Kritiek op Sugata Mitra?

Donald Clark formuleert zeven redenen die hem doen twijfelen aan de resultaten van Sugata Mitra’s Hole in the Wall-projecten. Als je echter kritisch kijkt naar Clark’s bijdrage, dan kun je juist daar ook de nodige vragen bij stellen.

Sugata Mitra geeft aan dat kinderen van nature nieuwsgierig zijn, en bereid zijn om zelfgeorganiseerd te leren als je bij hen maar de juiste snaar weet te raken. Mitra heeft dit proberen aan te tonen in zijn Hole in the Wall-experimenten.

Donald Clark betwijfelt of deze aanpak werkt:

  1. De projecten waren niet duurzaam van aard. De hardware is bijvoorbeeld verdwenen als gevolg van vandalisme. Deels omdat de locale gemeenschap zich er niet verantwoordelijk voor voelde.
  2. Het onderzoek was gefinancieerd door een commercieel bedrijf en niet onafhankelijk.
  3. Het onderzoek is niet empirisch van aard. Er is geen sprake van een controlegroep.
  4. Volgens Clark stelt Mitra dat scholen overbodig zijn geworden. Hole in the Wall-initiatieven maken echter vaak deel uit van scholen.
  5. Docenten blijken in de rol van begeleiders volgens Clark noodzakelijk te zijn om lerenden tot leren te stimuleren. Clark haalt een onderzoekster aan die stelt:


    Arora (de onderzoekster, WR) concludes are that these experiments do not work when not linked to the local schools and that, far from being self-directed, the children need mediation by adults. Arora goes further and claims that disassociating learning from adult guidance can lead to uncritical acceptance of bad content and bad learning habits.

  6. Er is sprake van oppervlakkig leren, niet van verdiepend leren.
  7. Onbegeleid leren binnen peer groups kan volgens Clark leiden tot ‘peer pressure‘. Het zijn volgens hem allesbehalve van “rarely optimal learning groups”.
  8. Er is sprake van educatief kolonialisme.

Clark waarshuwt voor ‘feelgood‘ initiatieve waar weinig onderzoek naar is gedaan. Hij vergelijkt Mitra’s initiatief met de film Slumdog Millionaire en waarschuwt voor utopische nonsense.

In zijn blogpost heeft Clark diverse artikelen opgenomen van Mitra. Maar ik vermoed toch dat hij zich vooral baseert op de TED-toespraak van de Indiase hoogleraar.
Ik heb Mitra een aantal keren horen spreken, en ook één keer de gelegenheid gehad om hem kort te spreken. Ik heb diverse blogposts aan hem gewijd. Op basis hiervan ben ik toch geneigd het voor hem op te nemen:

  • Je kunt Mitra niet verwijten dat een lokale gemeenschap geen verantwoordelijkheid neemt voor de Hole in the Wall-projecten. Projecten zijn sowieso tijdelijk van aard. Bij heel veel projecten is onvoldoende aandacht voor de duurzame inbedding. Dat is een belangrijke algemene beperking van veel projectmatig werk.
  • In een land als India onderzoek is er volgens mij weinig ruimte voor publiek gefinancierd onderzoek. Clark’s kritiek op het partijdige karakter vind ik dan ook te gemakkelijk.
  • Je kunt niet alleen beweren dat alleen ‘vergelijkend warenonderzoek’ deugt. Als Mitra gewerkt had met een controlegroep dan was ongetwijfeld kritiek gekomen op de variabelen waarop de experimentele en controlegroep. Pedro de Bruyckere (2012) nuanceert de bevindingen van Sugata Mitra. Hij is op zoek gegaan naar het wetenschappelijk onderzoek bij de Hole in the Wall-projecten. De Bruyckere constateert onder meer dat Mitra’s onderzoek bijna niet geciteerd wordt door andere onderzoekers. Hij stelt ook vast dat binnen veel experimenten de focus lag op spelen in plaats van leren, en dat meer complexe bekwaamheden niet of nauwelijks ontwikkeld werden als er geen begeleiding aanwezig was. Deze kritiek spreekt mij meer aan dan een aantal van Clark’s kanttekeningen bij de methodologie.
  • Sugata Mitra is helemaal niet tegen scholen en docenten. Wat vaak vergeten wordt, is dat Sugata Mitra zich focust op grote groepen kinderen, over de hele wereld, die niet over goed onderwijs en goede docenten beschikken. Bijvoorbeeld doordat docenten er niet willen werken. Mitra is niet tegen onderwijs door docenten, integendeel. Wel stelt hij dat docenten die vervangen kunnen worden door computers, dat ook verdienen (zie mijn blogpost en de video Zelfgeorganiseerd leren kan! (keynote Sugata Mitra)). Clark’s argument van educatief kolonialisme is mij dan ook te gemakkelijk.
  • Volgens Mitra zelf werkt zelfgeorganiseerd leren het beste als deze kinderen ook de beschikking hebben over een ‘cloud granny‘: een begeleidster met veel ervaring die kinderen bijvoorbeeld via Skype aanmoedigt, bewondert en bekrachtigt om te leren. Hij benadrukt ook het belang van rolmodellen. Wat Clark schrijf over Mitra’s opvattingen over scholen klopt niet. Zijn bezwaar ten aanzien van ‘peer pressure‘ vervalt hiermee ook ten dele.

Donald Clark stelt dat veel mensen Sugata Mitra als een soort heilige beschouwen. Ik moet bekennen dat ik ook een zwak voor hem heb. Dat komt door zijn dappere poging om kinderen in sloppenwijken en achterstandswijken een kans te bieden op toegang tot een krachtige leeromgeving. Het komt ook door zijn innemende persoonlijkheid.

Op zijn onderzoek is ongetwijfeld het één en ander aan te merken. Pedro’s kanttekeningen zijn terecht. Ik heb echter moeite met grote delen van Clark’s kritiek. Deze is gebaseerd op een onvolledig beeld van Mitra’s werk en opvattingen, en op wat te goedkope argumenten.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Goed dat je reageert! TU Delft heeft hem een ere doctoraat gegeven. Dat was niet alleen een aardigheidje, maar zeker voor bewezen diensten en onderzoek. Ik ben zelf ook erg gecharmeerd van zijn ideeën en zijn bevlogenheid voor goed onderwijs voor kansarme kinderen.

  2. Ik schrik er van, dat men klakkeloos de beweringen van Mitra gelooft.

    Bekijk deze beelden eens http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=khloQiBCb20#t=2m23s .

    Mitra vertelt hier: ‘Who was Pythagoras, and what did he do? Twenty minutes later, every group had right-angled triangles up on screen. One group was beginning to examine the equation of squares – they were heading towards the theory of relativity.’

    Wat bewijzen deze beelden nu? Ze tikken de term Pythagoras in en (pas) na 20 minuten verschijnen er rechthoekige driehoeken op het scherm. Dat noem ik nu een tegenvallend resultaat. ‘Daarna onderzoekt een groep kwadratische vergelijkingen’. Natuurlijk, zonder enige kennis van algebra meteen door naar de kwadratische vergelijkingen. Helaas zien we er niets van terug in de beelden.
    Probeer eens van Pythagoras naar Relativiteit te komen. Ik heb het gedaan via wikipedia. Je komt dan op pagina’s met zware wiskunde, waar volwassenen het meteen laten afweten, maar deze kinderen weten ook nog achtereenvolgens een aantal keren op de juiste link te klikken (Niet-Euclidische meetkunde, Riemann-meetkunde; zeer voor de hand liggende items voor 10-jarigen). Welke 10-jarige kinderen interesseren zich voor DNA-replicatie? Waarom zijn er geen interviews met deze kinderen ?

  3. Uit deze beelden haal ik niet dat Mitra zegt: “One group was beginning to examine the equation of squares – they were heading towards the theory of relativity.’” Dat van die relativiteitstheorie is volgens mij niet serieus bedoeld, een knipoog. Zo interpreteer ik in elk geval het slot van deze video.

  4. Geachte Wilfred.Rubens

    Op de video staat op 3m54s te lezen dat de kinderen daarna binnen 30 minuten de relativiteitstheorie bereikt hebben. Hij vertelt het ook in de guardian (zie hierna). De knipoog van Mitra slaat op de vraag daaronder: ‘and then?’ Wat daarna? Tja, de stringtheorie?

    Wat betreft de kwadratische vergelijkingen, ik heb deze informatie inderdaad niet uit de video gehaald, maar uit de guardian, http://www.guardian.co.uk/education/2010/oct/18/sugata-mitra-slumdog-teach-self , waar Mitra hetzelfde experiment beschrijft:

    “On a recent visit to Turin, I asked 10-year-olds, “Who was Pythagoras, and what did he do?” Twenty minutes later, every group had right-angled triangles up on screen. One group was beginning to examine the equation of squares – they were heading towards the theory of relativity. “

    Kinderen van 10 jaar die uit zichzelf kwadratische vergelijkingen onderzoeken, dat lukte vroeger alleen iemand als Gauss of Euler.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *