Kenmerken volgende generatie digitale leeromgevingen

De volgende generatie digitale leeromgevingen bestaat uit ecosystemen die verschillen van het traditionele leermanagement systeem. In deze blogpost vat ik op basis van een artikel de kenmerken samen en geef ik er ook commentaar bij.

Ik heb al vaker aandacht besteed aan veranderende inzichten omtrent digitale leeromgevingen. De Educause is één van de organisaties die van invloed is op het denken hierover. Matthew Lynch vat op basis van een al wat oudere bijdrage van de Educause de belangrijkste kenmerken van de “Next Generation of Digital Learning Environments” samen:

a) Het gaat om een ecosysteem dat bestaat uit verschillende leertechnologieën en componenten die voldoen aan gemeenschappelijke standaarden, en waarbij sprake is van interoperabiliteit en integratie (o.a. data delen tussen componenten). Gebruikers hebben het gevoel in één omgeving te werken en leren.

Mijn opmerkingen: ondanks dat we al een jaar op tien hierover praten wordt deze ontwikkeling pas de laatste tijd praktijk. Componenten en tools kunnen steeds beter met elkaar ‘samenwerken’. We staan echter nog steeds aan de vooravond van deze ontwikkeling. Je ziet ook dat bij aanbestedingstrajecten momenteel op grote schaal nog wordt gekozen voor ‘all in one’-systemen, mede omdat ecosystemen nog niet voorhanden zijn. ‘Aanbestedingstechnisch’ is dit ook een ingewikkeld verhaal (ik ga daar verder niet op in). ‘All-in-one’-systemen zijn overigens ook steeds beter in staat om te integreren met losse applicaties. Mogelijk zal een ecosysteem in de praktijk van de toekomst bestaan uit een relatief ‘traditioneel’ LMS dat geïntegreerd wordt met andere applicaties. De vraag hoe om te gaan met redundantie in functionaliteit speelt daarbij uiteraard wel.

Daarnaast merk ik dat veel gebruikers moeite hebben met dit concept. Zij willen het idee hebben om in één ‘alles kunnende’ omgeving te werken. De Educause geeft dat ook aan. Uiteraard is dat mogelijk omdat gebruikers niet hoeven te weten dat de leeromgeving ‘onder de motorkap’ uit meerdere componenten bestaat. Visuele integratie is daarbij m.i.van groot belang. En op dat terrein is er nog een lange weg te gaan.

Een ander onderwerp hierbij betreft de kosten. Bestuurders vrezen -en niet geheel ten onrechte- dat een ecosysteem van losse componenten weleens veel duurder kan uitvallen dan een ‘all-in-one’ systeem. Uiteraard is dit ook afhankelijk van de intensiteit van en de wijze waarop het ‘ecosysteem’ wordt gebruikt (kosten-baten).

b) De nieuwe generatie digitale leeromgeving is meer gefocust op leren dan op administreren. Diverse leeractiviteiten worden mogelijk gemaakt. Samenwerken wordt bijvoorbeeld meer gefaciliteerd.

Mijn opmerkingen: deels hebben we hierbij ook te maken met beeldvorming. Ook de ‘oude generatie’ leeromgevingen bevatten de nodige toepassingen voor leren, al zijn faciliteiten voor samenwerkend leren sterk voor verbetering vatbaar..

c) De nieuwe generatie digitale leeromgeving biedt meer ondersteuning voor docenten en lerenden. Bijvoorbeeld op het gebied van het monitoren van leeruitkomsten. Analytics, advisering en het beoordelen van leren zijn hierbij belangrijk.

Mijn opmerkingen: het is inderdaad belangrijk dat lerenden meer zicht krijgen op hun voortgang. De oude leeromgevingen gaven vooral organisaties zicht op de voortgang. Wat betreft echte learning analytics is ook nog een wereld te winnen.

d) De nieuwe generatie digitale leeromgeving faciliteert personalisering voor individuele lerenden. Zij voeren leeractiviteiten uit op basis van leeruitkomsten, en niet op basis van een voorgeprogrammeerd curriculum.

Mijn opmerkingen: personalisering is maar relevant voor een deel van het onderwijs. Verder zal mogelijk vooral sprake zijn van personalisering in tempo en niveau. Personalisering naar inhoud is niet altijd aan de orde. Je hebt altijd te maken te kaders die een curriculum stelt.

Personalisering is ook niet altijd wenselijk. Onder meer omdat het onderwijs niet alleen een kwalificerende functie heeft, omdat je moet waken voor ‘de-humanization’ van het onderwijs, omdat de gebruikte technologie nog verder ontwikkeld zal worden, omdat het niet altijd leidt tot goede leerresultaten en omdat het de kloof tussen cognitief goed presterende en minder goed presterende lerenden kan vergroten.

e) De nieuwe generatie digitale leeromgevingen zijn toegankelijkheid en zijn ontwikkeld op basis van ‘universal design’: geoptimaliseerd voor gebruik met verschillende apparaten en door diverse groepen lerenden (ook lerenden met een beperking).

Mijn opmerking: hier is terecht meer aandacht voor.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *