Kan technologie helpen de betrokkenheid van lerenden te vergroten?

Onlangs heeft het Britse Jisc samen met Emerge Education een rapport gepubliceerd met als titel “Enhancing student engagement using technological solutions”. Zij bakenen in deze publicatie ‘studentbetrokkenheid’ af en beschrijven hoe technologie binnen vier stadia van een ‘student journey‘ de betrokkenheid van studenten kan helpen vergroten. Ook schetsen de samenstellers summier een stappenplan voor onderwijsinstellingen. Ik vat in deze blogpost het rapport samen en geef bij tijd en wijle commentaar.

Jisc en Emerge Education focussen zich in het rapport op universiteiten. De inhoud is m.i. echter ook relevant voor grotere hogescholen, mbo-instellingen en particuliere opleidingsinstituten.

Wat is ‘student engagement’?

De samenstellers gebruiken een definitie van Trowler die studentbetrokkenheid als volgt omschrijft: het heeft betrekking op de interactie tussen de tijd, inspanning en andere relevante middelen die zowel studenten als hun instellingen hebben geïnvesteerd met het oog op het optimaliseren van de studentenervaring en ten behoeve van het verbeteren van de leerresultaten en ontwikkeling van studenten en de prestaties en reputatie van de instelling. Betrokkenheid vereist dan gevoelens en betekenisgeving, evenals activiteit.

Trowler onderscheidt drie dimensies van studentbetrokkenheid: gedragsmatig, emotioneel en cognitief. Deze dimensies kunnen zowel een ‘positieve’ als een ‘negatieve’ positie op die dimensies hebben, die elk een vorm van betrokkenheid vertegenwoordigen, gescheiden door een kloof van niet-betrokkenheid (terugtrekking of apathie).

Dit behelst m.i. dus heel veel van wat een instelling en de student doen. Het gaat m.i. in elk geval om acties ondernemen die gericht zijn op succesvol studeren.

Studentbetrokkenheid betreft niet alleen het onderwijsleerproces zelf. In het rapport kijken de auteurs naar de betrokkenheid van studenten tijdens hun hele studietraject, dat zij hebben onderverdeeld in vier stadia:

  1. Kennismaking en inschrijving
  2. Niet-academische ondersteuning
  3. Academische ondersteuning
  4. Loopbaanontwikkeling en inzetbaarheid

Volgens Jisc en Emerge Education laat onderzoek zien dat er een duidelijk verband is tussen studentenbetrokkenheid, studieresultaten, studievoortgang en retentie.
Er zijn volgens de auteurs een aantal grote uitdagingen die een doeltreffende studentenbetrokkenheid vaak belemmeren. Deze uitdagingen betreffen de diversiteit van de studentenpopulatie, de complexiteit van de onderwijservaring, de gevolgen van de pandemie (momenteel) en verschillende externe factoren (zoals hogere collegegelden en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt).

Technologische trends

In het tweede deel van het document gaan de samenstellers in op de belangrijkste trends op het gebied van technologie voor de betrokkenheid van studenten. Zij beschrijven enkele van de tools die in elke fase van het studentenverloop worden aangeboden, plus korte casestudy’s en voorbeelden van hoe zij in de praktijk werken. Daarnaast bespreken de auteurs belemmeringen die onderwijsinstellingen ervan weerhouden om technologie beter te benutten.

De eerste belangrijke trend op technologisch gebied is artificiële, kunstmatige, intelligentie (AI). Volgens de samenstellers biedt AI boeiende mogelijkheden voor een verdergaande personalisering van studenten en voor een meer gestroomlijnde bedrijfsvoering voor universiteiten. Tools zoals ReUp en Signal Vine helpen bij retentie-inspanningen door het onderhouden van open (technische en menselijke) communicatielijnen met studenten en het analyseren van de gegevens om risico-studenten te identificeren en aan te spreken. Chatbots zijn volgens de auteurs relatief volwassenen toepassing van AI. Keele University gebruikt een chatbot voor het inschrijfsysteem, om aankomende studenten te helpen meer over de universiteit te weten te komen.

De tweede belangrijke trend is learning analytics om de betrokkenheid van studenten op allerlei gebieden te ondersteunen. Activiteiten in Zoom, Office 365 en in systemen voor het vastleggen van colleges maken steeds vaker deel uit van data-integraties voor markers/voetafdrukken van studentbetrokkenheid.

Volgens de samenstellers kan het analyseren van data de betrokkenheid van studenten verbeteren. Als de gegevens correct worden gebruikt, kunnen ze worden ingezet om de besluitvorming te ondersteunen en modules en de onderwijsinhoud te verbeteren. Onderwijsinstellingen kunnen minder geëngageerde studenten sneller identificeren via een  learning analytics ‘stoplicht’, dat gedragingen van studenten signaleert die verband houden met een gebrek aan betrokkenheid en het risico om voortijdig uit te vallen. Op basis hiervan kunnen passende interventies worden gedaan. Daarbij is het m.i. belangrijk om data als input voor interventies te gebruiken, en vergaande interventies niet automatisch toe te passen op basis van een gesignaleerd patroon in de data.

De derde belangrijke technologietrend is “door technologie ondersteunde sociale ruimten – op de campus en online”. Technologie kan worden in gezet om de leerervaring te transformeren door rijkere, meer interactieve leeromgevingen op afstand mogelijk te maken. Het draait allemaal om gebruikerservaring en gelijkheid voor deelnemers op afstand, zodat personeel en studenten zich op een meer natuurlijke manier betrokken voelen. De auteurs van het rapport onderscheiden ‘sticky’ campussen – digitaal gefaciliteerde ruimten waar studenten tijd willen doorbrengen, ook als zij geen formele onderwijssessies hoeven bij te wonen – en ‘slimme’ campussen, die optimaal gebruik maken van real-time gegevens. Studenten krijgen dan bijvoorbeeld push berichten over wanneer hun bus vertrekt, ze kunnen zien of er plaatsen in de bibliotheek beschikbaar zijn, ze kunnen virtuele studieruimtes bezoeken, enzovoort.

Het rapport bevat ook een ’technology for student engagement market map’ met tools die passen in de hierboven genoemde vier stadia.

Het valt me op dat de auteurs hierbij geen aandacht besteden aan de rol die het leermanagementsysteem kan vervullen te behoeve van het bevorderen van studentbetrokkenheid, bijvoorbeeld door studenten te prikkelen in actie te komen (herinneringen automatisch sturen) of door een activerende didactiek te faciliteren.

Wat weerhoudt onderwijsinstellingen ervan om technologie in te zetten voor het bevorderen van de betrokkenheid van studenten? De samenstellers noemen onbekendheid, vermoeidheid ten aanzien van nieuwe technologie, de noodzaak van het betrekken en professionaliseren van medewerkers en studenten, gebrek aan data integratie, bestaande IT-structuren binnen organisaties en onvoldoende kennisuitwisseling tussen instellingen.

Wat zouden onderwijsinstellingen moeten doen?

  1. Een digitale strategie introduceren (lange termijn).
  2. Investeer op alle niveaus in de organisatie in technologisch bekwaam personeel en vaardigheden.
  3. Wissel ervaringen en goede praktijkvoorbeelden uit.
  4. Coördineer de aanpak om oplossingen te vinden waar er momenteel geen zijn.
  5. Geef student experts een krachtiger rol geven.

Het rapport sluit af met een Q&A-sessie met de CEO van een bedrijf dat software levert voor het bevorderen van studentbetrokkenheid.

This content is published under the Attribution 3.0 Unported license.

Delen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *