Koninklijke onderscheiding Jan Geurts

Gisteren is Jan Geurts benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Jan heeft grote betekenis gehad voor het Nederlandse beroepsonderwijs, en heeft er mede voor gezorgd dat ik me ben gaan bezig gaan houden met e-learning. Als pragmatisch republikein heb ik daarom met genoegen een bijdrage geleverd aan deze terechte maatschappelijke waardering. In deze blog post vind je mijn steunbetuiging.

Meer dan een jaar geleden kreeg ik een e-mail van één van de dochters van Jan. Ter gelegenheid van zijn pensionering wilden zijn kinderen Jan voordragen voor een koninklijke onderscheiding. Zij waren daarom op zoek naar mensen die bereid waren een steunbetuiging hiervoor te schrijven. Als republikein heb niet veel op met koninklijke onderscheidingen. Maar ik had het sterke vermoeden dat Jan deze maatschappelijke waardering erg op prijs zou stellen, en vond en vind ik dat Jan deze waardering verdient. Bovendien is het bijzonder dat dit initiatief afkomstig was van zijn kinderen, en niet van de werkgever of een vereniging.

Hieronder vind je de steunbetuiging die ik aan de Kanselarij der Nederlandse Orden, het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde heb gestuurd. Ik focus me daarbij op de periode 1995-1998 toen Jan projectmanager-directeur was van BVEnet. Ik was in die tijd één van zijn medewerkers. Hij had mij aangenomen terwijl ik nog nooit op internet had ‘gezeten’.  Bij BVEnet heb ik mijn eerste inzichten rond e-learning opgedaan (de term bestond toen nog niet).

BVEnet was een projectorganisatie, gesubsidieerd door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Wij hadden als taak om het gebruik van internettechnologie in het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie te bevorderen. Internet stond toen nog in de kinderschoenen, laat staan dat er volwassen en gedragen ideeën waren over hoe deze technologie gebruikt kon worden om leren en onderwijs te versterken.

Jan beschikte wel over die ideeën. Op een zeer gedreven en creatieve manier wist hij een complete onderwijssector te enthousiasmeren om deze nieuwe technologie te omarmen. “Jan stuurt op visie”, zeiden wij collega’s tegen elkaar toen wij van hem een kaartje kregen van een koets met paard en wagen (van één van de weinige keren dat hij een paar dagen met vakantie was).

En op visie sturen, deed hij. Dit uitte zich in bevlogen presentaties, artikelen en enthousiaste gesprekken met leden van colleges van besturen van MBO-instellingen èn met vernieuwers ‘op de werkvloer’. Twee anekdotes:

  1. Tijdens mijn eerste werkdag bij BVEnet kwam ik om 3 uur ’s nachts thuis omdat Jan er geen genoeg van kreeg tijdens een bijeenkomst in Dordrecht met tal van aanwezigen te blijven praten over betekenis van internet voor het onderwijs. Ik zou met hem meerijden.
  2. BVEnet was een organisatie van beperkte omvang. Twee collega’s hadden een voorlichtingstaak en reisden vanuit thuisbasis Nijmegen het hele land door. Vaak waren zij ’s avonds pas laat thuis. Toen zij tijdens onze eerste bureauvergadering vroegen wat de regelingen voor overwerk waren, reageerde Jan verschrikt: “Maar je vindt het werk toch leuk?” Jan zorgde goed voor z’n personeel, maar ‘keek niet op een uurtje’…..

Jaren voordat Kennisnet de publicatie ‘Vier in Balans’ uitgaf, benadrukte Jan al het belang van een goede infrastructuur, digitaal leermateriaal, deskundig personeel en ‘visie en leiderschap’ als harde voorwaarden voor een succesvol gebruik van nieuwe technologie in het onderwijs.

Jan Geurts was initiatiefnemer van kleinschalige vernieuwingsprojecten en van verdiepingsprojecten, die vervolgens in twee boeken zijn gedocumenteerd. Want monitoring en evaluatie van producten en processen heeft hij altijd van groot belang gevonden. Deze projecten waren daardoor rijke leerervaringen voor het middelbaar beroepsonderwijs en de educatie.

Deze onderwijssector –wellicht de belangrijkste onderwijssector in onze samenleving- heeft dankzij BVEnet veel expertise ontwikkeld op het gebied van internettechnologie in het onderwijs. Elke MBO-instelling beschikt inmiddels over prima netwerkverbindingen, ruim voldoende hardware, elektronische leeromgevingen en educatieve leermaterialen. Internettechnologie is binnen het MBO de gewoonste zaak van de wereld geworden.

Jan Geurts heeft hieraan met zijn

  • visie,
  • doorzettingsvermogen,
  • gedrevenheid,
  • creativiteit,
  • vernieuwingsgezindheid,
  • en zijn vermogens om te netwerken en mensen te binden,

in de pioniersfase een cruciale rol vervuld die een Koninklijke onderscheiding mijns inziens meer dan rechtvaardigen.

Gisterenmiddag hebben we uiteindelijk het glas hierop kunnen heffen

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

6 reacties

  1. Fantastisch toch! Het gaat er inderdaad niet om of iemand royalist of republikein is als het een onderscheiding betreft: het gaat om het gebaar, de eer, de steun, de erkenning, de waardering, de appreciatie, de stimulans die publiek zichtbaarder wordt doordat het een onderscheiding met ‘koninklijke’ als predicaat is, of met een ander prestigieus predicaat. Hoe zou ik anders Jan Geurts en zijn noeste werk hebben kunnen leren kennen? Bij dezen wil ik hem feliciteren – en u, Wilfred Rubens, zijn steunbetuiger.

    Zonder me te willen opdringen: mijn collega en ik mochten vele jaren geleden een koninklijke onderwijsprijs ontvangen uit de handen van onze koningin: het ging om een soort ‘wedstrijd’, en we hadden zelf gekandideerd (we hadden een dossier ingediend – in het geheim: wie waren wij – ze zouden ons op school wel hebben uitgelachen, ons als ‘dikke nekken’ hebben bestempeld).

    Waarom we ons ‘vermand’ hadden om onze kans toch eens te wagen, van met onze leesbevorderende school- en lesprojecten toch naar buiten te willen komen? Het was in een tijd dat onderwijs in de media weer eens heftig onder vuur kwam, en leraren geviseerd werden, mannen en vrouwen zonder status: die beroepsgroep deed toch immers niet veel meer dan uitkijken naar de vele vakanties en vrije dagen, werd medeverantwoordelijk gesteld voor wat mis liep in de maatschappij, bracht niet echt iets voort op didactisch en pedagogisch gebied, enz. – terwijl overal ’topmanagers’ (meestal mannen) in bedrijfsleven en industrie gevierd werden o.w.v. hun inzet en kwaliteiten – en wij, twee samenwerkende onderwijsvrouwen, moeders met kinderen, steeds balancerend op de dunne koord van het evenwicht werk-gezin, waren dus wel wat in onze wiek(en) geschoten …

    In een feministische opwelling trokken we onze stoute schoenen aan: we namen deel aan de Koningin Paolaprijs voor het Onderwijs – met een knipoog naar de samenleving, in een ‘ludieke’ poging om ‘de leraar’ eens anders te ‘proflileren’. We hadden niets te verliezen, het was een leuke uitdaging. Ja, ook leraren hebben soms grootse dromen …

    Hopelijk denkt de wereld niet dat we aan grootheidswaanzin leden! Het was een prestigieuze jury die ons op school kwam opzoeken om ons werk te ‘inspecteren’. En we werden ‘eerste laureaat’. Het heeft ons, hardwerkende (dat durf ik hier te zeggen) moeders in de klas, enorm deugd gedaan, ons gesterkt, empowerd, (ook financieel) gesteund, gemotiveerd en blijvend gestimuleerd om van ons mooie vak te blijven houden, het met zelfvertrouwen en passie te blijven uitoefenen. Ter gelegenheid van de 10e verjaardag van De Inktaap schreef ik er een stukje over op mijn blog:
    http://wp.me/p1hYm7-bv

  2. Dank voor je reactie. Ik kan me jouw onderscheiding nog goed herinneren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *