Wat is het effect van veel professionaliseringsactiviteiten? Kijken deze niet meer naar deelname, in plaats van naar gedragsverandering in de praktijk? Welke rol kunnen microcredentials spelen bij alternatieven?
Katrina Schwartz stelt vraagtekens bij de effectiviteit van veel professionaliseringsactiviteiten van docenten. Principes van effectief leren lijken daarbij vaak niet te worden toegepast. Een non-profit initiatief genaamd Digital Promise verkent nu of ‘microcredentialing’ een rol van betekenis kan vervullen binnen een “competency-based professional learning system”.
Docenten passen daarbij datgene wat zij leren toe in hun onderwijspraktijk, waarbij zij feedback van collega’s ontvangen. Bovendien reflecteren zij op het geleerde. Hier komen dan artefacten uit die gelden als bewijsmateriaal op basis waarvan een microcredential door middel van reviews wordt toegekend. Het komt ook voor dat een reviewer het aangeleverde materriaal onvoldoende vindt.
Docenten volgen dus nog steeds bijvoorbeeld workshops of ‘blended’ cursussen, maar moeten het geleerde vervolgens daadwerkelijk gaan toepassen, daar op reflecteren en de resultaten laten reviewen. De totale doorlooptijd van zo’n proces bedraagt soms een week of 10.
Schwartz illustreert de werking aan de hand van een casus waarbij een docent zichzelf bekwaamde in het voeren van effectieve klassikale discussies. Zij beschrijft ook hoe een schooldistrict deze aanpak gebruikt voor professionalisering van hun docenten.
Docenten kunnen op deze manier ook zelf hu eigen leren en ontwikkelen personaliseren. Zij ontvangen een paar honderd dollar beloning als zij een microcredential behalen. Docenten mogen daarbij ook zelf kiezen waar en op welke manier zij leren. Leidinggevenden moeten wel vooraf toestemming geven voor deze vorm van professionalisering. Het toepassingsgerichte karakter draagt er ook aan bij dat veel -niet alle- docenten deze professionaliseringsaanpak niet ‘als iets dat erbij komt’ beschouwen.
Het artikel bevat verschillende voorbeelden van initiatieven die uitgaan van deze professionaliseringsaanpak waarbij microcredentials een belangrijke rol spelen, en eindigt met een aantal uitdagingen (bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteitsbewaking of het op één hoop gooien van digitale badges en microcredentials).
Je krijgt via dit artikel de indruk dat microcredentialing een bepaalde aanpak van professionalisering is. Het gaat bij microcredentialing echter om het verzilveren van leereenheden van beperkte omvang. Op deze manier kun je beter eigen leertrajecten samenstellen, die vervolgens erkend worden. Een badge vormt vaak de visualisatie van die waardering (maar bevat ook informatie over het geleerde en de bewijsmaterialen).
De gekozen aanpak van docentprofessionalisering, die Katrina Schwartz beschrijft, is wat mij betreft overigens waardevol en maakt dus gebruik van microcredentials. De toegevoegde waarde zit wat mij betreft vooral in de integratie van leren-toepassen-reviewen-waarderen.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Vaak heb ik deze verzuchting geuit bij de vele ‘onderwijskundige’ studiedagen, ook bij Pabo en Lerarenopleiding: ze waren zo in tegenspraak met de opvattingen over leren die we onze studenten voorhielden. Genoemde oplossing lijkt me zeer de moeite waard!