Kritiek op blended learning

Donald Clark heeft kritiek op de wijze waarop blended learning zich heeft ontwikkeld. Volgens mij is zijn kritiek echter gebaseerd op een verkeerd uitgangspunt. Al deel ik wel de richting die hij kiest ten aanzien van wat te doen.

TPACK
TPACK relevant voor het samenstellen van de ‘blend’. https://www.tpack.org

Volgens Donald Clark had blended learning ooit de potentie om ons los te bevrijden uit het keurslijf van het klassikale format, en een nieuw paradigma te helpen realiseren waarin online, sociale, informele en andere vormen van leren overwogen en gebruikt zouden kunnen worden. Wat is volgens hem echter gebeurd?

  • Blended learning bleek slechts een manier voor de wereld van onderwijs en opleiden om om te gaan met nieuwe manieren van leren en doceren. Blended learning is beschouwd als een compromis tussen oud en nieuw leren. Geen nieuw denken, maar het oude verdedigen door nieuwe ideeën er aan toe te voegen.
  • Blended learning is blended teaching geworden. ICT is toegevoegd aan bestaande onderwijspraktijken.
  • Blended learning is metafoor-gedreven geworden. Clark bekritiseert met name de ‘kook-metaforen’. Als je ingrediënten in een blender stopt krijg je echter een smakeloze smurrie. Je zou juist aandacht moeten besteden aan behoeften, smaak en kleur.
  • Er is uitgegaan van ‘delivery dualisms’: face-to-face vs online etc. Dit leidt echter ook vooral tot toevoegingen aan bestaande manieren van leren. Clark schrijft:

    The problem with a definition that fixes a delivery mechanism in advance of the blended design e.g. classroom or ‘f2f’ is that you’ve already given up on rational design.

    Het aantal ‘dualismes’ is uiteindelijk verbreed met onder meer formeel-informeel. Dit leidt tot algemene definities, en tot componenten die je wellicht niet nodig hebt in een optimale blend. Bovendien gaan deze componenten volgens Clark ook veelal uit van instructie.

  • Blended learning wordt volgens Clark vaak gelijkgesteld met het concept van de flipped classroom. Volgens hem is dit een nogal simplistische versie van blended learning waarbij ook weer sprake is van blended teaching.
  • Het ’70:20:10’-model is een geavanceerde versie van blended learning, die er vanuit gaat hoe mensen leren (en niet hoe wordt opgeleid). Volgens Clark heeft dit verder uit te werken model echter geen betrekking op het onderwijs.

Clark concludeert

Blended learning has certainly taken root but it has no define shape, theory, methodology or best practice. You can call anything a blended solution.

Volgens hem gaat het er om dat we goed nadenken over verschillende manieren van leren, binnen contexten en culturen, en rekening houdend met bronnen en budgetten. Verder zijn onder meer schaalbaarheid en het gemakkelijk kunnen updaten van leerarrangementen belangrijke aspecten van blended learning. Volgens Donald Clark zouden we moeten proberen om los te komen van datgene wat we altijd gewend zijn om te doen, bij het ontwikkelen van blended learning.

Als ik me goed herinner is blended learning een jaar of vijftien geleden opgekomen als reactie op slecht gelukte pogingen om volledig online leren vorm te geven. Bij de eerste ervaringen met het gebruik van internettechnologie voor leren was vaak sprake van ‘eenzaam leren’, waarbij leerstof vooral bestond uit ‘page turners’. Let wel: de op internettechnologie gebaseerde leertechnologieën waren veel minder geavanceerd dan nu. Bovendien belemmerden zaken als bandbreedte het gebruik van toepassingen als online video. Om interactiemogelijkheden te vergroten en sociale relaties aan te kunnen gaan, werd de combinatie met leren tijdens bijeenkomsten gezocht. Nog steeds zijn er bijvoorbeeld opleidingen die de leerinhouden van massive open online courses gebruiken in combinatie met groepsbijeenkomsten.

Blended learning is volgens mij nooit geïnitieerd om ons uit het “‘classroom/lecture-obsessed’ straightjacket” te bevrijden. In de terminologie van het SAMR-model was blended learning vooral gericht op versterking en verbetering van bestaande manieren van opleiden en onderwijs. Volgens mij vertrekt Donald Clark met zijn kritiek dus vanuit een verkeerd uitgangspunt. De vraag is ook wat mis is met het geven van instructie, mits daarbij sprake is van zaken als actief leren, feedback, regelmatig formatief toetsen, betekenisvolle opdrachten, enzovoorts. Uiteraard is instructie met name binnen arbeidsorganisaties lang niet altijd het juiste antwoord op de leervragen.

Donald Clark legt terecht nadruk op veranderende leervragen als gevolg van ‘real world changes’. Vervolgens moet je kijken welke leerarrangementen passend zijn om die vragen te helpen beantwoorden. Je moet daarbij niet uitgaan van de noodzakelijke combinatie van klassikaal en online leren. Maar tegelijkertijd moet je die componenten ook niet uitsluiten. Je gebruikt ‘doceren’ om lerenden iets te leren. Dit is zeker lang niet altijd de meest relevante manier om leervragen te beantwoorden. Maar bijvoorbeeld wel als lerenden met weinig voorkennis iets moeten leren.

Bovendien wordt binnen het onderwijs wel degelijk gewerkt aan authentieke taken. Dat is bijvoorbeeld uitgangspunt van het 4C/ID-model dat binnen het beroepsonderwijs wordt gebruikt. Verder maakt werkplek leren binnen de beroepsbegeleidende leerweg van het MBO het grootste deel uit van het leerarrangement.
Waar het inderdaad om gaat, is dat leervragen het vertrekpunt zijn en niet ‘leeroplossingen’. Dat je rekening houdt met zaken als de context, cultuur en doelgroep.

Blended learning is wat mij betreft ook geen metafoor. Je gebruikt een metafoor om iets te illustreren. In navolging van Paul Kirschner gebruik ik de restaurantmetafoor juist als illustratie om aan te geven dat de componenten curriculum (recept), didactiek (kooktechnieken), leertechnologieën (kookgereedschappen), leerinhouden (ingrediënten), docenten/trainers (koks, sommeliers, etcetera) en het ‘leerlandschap’ (restaurant, wijnkelder en keuken) tot heel verschillende maaltijden kunnen leiden. Bovendien heb je bij blended learning heel veel mogelijkheden om te variëren: in asynchroon en synchroon leren, de mate van (zelf)sturing, de mate waarin je ICT wilt inzetten, de plaats waar je ICT wilt inzetten, het type leeractiviteiten, en de mate waarin je samenwerkend leren of individueel leren wilt toepassen. Daarbij gaat het er inderdaad niet om smakeloos door elkaar te mengen. De blender is echter een voor de hand liggend beeld, gezien de naam ‘blended learning’.

Je zult echter je eigen model of concept moeten ontwikkelen op basis van componenten als didactiek en leertechnologieën om krachtige leerarrangementen samen te kunnen stellen. De term ‘blended learning’ is weliswaar ingeburgerd, maar op zich betekenisloos gezien de enorme hoeveelheid keuzemogelijkheden die je hebt.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Een reactie

  1. Fijn om de verschillende gedachten over blended learning weer eens onder elkaar te lezen. Momenteel doe ik binnen een MBO instelling een rondje langs een aantal afdelingsmanagers en vraag hen een definitie te geven van blended leren. Dit geeft interessante inzichten.
    Vooral jouw uitspraak dat het vertrekpunt de leervragen zijn en niet de “leeroplossingen” neem ik mee.Dank!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *