In de afgelopen jaren is de particuliere bijlessector explosief gegroeid. Volgens schattingen is deze markt wereldwijd zo’n 100 miljard dollar waard, met een verwachte jaarlijkse groei van bijna 10%. Mohan Dhall, CEO van de Australian Tutoring Association, waarschuwt voor de schaduwkanten van deze ontwikkeling. En wat zal de invloed van generatieve AI op de bijles-industrie zijn?
Dhall signaleert verschillende problemen in de bijles sector. Zo is er vaak geen transparantie over de kwalificaties van bijlesdocenten of hun ervaring met zorg voor kinderen. Veel betalingen gebeuren volgens hem contant om belasting te ontduiken, en ouders krijgen zelden inzicht in de voortgang van hun kind. Bovendien gebruiken bijlesbedrijven volgens Dhall soms onethische marketingpraktijken door resultaten van lerenden te presenteren als uitkomst van hun succes.
Een zorgwekkende trend is volgens de auteur de toenemende invloed van bijles op het reguliere onderwijs. Lerenden -die bijles krijgen- komen steeds vaker voorbereid in de klas, waardoor het leren op school minder waardevol lijkt. Hierdoor kunnen gezinnen, die geen bijles kunnen betalen, zich ook onder druk gezet voelen. Bovendien vergroot dit de ongelijkheid in het onderwijs.
Dhall pleit voor meer regulering van de bijlessector. Hij stelt voor om bijlesdocenten te verplichten een licentie te halen. Dit zou ervoor zorgen dat ze de juiste professionalisering krijgen, bijvoorbeeld in het werken met jongere lerenden of op het gebied van kindveiligheid. Ook zou het onethische marketingpraktijken kunnen tegengaan en de algemene kwaliteit van bijles verhogen.
Tegelijkertijd ziet Dhall ook kansen om bijles in te zetten voor het verminderen van onderwijsachterstanden. Hij stelt voor om speciaal opgeleide bijlesdocenten in te zetten in scholen, gefinancierd door een combinatie van publieke en private middelen. Dit zou volgens hem effectiever zijn dan de huidige aanpak en meer lerenden kunnen helpen.
Bijles kan absoluut voordelen bieden -het kan effectief zijn bij het behalen van leerresultaten-, maar Dhall waarschuwt terecht voor de risico’s van een ongereguleerde markt. Hij pleit voor een pragmatische aanpak: strengere regels voor bijlesbedrijven, standaarden voor bijles, het afleggen van verantwoording, gecombineerd met gerichte inzet van bijles om onderwijsachterstanden aan te pakken.
In ons land floreert de bijles branche ook. GroenLinks-PvdA pleiten als reactie er bijvoorbeeld voor om bijlessen beschikbaar te maken voor degenen die dit nodig hebben. Dat zou gelijke kansen bevorderen, en commerciële bijles overbodig maken. Bijles wordt dan een reguliere taak van onderwijsinstellingen. Private financiering, waar Dhall voor pleit in combinatie met publieke financiering, wordt dan overbodig.
Impact AI?
Een relevante vraag anno nu is ook of generatieve AI bijles overbodig maakt. Lerenden kunnen al gebruik maken van toepassingen zoals ‘Aïsha‘, een persoonlijke assistent ter voorbereiding op examens. En OpenAI komt in de herfst met een versie waartegen je realtime kunt praten, en die ook kan waarnemen (de lancering is deze week naar de herfst uitgesteld). Dit zal ook een impuls geven aan het gebruik van generatieve AI voor begeleiding en feedback.
Het is echter de vraag of generatieve AI kan inspelen op specifieke ondersteuningsbehoeften en rekening kan houden met emoties, en of generatieve AI rekening kan houden met specifieke contexten van lerenden. Verder is het de vraag of generatieve AI lerenden kan motiveren en verantwoordelijk houden voor hun voortgang, en behulpzaam zijn bij echte complexe vaardigheden (en uiteraard praktische vaardigheden). Daar komt bij dat generatieve AI-tutoren ook geen verantwoording afleggen of transparant zijn in hoe zij aan hun feedback komen. Over de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid is al veel gezegd (mensen zijn uiteraard ook niet 100% betrouwbaar en nauwkeurig). Tenslotte zijn aan het gebruik van kwalitatief goede generatieve AI ook kosten verbonden.
Generatieve AI zal eerder het werk van docenten en tutoren versterken. Ze vormen samen een tandem die lerenden die het nodig hebben, extra ondersteuning geven. Het voorkomen van meer kansenongelijkheid is een belangrijk aandachtspunt.
This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.
Geef een reactie