Internettechnologie draagt bij aan ‘disruptie’ binnen tal van sectoren. Denk aan de taxibranche of aan de muziekindustrie. Onderwijs en opleiden zijn niet te vergelijken met dergelijke branches. Toch verwacht ik dat met name ‘een leven lang leren’ te maken krijgt met disruptie.
De laatste tijd zijn weer meer interessante blogposts geschreven dan ik echt kan lezen en bespreken. Mijn leeslijst in Pocket groeit stevig, met het risico dat wat oudere bijdragen onbesproken blijven.
The non-Uberization of education is een publicatie van enkele weken geleden, die het bespreken waard is. In deze bijdrage waarschuwt Martin Weller ervoor om het concept van Uber toe te passen op het onderwijs. Dat wil zeggen: lerenden leren via marktplaatsen als InstaEDU rechtstreeks van docenten, en slaan daarmee onderwijsinstellingen over. Onderwijsinstellingen worden dan overbodig, zoals videotheken dat ook zijn geworden.
Volgens Weller is het onderwijs echter niet te vergelijken met Uber:
- Bij onderwijs is sprake van een langdurige relatie en interactie, waarbij sprake is van een forse investering.
- De wijze waarop onderwijs wordt verzorgd, verschilt per instelling (verschillende inhouden, didactische concepten, enzovoorts).
- Onderwijs ontwikkelen is een veel schaarser ‘goed’ dan taxi kunnen rijden (meer expertise nodig, meer faciliteiten). Het is complex om geaccrediteerd te worden om erkend onderwijs te mogen verzorgen.
- Als je nieuw bent in een discipline dan weet je nog niet wat je moet leren. Je hebt organisaties nodig die je daarbij ondersteunen.
- Leren is veelal een sociale activiteit die je onderneemt met mensen met vergelijkbare interesses.
- Het is al mogelijk om online en mobiel te leren. Voor welk probleem is ‘Uber voor onderwijs’ dus een oplossing?
Weller ziet wel aspecten van ‘Uberization’ in het onderwijs terug. Zo kunnen onderwijsinstellingen vanwege de overheadkosten vaak moeilijk concurreren met individuele onderzoekers of online tutoren. Volgens hem is hierbij echter sprake van aanvulling van onderwijsinstellingen dan van vervanging.
Volgens mij gaat het er echter niet om dat je onderwijs moet vergelijken met taxirijden. Het gaat om de disruptieve effecten die internettechnologie kan hebben op verschillende sectoren. Voor een taxisector pakt dat anders uit dan voor de muziekindustrie of voor het onderwijs.
Het is ook niet alleen de technologie die zorgt voor disruptie. Zo heeft ‘Uber’ ook te maken met wet- en regelgeving die hen verhinderen de taximarkt te ontwrichten. Volgens mij zijn de huidige systematiek van het erkennen en accrediteren van opleidingen en de maatschappelijke waardering van diploma’s en certificaten belangrijke factoren die ‘disruptie’ van onderwijs en opleiden tot dusver belemmeren. Bedrijven als Google blijken diploma’s echter steeds minder waarde te hechten aan diploma’s. Als dit doorzet -en ik zie dat overigens nog niet snel gebeuren- dan vervalt dus Weller’s derde reden.
Een andere belemmering van ‘disruptie’ op het gebied van leren kan wel eens de perceptie van mensen op leren zijn. ‘Leren’ wordt sterk geassocieerd met fysiek bij elkaar komen, met persoonlijk contact. Online interacties worden vaak als ‘onpersoonlijk’ beschouwd. Online leren wordt ook dikwijls als individueel leren bestempeld. Zoals verleden week donderdag een deelnemer aan het eind van het door mij verzorgde webinar over trends op het gebied van e-learning zei:
ik blijf geloven in op 1 op 1 contact!
Als we vaker ervaren dat we online ook rijke contacten kunnen hebben, dan zal de ‘drempel van perceptie’ snel geslecht zijn.
Volgens mij kun je met behulp van een bekwame begeleider een kwalitatief leertraject samenstellen, waarvan de inhoud wordt verzorgd door verschillende partijen. Dat kunnen ook kleinschalige organisaties zijn of deskundige individuele docenten en contentontwikkelaars. Verder kunnen deze partijen zich juist onderscheiden in inhoud en didactisch concept. Bovendien kun je uiteraard als lerende ook samen leren binnen leeractiviteiten zoals learning communities. Met andere woorden: Weller’s redenen waarom ‘Uberization’ niet voor het onderwijs zal gelden, zijn niet zo sterk.
Ik verwacht overigens dat de ‘markt van een leven lang leren’ het eerst te maken krijgt met disruptieve effecten van nieuwe technologieën. Met name omdat diploma’s daar minder belangrijk zijn. Als we in staat zijn om dankzij internettechnologie een leven lang leren op een goedkopere manier mogelijk te maken, dan zal dit gevolgen hebben voor aanbieders van post-initieel onderwijs en opleiden.
Mensen nemen nu al in toenemende mate deel aan gratis en goedkope leeractiviteiten zoals massive open online courses of aan goedkope online cursussen van bedrijven als de HEMA Academie of GoodHabitz. Bovendien dringt in toenemende mate het besef door dat je ook prima op andere manieren kunt leren, dan via een cursus of training.
Dat deze ontwikkeling ook negatieve kanten heeft -denk aan een slechte rechtspositie van zelfstandig werkende docenten- staat wat mij betreft ook als een paal boven water.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie