Kennisbasis over goed onderwijs is binnen het onderwijs niet goed ontwikkeld #ou_ou

Onderwijsinnovaties komen binnen het middelbaar beroepsonderwijs moeizaam van de grond. Dat komt met name omdat de kennisbasis over goed onderwijs mager is. Dat is een opzienbarende conclusie die ik trek uit een presentatie van hoogleraar Loek Nieuwenhuis, die ik vanochtend heb bijgewoond.

Loek Nieuwenhuis ging in op een door hem uitgevoerd onderzoek waarin is gekeken naar het leren van docenten via experimenten. Scholen in het MBO voerden experimenten uit met nieuwe vormen van leren met behulp van verschillende nieuwe technologieën. Docenten leerden daarbij routines te veranderen via zoek- en leerprocessen. Daarbij is steun van de schoolleiding volgens hem belangrijk.

Beroepsonderwijs vindt binnen teamverband plaats. Ideeën voor innovatie komen voort uit externe ontwikkelingen, zoals maatschappelijke druk, vraagstukken rond kwaliteit van het onderwijs, en nieuwe technologieën.

Op basis van aanwezige kennis vinden innovaties plaats. Nieuwe combinaties van bestaande kennis, bijvoorbeeld van collega’s, leiden volgens Loek tot nieuwe kennis. De onderwijsinfrastructuur zou wat dat betreft een nauwere relatie moeten hebben tot universiteiten waar veel bestaande kennis over onderwijs aanwezig is. Er zou een nauwer samenspel moeten zijn van theorie en praktijk. Hij gaf ook aan dat nieuwe oplossingen vaak suboptimaal zijn. De laatste twintig procent van een innovatie wordt vaak niet doorgevoerd.

Vanuit plan, do, study en act heeft Loek Nieuwenhuis naar dertien experimenten in het MBO met nieuwe technologie gekeken. Bijvoorbeeld naar het gebruik van een online programma voor taalontwikkeling.

Rijn Ijssel exmo Kennisnet

Belangrijke lessen zijn uit deze experimenten:

  • Docenten worden enthousiast als het om onderwijsverbetering gaat.
  • Er wordt weinig gebruik gemaakt van praktijktheorieën. De kennisbasis van teams omtrent inzichten in curriculum en didactiek is vaak mager. Daar zou in eerste instantie aan gewerkt moeten worden.
  • Er zijn vaak geen heldere verwachtingen omtrent projecten.
  • Er wordt niet automatisch gekeken naar effecten van projecten.
  • Docenten zijn vaak gering betrokken bij vernieuwingen.
  • Er is vaak weinig draagvlak en betrokkenheid bij en van managers.
  • Praktijkonderzoek is een effectieve manier van leren voor docenten. Al vinden docenten deze aanpak in het begin ‘geneuzel’.
  • Bottom up is geen goede strategie, top down ook niet. De doorbraakmethodiek kan hier wel een rol bij vervullen.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *