Binnen het onderwijs worden kunstmatige intelligentie en ‘data science’ in toenemende gebruikt om te monitoren hoe lerenden leren. Daar zijn ook grenzen aan.
De bijdrage How Pearson plans to force student participation and hurt creativity stelt een nieuw programma van Pearson aan de kaak dat zich schijnbaar richt op het monitoren van de participatie van lerenden met behulp van o.a. stemherkenning. De applicatie moet lerenden ondersteunen bij het focussen op één taak.
Volgens de auteur van de blogpost beperkt deze benadering creatief denken en leren. Hij meent namelijk dat incubatie van nieuwe ideeën een cruciaal onderdeel is van het leerproces. Je moet als lerende de gelegenheid hebben om intellectueel te worstelen met een vraagstuk. Inzichten breken vaak door na een periode van intellectuele rust. Bijvoorbeeld als je dingen doet die niets met de betreffende taak te maken hebben.
Focus is op zich belangrijk. Maar verder moeten we ons er inderdaad van bewust zijn dat we niet al het leren kunnen monitoren, tenzij we hersenactiviteit permanent gaan screenen. Leerprocessen zijn niet altijd zichtbaar.
Bovendien kunnen lerenden op heel verschillende manieren waardevolle bijdragen leveren aan een groepsproces. Kun je dat via elektronische data altijd monitoren? Tenslotte is niet-taakgebonden communicatie vaak ook belangrijk voor leer- en werkprocessen.
Als je participatie op de voorgestelde manier gaat monitoren, dan kunnen lerenden zich wel eens eenzijdig gaan focussen op taken wat ten koste kan gaan van zaken als plezier en spontaniteit, en uiteindelijk ten koste van het leren.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie