Kritiek op MOOC’s snijdt deels hout

Behalve enthousiasme over massive open online courses, valt er ook kritiek te beluisteren ten aanzien van deze vorm van open education. Bijvoorbeeld van voormalig docente Amanda Krauss. Ik ben het zeker niet volledig eens met Krauss, maar vind wel dat haar opmerkingen tot nadenken stemmen.

Amanda Krauss (die zichzelf typeert als de slechtste docent ooit) heeft, mede op basis van persoonlijke ervaringen, een kritische beschouwing geschreven over massive open online courses (MOOC). Haar kritiek komt op het volgende neer:

  • Er is geen sprake van rechtstreekse, individuele instructie, evaluatie en interactie met deskundigen. En dat is volgens de auteur waar onderwijs voor bedoeld is.
  • Zij vraagt zich af of het de organisaties alleen om de omvang te doen is (MOOC-professor Sebastian Thrun werft inderdaad op een vreemde manier).
  • Geautomatiseerd beoordelen heeft z’n beperkingen. Daardoor kun je bij MOOC’s geen gebruik maken van essays, alleen van online toetsen met meerkeuzevragen e.d.
  • Je hebt geen ruimte voor begeleidingsgesprekken.
  • Fora binnen MOOC’s leiden tot plagiaat doordat studenten hun uitwerkingen van opdrachten er delen. Studenten geven foutieve antwoorden en worden niet gecorrigeerd. De grote aantallen deelnemers maken deze manier van interacteren onbeheersbaar.
  • MOOC’s zijn gebaseerd op intrinsieke motivatie, en dat is behoorlijk naïef, meent Krauss.
  • De drijfveren van de sponsors van MOOC’s hebben niets te maken met onderwijs, ontwikkelen en leren.
  • Er is een spanningsveld tussen kwalitatief hoogstaand en toegankelijk onderwijs, en efficiënt -zelfs goedkoop- onderwijs voor allen.

MOOC’s hebben waarde, maar zijn geen volwaardige vorm van onderwijs, stelt Krauss.

Krauss gaat wat mij betreft te veel uit van het bestaande en vertrouwde onderwijsmodel. MOOC’c zijn andere manieren van leren. Natuurlijk, het is een relatief nieuwe aanpak waarbij op het gebied van curriculum (o.a. het beoordelen en certificeren) en didactiek nog het nodige te ontwikkelen is. Het gebruik van fora is een voorbeeld waarbij doel en middel niet met elkaar in verhouding lijken te staan.

Desalniettemin zul je ook oog moeten hebben voor nieuwe manieren van ondersteuning en beoordelen, waarbij ‘peers’ bijvoorbeeld een belangrijke rol spelen. En het is de vraag of het erg is dat MOOC’s vooral uitgaan van intrinsieke motivatie. Binnen het onderwijs zouden we juist meer oog moeten hebben voor het stimuleren van intrinsieke motivatie.

Met name de opmerkingen over de drijfveren van geldschieters van MOOC’s stemmen tot nadenken. Welke prijs betalen we uiteindelijk voor deelname aan grootschalig, gratis, onderwijs?

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

4 reacties

  1. Een deel van de kritiekpunten van Krauss en een deel van de nuanceringen die WRubens aanbrengt lijken volkomen terecht. Wat echter een goed begrip van de discussie (voor mij) in de weg staat, is het door elkaar gebruiken en met elkaar verwarren van ‘onderwijs’ aan de ene kant en ‘leren’ aan de andere kant. Vanuit bepaalde opvattingen over onderwijs is fundamentele kritiek op MOOC’s te geven, terwijl ze wel degelijk faciliterend zijn voor bepaalde andere manieren van leren. Voor de helderheid van de discussie over MOOC’s is het nodig ‘onderwijs’ en ‘leren’ scherp te onderscheiden en te (her)definiëren.

  2. De MOOC’s zoals ik ze ken van Downes en Siemens hebben niets te maken met bovenstaande beschrijving. Misschien is dat wel het probleem op dit moment, het verschil tussen hoe men een MOOC definieert.

  3. Volgens mij heeft het meer met een visie op onderwijs en met een visie op leren te maken, dan met het onderscheid tussen leren en onderwijs.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *