders. Let wel, hij doelt niet op onderwijs waarbij er één spreekt en de rest ‘slaapt’.

Hij stelt dat ontwikkelaars van apparaten en applicaties bewust afleiding inbouwen in technologie omdat deze aandacht consumenten stimuleert gebruik te maken van internet. De industrie vecht om aandacht van de gebruikers. Als docent leg je het daar altijd tegen af. Shirky vergelijkt het gebruik van een laptop in de klas met een het gebruik van een gettoblaster in de klas. Probeer daar maar eens je aandacht bij te houden.

Clay Shirky stelt dat we studenten moeten ondersteunen bij het hebben van aandacht, en moeten beschermen tegen de prikkels die hen afleiden van complexe en wellicht frustrerende taken. Hij beschouwt het focussen van de student als een gezamenlijk proces dat plaats vindt binnen een wereld die vijandig staat ten opzichte van focus en aandacht.

Shirky parafraserend, zou je je kunnen afvragen of geen sprake is van een “focus failure” in plaats van “attention overload”.  Waar het dan om gaat is het bevorderen van focus en aandacht. Shirky probeert die “focus failure’ aan te pakken door studenten te vragen geen gebruik te maken van mobiele en draadloze technologie, tenzij opdrachten en taken dat vereisen. Door dus zeer selectief gebruik te maken van ICT tijdens bijeenkomsten.

Eerlijk gezegd raad ik dit docenten in het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs al veel langer aan. Ik had altijd het idee dat we bij (volwassen) studenten eerder een beroep konden doen op zelfverantwoordelijkheid en zelfbeheersing. Tijdens gastcolleges aan bijvoorbeeld post-hbo opleidingen noem ik dat ook vaak expliciet.

Shirky’s bijdrage heeft me wel aan het denken gezet. Ik vind zijn betoog over de strijd die de industrie voert om aandacht behoorlijk overtuigend. De commercialisering van internet (inclusief sociale media) staat haaks op de functie van het internet als leeromgeving. Daar moeten we wat mee. Bijvoorbeeld door inderdaad binnen alle ‘leersettings’ ICT selectief in te zetten.
Ik zal daar morgen in een blog post uitgebreider bij stil staan.

Photo by birgerking

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

7 reacties

  1. Doceren… letterlijk doceren (dus niet alleen in de betekenis van frontaal lesgeven), dat is de kunst

  2. Ieder jaar vraagt de nieuwe groep (volwassenen) of er tijdens de praktijkles in de keuken de radio aan mag. Ieder jaar leg ik uit dat ze daar zijn om te leren en niet om te produceren en ze dus geconcentreerd moeten kunnen werken. En altijd als er externen bij mij in de praktijkles komen kijken, maken ze een opmerking over de rust die er heerst. En gedurende het jaar is er nooit een leerling die nog om die radio vraagt, ook niet als ik er aan refereer. Dus ik geef de heer Shirky volkomen gelijk: inzet van ict moet niet obligaaat of altijd zijn, maar passend bij het leren van dat moment.

  3. Interessant, Paul. Gebruik jij ook geen ICT tijdens de les (maar alleen als voorbereiding en na afloop)? En vraag jij lerenden hun ‘device’ op te bergen als het niet wordt gebruikt? Want Shirky zet ICT slechts zeer sporadisch tijdens de les in.

  4. Tijdens de les sporadisch ict gebruik, kahoot, mijn qr-code koe of een opdracht van Blackboard halen, sommige leerlingen gebruiken laptop of tablet om aantekeningen te maken en er zijn er die tablet mee de keuken in nemen omdat hun uitwerkingen daar op staan. Meeste ict gebruik vindt inderdaad buiten de les om plaaats.

  5. Wapons of mass distraction, of wapens van massale afleiding, ik vindt het een mooie naam voor een probleem waar we tegenwoordig mee zitten in het lesgeven. Zelf ben ik actief op een technische opleiding in het HBO. Daar maken studenten gebruik van allerlei ICT-tools tijdens de lessen in verschillende modulen. Eigenlijk kun je zeggen dat studenten permanent online zijn en hun laptop of tablet aan hebben staan, waardoor ze hun software kunnen gebruiken en waardoor ze informatie kunnen zoeken. Maar de keerzijde is dat zij in hun zoektocht maar al te snel worden afgeleid door de wapens van massale afleiding. Een kleine greep uit het wapenarsenaal: (1) faceboek, daar worden allerlei afbeeldingen, teksten en video’s gedeeld, (2) Youtube, als het even tegen zit moet je eerst een reclame consumeren, waarna je de inhoud kunt bekijken, (3) Twitter, daar wordt van alles geroepen, zonder dat je de directe relevantie kunt sturen, (4) Whats App, handige tool, maar er zit ook een heleboel onzinnige communicatie tussen die enorm af kan leiden. (5) een internet browser als google, die als het kan even een afleidende reclame tussendoor laat zien. En zo zijn er nog veel meer soortgelijke varianten te noemen. Het komt er waarschijnlijk op neer dat deze nieuwe technologieën ons toegang geven tot heel veel nieuwe informatie, maar dat het gelijktijdig ook de mogelijkheid biedt om de gebruiker af te leiden in een commerciële zin (reclame) of af te leiden in een andere communicatie zin (communicatie apps).

    De verschillende onderwijswerkvormen staan op verschillende manieren het gebruik van ICT-tools toe of juist niet toe. Zo kan ik me goed voorstellen dat bij een hoorcollege het erg storend is als ICT-tools gebruikt worden, anders dan voor het maken van aantekeningen van het college. Het leuk creatief inzetten van een bepaalde app, waarmee je interactief antwoorden kunt genereren heeft maar in enkele situaties een echte meerwaarde, naar mijn idee. Daarbij is er ook een redelijk grote kans dat er een storing of complicatie op treedt tijdens het opstarten van de app, waardoor de helft van de groep dus niet actief kan meedoen aan het interactieve spel.

    In onze opleiding worden nog maar weinig klassieke hoorcolleges gegeven. Een module wordt vaak voorzien van een opdracht, ondersteunende informatie, procedurele informatie en oefeningen waar nodig. Daarbij worden de presentaties relatief kort gehouden, waarna de student actief aan het werk gaat met de opdracht en oefeningen. Daarbij heeft de student bijna altijd een laptop nodig. Met behulp van deze laptop worden in mijn module de volgende ICT-tools actief: (Eerst wordt de functie genoemd en daarna de ICT-tool)

    • Organisatie van uitwerking van de opdracht: Word verslag-template
    • Aanbieden van ondersteunende informatie: Website (google sites) voor de opdracht
    • Aanbieden van mentale modellen: Websites (google sites) voor kennis over concepten en mentale modellen
    • Aanbieden van systematische probleemaanpak: Prezi voor de uitleg over de systematische probleemaanpak binnen P123CMIEP
    • Aanbieden van mentale modellen: Presentaties (google presentaties) over systematische probleemaanpakken en concepten / mentale modellen
    • Aanbieden van een rekenmodel: Excel voor het berekenen van kostprijzen
    • 3D modelleerprogramma: Solidworks voor het 3D-modelleren van onderdelen
    • 3D Simulatieprogramma: Solidworks Simulations voor het simuleren van spanning, vervorming en rek in onderdelen.
    • Materialisatie database: CES-edupack voor het beargumenteerd zoeken naar productieprocessen, vormen en materialen van onderdelen
    • Video materiaal: Youtube voor (eigen)video’s
    • Elektronische leeromgeving: Blackboard voor het aanbieden van instructiemateriaal
    • Elektronische leeromgeving: Blackboard voor het inleveren en nakijken van uitwerkingen van studenten
    • Elektronische leeromgeving: Blackboard voor het communiceren naar studenten
    • Administratie van resultaten: Bison als student volgsysteem
    • Handschetsen digitaal maken: scanner of camera
    • Projectbesprekingen: Projecttafel

    De bovengenoemde ICT-tools worden ingezet voor een module van slechts 3 ECTS. Door de bovenstaande opsomming wordt duidelijk dat er software wordt gebruikt waar internet niet bij nodig is en dat er applicaties worden gebruikt waarbij internet zeker wel nodig is. Duidelijk is dat de internetverbinding permanent nodig is, want je weet niet op welk moment precies je iets gaat doen. Gelukkig zijn er veel apps, zoals Prezi of google sites op zo’n manier te gebruiken dat er binnen de app niet wordt afgeleid. Blijft wel overeind dat je in een browser al snel wordt afgeleid, door even iets anders op te zoeken, en voor je het weet ben je weer met een ander onderwerp bezig. De meest storende afleiding komt misschien wel vanuit Youtube, maar dit is deels te voorkomen door video’s te embedden in een site waardoor de afleiding naar andere video’s nog een paar klikken uitgesteld kan worden.

    Stel dat de module waar het nu over gaat, geheel vrij van internet gegeven zou moeten worden, dan betekent dit dat de opdracht wel hetzelfde kan blijven. De ondersteunende informatie, en dan ook alle video’s zouden dan op ons eigen netwerk moeten staan. De procedurele informatie kan niet zo gemakkelijk just in time worden aangeboden en dat geldt ook voor het oefenmateriaal. In grote lijnen is het wel te organiseren, maar het gebruik van internet biedt ook duidelijk voordelen bij de organisatie rondom een module.
    Verbieden van het gebruik van sociale media lijkt me binnen deze context daarom een erg lastige zaak. Daarbij straalt het controleren en verbieden van iets ook iets negatiefs uit richting het proces in de groep. Maar toch zeg ik wekelijks tegen individuele studenten in mijn lessen, “geen facebook aan in mijn les” of “geen dumpert kijken in mijn les”. Een enkele keer ontstaat hierdoor een klein conflict met een student.
    Als de technologie (ICT-middelen) in balans gecombineerd worden met het didactische model en het inhoudelijke model, dan ontstaat er mogelijk een consistenter geheel waarmee de student eerder overgaat op zelfsturing naar het behalen van het gezamenlijke doel: de opdracht. Daarbij is het mogelijk beter om een coachende rol aan te nemen in tegenstelling tot een controlerende rol. Het TPACK-model kan naam mijn idee de samenhang tussen de inhoud, de didactiek en de te gebruiken technologie in balans krijgen. Daarbij zou ik adviseren om zo min mogelijk wapons of mass distraction in te zetten. Alleen als het moet. Met behulp van het ARCS-model kunnen ook waar nodig verschillende strategieën worden ingezet om daarmee het zelfsturende karakter van de student te promoten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *