Op het gebied van technology enhanced learning worden met regelmaat nieuwe begrippen geïntroduceerd. Deze termen worden dikwijls al langere tijd gebruikt, maar nu met een andere betekenis. In deze bijdrage geef ik drie voorbeelden. Ken jij nog andere voorbeelden?
Sinds de lagere school ben ik zeer geboeid door geschiedenis. Ik heb zelfs een tijdje archeoloog willen worden. Ik vind het ook belangrijk om ontwikkelingen in een historisch perspectief te plaatsen. Dat leidt namelijk tot meer begrip.
Op het gebied van technology enhanced learning kom je begrippen tegen die in het verleden ook werden gebruikt, maar met een heel andere betekenis. De initiators doen dat overigens lang niet altijd bewust. Soms is het niet erg als begrippen een nieuwe betekenis krijgen, soms werkt dat storend.
Het eerste voorbeeld is het begrip ‘social learning’. Deze term werd een jaar of acht geleden met nogal wat bombarie gepresenteerd op het gebied van technology enhanced learning. Daarbij werd gedoeld op samenwerkend leren dat gefaciliteerd wordt met behulp van internettechnologie en waarbij lerenden meer ‘in control’ zijn over hun leren. In de jaren zeventig was het echter de Canadese psycholoog Albert Bandura die de ‘social learning theory’ introduceerde. Bandura benadrukte hierbij het belang van de sociale context voor leren. Leren gebeurt vooral via observaties en modelleren. Daarbij trekken lerenden consequenties voor het eigen gedrag op basis van observaties. Daarbij kan het gaan om het observeren van personen, maar bijvoorbeeld ook verhalen over ervaringen. Verwachtingen op basis van eerdere ervaringen spelen en self-efficacy (het vertrouwen in eigen kunnen) spelen een belangrijke rol.
Dit is een volstrekt andere vorm van leren dan de nieuwe interpretatie. Bandura is ook afkomstig uit een hele andere traditie, dan de aanhangers van samenwerkend leren met behulp van sociale media. Op een gegeven moment hebben sommige publicisten Bandura’s theorie wel verbonden aan de nieuwe interpretatie van ‘social learning’. Marcel de Leeuwe en ik beschrijven dat in ons boek over social learning.
Het tweede voorbeeld heeft betrekking op de leernetwerktheorie. Deze theorie is halverwege de jaren negentig gepubliceerd door Ferd van der Krogt. Van der Krogt beschrijft hierin onder meer hoe de wijze waarop arbeid georganiseerd is, van invloed is op de manier waarop leren binnen arbeidsorganisaties plaatsvindt. Daarbij kijkt hij naar een breed scala aan leeractiviteiten (van cursussen en trainingen tot werkplek leren). Van der Krogt besteedt helaas geen aandacht aan de wijze waarop technologie hierbij wordt ingezet.
In 2011 verscheen de publicatie ‘Leernetwerken. Kennisdeling, kennisontwikkeling en de leerprocessen‘ van een aantal oud-OU collega’s. Zij beschrijven leernetwerken als online sociale netwerken die speciaal zijn ontworpen om non-formeel leren te ondersteunen. Leernetwerken typeren zij in hun boek als iets nieuws. Navraag leerde dat zij niet bekend waren met de theorie van Van der Krogt terwijl deze theorie prima te verbinden is met de publicatie in 2011.
Het derde voorbeeld gaat over de naam ‘sociale technologie’. In de jaren tachtig studeerde ik in Nijmegen bij het toenmalige instituut voor sociale pedagogiek en andragogiek. Eén van de hoogleraren was Marinus van Beugen (als hij nog leeft, is hij nu bijna 90 jaar). Van Beugen heeft in 1968 een standaard-werk geschreven over ‘sociale technologie’ (pdf). Van dit boek zijn diverse herdrukken uitgebracht, al is het inmiddels volgens mij “op het kerkhof der vergeten boeken” terecht gekomen. Sociale technologie typeert hij in elk geval als de wetenschap van instrumentele aspecten van geplande veranderingen.
Gisteren ontving ik een recensie exemplaar van ‘social technologies in business’ van Isabel De Clerq en co-auteurs. Dit boek gaat over het gebruik van technologieën voor connecties en kennis delen (een recensie volgt). Iets heel anders dan Van Beugen’s ‘sociale technologie’.
In het eerste voorbeeld vind ik het storend dat de op zich nog steeds actuele theorie van Bandura is genegeerd. In het tweede voorbeeld wordt in feite -maar onbewust- voortgebouwd op de theorie van Van der Krogt. Jaren na publicatie van zijn boeken over dit onderwerp, heeft Ferd van der Krogt tegenover mij overigens de potentie van nieuwe technologie voor leernetwerken erkend. In het derde voorbeeld is volgens mij sprake van een nieuwe definitie omdat het oorspronkelijke concept inmiddels niet meer actueel is. Of wordt in het kader van veranderkunde nog over sociale technologie gesproken?
A propos technologie. Op dit moment associëren we technologieën met name met informatie- en communicatietechnologie. Technologieën zijn echter van oorsprong ook andere systemen waarmee je op basis van toegepaste technische kennis een bepaald doel kunt bereiken (wat tot uiting komt in fysieke objecten en organisatievormen; zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Technologie).
Kennen jullie nog meer begrippen op het gebied van technology enhanced learning die nu een heel andere betekenis hebben dan vroeger?
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie